Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 5 november 2018
Water van boven en water van onder. Hoe nat wil je het hebben. We varen met acht personen in een, gelukkig overkapt, bootje over de Tárcoles rivier in het zuidwesten van Costa Rica. We bewegen ons door een mangrovemoeras aan de rand van de Stille Oceaan. De regen valt met bakken uit de hemel en niet iedereen is zo gelukkig om een dak boven het hoofd te hebben. Enkele geelvleugelara’s zitten met gebogen koppen hoog in een boom de bui af te wachten. Ronduit indrukwekkend om deze karakteristieke ‘dierentuinvogels’ in het wild tegen te komen.
We varen verder. Een witschouderkapucijnaapje klautert over de takken, terwijl een verkleumd jong zich aan zijn moeder vastklampt. Een krokodil van het formaat surfplank glijdt door het water. Dan wijst onze gids ons op een minuscuul vogelnestje gebouwd op een hangende tak boven het water. Het broedende vogeltje – een mangrove kolibrie – deint met de tak op en neer. De mangrove kolibrie komt alleen hier in Costa Rica voor en nergens anders ter wereld. Het vogeltje broedt twee eitjes uit, in de periode dat het bij ons herfst en winter is. Geluksvogels zijn we, nog meer als even later de zon doorbreekt.
Zowel aan de oost- als aan de westkust ofwel aan de zijde van de Caribische Zee en de Stille Oceaan kent Costa Rica een aantal indrukwekkende moerasgebieden. Hier trekken in de juiste tijd van het jaar walvissen voorbij en leggen zeeschildpadden hun eieren op het strand. Het zijn ook de gebieden waar je allerlei reigerachtigen tegenkomt, minstens twintig verschillende soorten. In de mangrove van Tárcoles treffen we de Mexicaanse tijgerroerdomp aan en de schuitbekreiger. De laatste heeft een belachelijke brede snavel, maar ook opvallend grote ogen. Dit duidt erop dat we met een nachtvogel te maken hebben.
Aan de Caribische kust stuiten we een andere keer in de volle zon op de Amerikaanse kleine zilverreiger en een onvolwassen groene reiger. Toch weer even iets anders dan onze eigen blauwe.
Costa Rica is een weinig groter dan Nederland, terwijl er amper 5 miljoen mensen wonen. Ruimte zat. Hoewel schijn bedriegt, want grote delen zijn onbewoonbaar. Zo tellen de regenwouden en jungle weinig inwoners. En als ik zeg jungle, dan bedoel ik ook jungle. Onder begeleiding van ervaren gidsen wagen we ons in de groene rimboe en zodra je er twee meter in bent, zie je alleen nog maar groen om je heen. Je hoort overal vogel- en andere geluiden, maar zien is knap lastig.
Onze gids Cope brengt ons naar een briluil die in een boom rustig de nacht afwacht. In hetzelfde gebied leeft een luiaard, die zich heel relaxed tussen het bladerdek verplaatst. De jungle heeft in alle lagen wat te bieden. Cope wijst ons op een bananenplant en duidt dat we eens onder een blad moeten kijken. Tot onze verrassing houden zich daar 8 kleine spierwitte tentvleermuizen schuil. De volwassen diertjes zijn niet groter dan 4 cm. Je zou ze zelf nooit ontdekken, laat staan dat je bedenkt om onder de bladeren te kijken.
’s Nachts kent de jungle weer een heel ander leven. Tijdens een avondwandeling ontdekken we handgrote vogelspinnen, terwijl veelkleurige nachtvlinders op het kunstlicht afkomen.
De quetzal is een van de meest iconische vogelsoorten in Costa Rica en staat bij vogelliefhebbers hoog op het verlanglijstje. Familie van de trogons en prachtig knalgroen en rood van kleur met een belachelijk lange staart. In een speciaal reservaat ‘Los Quetzales’ hoe kan het anders, zagen we een mannetje en twee vrouwtjes. Vanuit een dichte struik hielden de vogels ons angstvallig in de gaten. Ze hadden geen zin om eruit te komen en zich beter te laten zien. Jammer. Maar ook een kop met oog telt toch als quetzal. In het plaatselijke restaurant liepen we tegen een giga-muurschildering, die de vogel in optima forma toont.
Diezelfde middag hoorde we het zware roepen van een brulaap en boven ons zweefde een kalkoengier. Kalkoengieren zijn zeker niet zeldzaam en is een van de meest voorkomende roofvogels. Net zo algemeen als de geelkleurige kiskadie. Een vogel zo groot en net zo algemeen als bij ons de merel. Maar wees nou eerlijk, iets hoeft niet zeldzaam te zijn om toch beeldschoon te kunnen zijn.
*Volgende maand deel 2 van dit Costa Rica-verslag. We bezoeken dan een kolibrieparadijs en beklimmen een nog werkende vulkaan.
Deze reis werd mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Toerisme in Costa Rica.
Zelf op reis? In maart organiseert Vogelbescherming Nederland een ledenreis naar Costa Rica. Een deel van de reissom komt ten goede aan de bescherming van vogels en hun leefgebieden. Klik hier voor meer informatie.
Toerisme heeft een wereldwijde impact. Het is ieders verantwoordelijkheid te zorgen voor een leefbare planeet voor huidige en volgende generaties. Wie een verre reis wil maken, kan via klimaatcompensatie (kijk hier voor keurmerken) de CO2-uitstoot van zijn of haar reis compenseren. Verantwoord vogel- en natuurtoerisme draagt er in veel gevallen aan bij dat flora en fauna worden beschermd op locaties waar anders niet-duurzame jacht en ontbossing bronnen van inkomsten zijn.
Veel vogels zijn trekvogels. Om ze goed te kunnen beschermen zijn wereldwijd sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming werkt samen met BirdLife Partners langs de trekroute en ondersteunt ze waar nodig.
Twee posters met prachtige tekeningen van Elwin van der Kolk. Je krijgt een poster met bedreigde Nederlandse broedvogels én een met de doortrekkers en wintergasten die ons land aandoen.