Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 10 januari 2022
De vogeltellingen voor de meetnetten van Sovon en het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgevoerd door duizenden vrijwilligers en professionals, zijn buitengewoon belangrijk. Ze geven weer hoe het onze vogels vergaat, zowel broedvogels als overwinteraars. Hiermee wordt het effect zichtbaar van allerlei ontwikkelingen in ons land, van klimaatverandering tot de intensivering van de landbouw. En kan voor een deel ook worden beoordeeld of het natuurbeleid van de overheid werkt – of niet.
In de Vogelbalans 2021 is een graadmeter opgenomen van broedvogels per leefgebied. Deze laat zien dat het het slechtst gaat met de boerenlandvogels. Sinds 1990 zijn ze gemiddeld met de helft in aantal afgenomen, met 2020 als dieptepunt voor de stand van grutto, wulp en tureluur. Maar 2021 lijkt een beter jaar te zijn: door het koude en natte voorjaar werden graslanden laat gemaaid en hadden weidevogels een iets beter broedsucces.
De meeste moerasvogels doen het goed, vooral roerdomp, snor, rietzanger en kleine karekiet staan in de plus. Heel belangrijk bij deze positieve trend is de ontwikkeling van grote, nieuwe moerasgebieden in de laatste decennia.
Bosvogels gaat het over het algemeen voor de wind. Dat komt omdat er vergeleken met dertig jaar geleden meer bos is gekomen in Laag-Nederland en het bos ouder is en meer natuurlijk beheerd wordt. Maar kijk je beter naar de gegevens, dan blijkt stikstof roet in het eten te gooien. In de bossen op de zandgronden met een zeer hoge stikstofdepositie (meer dan 35 kg stikstof per hectare per jaar) nemen bosvogels juist áf, met wel een kwart sinds 1990. Mogelijk leidt teveel stikstof indirect tot afname van de kwaliteit en de kwantiteit van het voedsel. Onderzoek op de Veluwe lijkt dit te bevestigen.
Kustbroedvogels in de Waddenzee en in de Delta zitten in zwaar weer. Van tien soorten kustbroedvogels (waaronder eider, kluut, visdief en noordse stern) wordt in deze regio’s niet alleen het aantal, maar ook het broedsucces bijgehouden. Dat is bij vrijwel alle soorten te laag om de sterfte van oudere vogels te compenseren, waardoor de populaties onder grote druk staan. Veel predatie, begroeid raken van eilandjes, droogte of juist te hoge waterstanden (zomerstormen!) vormen een toenemende bedreiging voor deze groep, waar veel soorten van de Rode Lijst bij zitten.
In de Vogelbalans 2021 wordt uitgebreid ingezoomd op roofvogels. Daarvan hebben we er maar liefst 5 soorten als broedvogel bijgekregen, waaronder zeearend, visarend, zwarte wouw en steppekiekendief. In de laatste jaren broedden er in totaal 15 soorten roofvogels in Nederland! Buizerd, havik en sperwer, maar ook bruine kiekendief zijn sinds de jaren zestig uit een diep dal geklommen en zijn nu algemeen te noemen. Dit is verheugend en voor een groot deel toe te schrijven aan betere bescherming.
Maar de toename geldt niet voor alle soorten: boomvalk en torenvalk nemen al sinds de jaren tachtig, negentig af in aantal. Daarnaast zijn sperwer als bruine kiekendief over hun hoogtepunt heen en zijn beide soorten sinds 2000 afgenomen. De Vogelbalans gaat in op de oorzaken van de verschillende trends. Dat zijn er vele; heel treurig is wel dat vervolging, door vergiftiging, afschot en verstoring van nesten roofvogels nog steeds parten speelt, en niet iets is uit een ver verleden.
Bekijk de Vogelbalans 2021 digitaal
Bron: Diek, H. van, R. Foppen, A. de Jong, M. Kavelaars & C. van Turnhout. 2021. Vogelbalans 2021. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Waar hoor je nog het heldere 'grutto, grutto’? De vogels van het boerenland hebben onze hulp nodig, vóór de allerlaatste vogel of bloem verdwenen is. Onze inzet: meer natuurrijk boerenland.
De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.