Geplaatst op 27 november 2014
Voor vogels als de krakeend, kolgans, smient, lepelaar en kleine zwaan is Nederland van levensbelang. Een groot deel van de Europese populatie is van ons land afhankelijk. Veel Nederlandse wateren en wetlands voldoen echter nog niet aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water. De kwaliteit is ondermaats door verstoring, te veel voedingsstoffen en gifstoffen in het water, verdroging of een onnatuurlijke inrichting. Dat eist zijn tol.
Robert Kwak, hoofd afdeling bescherming bij Vogelbescherming is geschrokken van de resultaten: “De Vogelbalans laat duidelijk zien dat het met onze watervogels de laatste tien jaar niet goed gaat. Dat gaat linea recta in tegen het gevoel van veel mensen dat het met watervogels in Nederland best goed gaat. We zien immers steeds meer ganzen en zoveel grote zilverreigers!”
Toch blijkt het niet goed te gaan met de populaties van veel van onze watervogelsoorten. Robert Kwak: “Vooral de afgelopen jaren zien we flink wat soorten in aantal terugvallen. Hoe wij met onze belangrijke watervogelgebieden omgaan is daaraan zeker debet. Denk aan overbevissing in het IJsselmeer, de overmatige mosselvangst op de wadplaten, afkalving van wadplaten in de Oosterschelde en nieuwe risico’s als zoutwinning onder de Waddenzee en de grootschalige plannen voor windmolenparken in onze grote wateren en de Noordzee. Het geeft aan bescherming van watervogels keihard nodig blijft.”
Vogelbescherming zet daarom extra in op bescherming van wetlands en grote wateren als de Delta en de Waddenzee. Robert Kwak: “Met onze WetlandWachten houden we de vinger aan de pols en wijzen de overheden op hun verplichting belangrijke vogelgebieden goed te beheren en beschermen. Maar we proberen ook zelf actief de omstandigheden voor watervogels te verbeteren, door ecologisch duurzaam gebruik te promoten en bijvoorbeeld door ons veelomvattende programma Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen in het waddengebied. Daarbij leggen we actief nieuwe broed- en hoogwatervluchtplaatsen aan en wordt broodnodige rust voor vogels gerealiseerd.”
Er zijn ook een paar lichtpuntjes in de Vogelbalans. Het uitzonderlijk goede ‘muizenjaar’ dat 2014 is, gaf een enorme boost aan muizeneters zoals reigers, torenvalken en andere roofvogels. Nog nooit werden er bijvoorbeeld de afgelopen jaren zoveel velduilen gezien. Ook positief: verbetering van de waterkwaliteit en de daarop volgende terugkeer van waterplanten in de Randmeren laat zien dat natuurherstel goed kan werken. Ook inrichting van nieuwe natuurgebieden, zoals Utopia op Texel en Plan Tureluur in Zeeland werkt en laat positieve resultaten voor vogels zien.
Toch valt dit in het niet met het enorme slagveld op het boerenland. Boerenlandvogels gaan onverminderd hun ondergang tegemoet. Robert Kwak: “Patrijs en veldleeuwerik zijn we al bijna kwijt. Weidevogels als grutto, scholekster en watersnip volgen. Samen met nog heel veel andere soorten denderen ze op het platteland achteruit. De intensieve landbouw en melkveehouderij richt een slachting aan onder de boerenlandvogels. Als we de intensieve landbouw op sommige plekken geen halt toe roepen, zullen we binnen niet al te lange tijd vogelsoorten zien uitsterven in Nederland.”
Vogelbescherming Nederland wil dat uiteraard niet laten gebeuren en heeft daarom de bescherming van de vogels van het boerenland uitgeroepen tot een van de speerpunten. Kwak: “Met onze campagne Red de Rijke Weide vragen we niet alleen aandacht voor het uitsterven van weidevogels, maar bieden we ook een alternatief. We laten met voorbeeldprojecten nu al zien dat het kan.”