Door
Theunis Piersma
hoogleraar Trekvogelecologie
Geplaatst op 23 oktober 2018
Om die vraag te kunnen beantwoorden moesten we eerst goed inzicht hebben in de voedselvoorkeuren van de vogels. We ontdekten toen dat niet alle kanoeten hetzelfde eten. De een eet meer cirkelschelpen, de ander meer venusschelpen en de derde is vrijwel compleet vegetariër: die eet wortelstokken van zeegras. Ik stelde in mijn vorige column al de vraag ‘Waarom eten niet alle kanoeten hetzelfde – gewoon het meest voedzame?’
Ik maak een zijsprongetje. Vrouwtjes roodmus zijn gek op mannen met een mooie felrode borst. Zo’n superborst is dus belangrijk voor mannen. Je zou misschien verwachten dat ze na duizenden jaren evolutie de perfecte set genen hebben voor zo’n verleidelijke borstkleur. Het blijkt echter dat het niet louter om goed geprogrammeerde genen gaat.
Spectaculair was de ontdekking dat oudere vogels veel minder ‘grondstof’ voor de aanmaak van de kleurstof rood nodig hadden dan de jonge. En het productieproces was ook aanzienlijk korter: er waren bij de ouderen shortcuts ontstaan. Hun producerende cellen hadden kennelijk door ervaring geleerd om een kortere weg te nemen.
Het dieet van de vogel is van essentieel belang voor een indrukwekkende borst, maar ook zijn ervaring met dat dieet: hoe ervarener de vogel raakt, des te efficiënter en sneller zijn metabolisme bepaalde voedingsstoffen omzet in rode kleurstof.
Wat waar is voor de rode borst van de roodmus gaat op voor alle eigenschappen van alle levende wezens. Een eigenschap is nooit zomaar genetisch geprogrammeerd, maar het gevolg van een cascade aan biochemische reacties plus een complex van ervaringen en wisselwerking met de omgeving. Daarom is, bijvoorbeeld bij wetenschappelijk onderzoek, het hanteren van een hard onderscheid tussen nature en nurture, tussen aangeboren en aangeleerd, veel te simpel.
Nóg een zijsprong: als er íets nature is, dan is het ons geslacht. Denken we. Een eicel heeft altijd het seks-chromosoom X, een spermacel soms een X-chromosoom, soms een Y-chromosoom. De combinatie XY levert – vrijwel altijd – een jongetje op; de combinatie XX een meisje. Meestal. Want het kan gebeuren dat uit een spermacel met een X-chromosoom – dus zonder Y-chromosoom – tóch een jongen wordt geboren. Met alles erop en eraan. Blijkbaar is zelfs ons geslacht naast ‘nature’ ook ‘nurture’.
Genen zijn belangrijk voor het tot stand komen van eigenschappen, maar allerlei andere condities en processen in én buiten het lichaam zijn dat óók. Ontwikkeling is niet een bandje dat wordt afgedraaid, het is een interactief proces. Zo hebben kanoeten geen gen voor voedselvoorkeur. Of ze liever wortelstokken eten dan schelpen is een complex verhaal van nature én nurture.
Het duizelt ons een beetje. We hebben veel over de kanoet en zijn voedsel geleerd. We snappen ook waarom we nooit een voedselvoorkeur-gen zullen vinden. Maar of de kanoeten van de Banc ’s winters honger lijden en daarom in groten getale sterven, dat weten we nog steeds niet…
De Ontsnapping van de Natuur is de titel van het boek dat ecoloog Thomas Oudman en hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma samen schreven. Prof. Piersma’s leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen wordt mede betaald door Vogelbescherming.
In zeven stappen zal Piersma op deze plaats met (vogel)voorbeelden illustreren waarom problemen vaak verergeren door ‘oplossingen’ uit de wetenschap. De auteurs pleiten voor een werkelijk duurzame omgang met de natuur.
In onze webshop vind je een breed assortiment producten voor meer vogels in je tuin. Als je een product bij ons koopt, help je niet alleen de vogels in je tuin, je helpt Vogelbescherming ook alle vogels in Nederland en daarbuiten beschermen.
Hoe gaat het met een vogelsoort? Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang? Wat zijn effectieve maatregelen om die achteruitgang aan te pakken en een soort te beschermen? Vogelbescherming ondersteunt en initieert om die reden wetenschappelijk onderzoek.