Common Rosefinch, Erythrina erythrina - Vinken (Fringillidae)
Rode lijst
De mannetjes van deze in Nederland zeldzame broedvogel zijn zeer fraai om te zien. Ze zijn fel rood gekleurd en hebben een kenmerkende zang. Onvolwassen mannetjes zingen ook, maar zijn net zoals vrouwelijke vogels bruinig. Roodmussen kom je in Nederland vooral tegen aan de kust en hoor je vaak eerder dan dat je ze ziet. Zodra er gebroed wordt en het mannetje stopt met zingen, lijken de vogels verdwenen.
Een stevige vogel met postuur van een goudvink en een korte, dikke, grijze snavel. Bij volwassen mannelijke vogels zijn de kop, borst en stuit roodgekleurd met een lichte buik. Vrouwelijke en onvolwassen vogels zijn weinig kenmerkend: ze hebben geen rood in het verenkleed en zijn olijfbruin tot grijsbruin gekleurd. Jonge vogels hebben twee beige vleugelstrepen en iets meer zwart in de vleugel. Ze hebben kenmerkend, nagenoeg ongetekend "gezicht".
Opvallende zang, met name vanwege de Engelstalige ezelsbrug "pleased to meet you". Roep herinnerend aan groenling of sijs, een stijgend "tjuuiiehh", maar heser.
13,5-15 cm
Broedt vanaf (eind) mei tot augustus, is een van de laatste soorten die aankomt in zijn broedgebied. Mannetje heeft klein territorium en zoekt voedsel hier vaak buiten, tot 3 km ver. Heeft door de korte periode tijd voor één legsel met 4-6 eieren. Broedduur 11-14 dagen. Vrouwtje maakt een goed verborgen slordig nestje meestal zo rond 1-2 meter van de grond in struiken. Na 10-13 dagen zijn de jongen vliegvlug. Verlaten het nest voor ze kunnen vliegen. Worden dan nog 2 weken gevoerd.
Broedt voornamelijk in open gebied met her en der bomen en struiken, geregeld ook op vochtige plaatsen. In Nederland vooral te vinden in duinen, en af en toe ook in moerasgebieden met veel wilgen.
Foerageert vooral op de grond en is soms in gemengde groepen met andere vinkachtigen te vinden. Eet vooral zaden (onder meer van koolzaad).
In Nederland onopvallende doortrek, omdat de Europese populatie zuid-oostelijk wegtrekt richting Oezbekistan en Turkmenistan. Roodmussen overwinteren bijna allemaal in India en Zuidoost-Azië. De soort trekt voornamelijk 's nachts maar in het voorjaar ook wel overdag, zowel alleen als in kleine groepjes en in gebieden waar hij veel voorkomt soms wel in grote groepen tot 200 vogels. De volwassen vogels vertrekken eerder dan de jongen.
uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in uiterst klein aantal
Sinds het eerste broedgeval in Nederland in 1987 heeft de roodmus zich uitgebreid en zich definitief gevestigd in Nederland. Na een piek in de jaren negentig zijn de aantallen weer afgenomen. Nu een zeldzame broedvogel van de Waddeneilanden en de Hollandse kust.
Aantal broedparen | 10-20 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Waddeneilanden eind mei; later dan juni is de soort zeer moeilijk te vinden doordat hij niet meer zingt.
De roodmus komt van Scandinavië en Centraal-Europa oostwaarts tot en met Rusland voor.
In Europa namen de aantallen roodmus toe en breidde de soort zich in westelijke richting uit. Die opmars kwam tot stilstand, de soort neemt weer af. In Nederland broeden enkele paren en de vogel staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download hier het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Geen speciale maatregelen.
Roodmussen profiteren van struwelen in de nabijheid van gunstige voedselsituaties (plaatsen met veel kruiden en zaden).
De roodmus is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roodmus beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roodmus wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal