Eurasian Teal, Anas crecca - Eenden (Anatidae)
Rode lijst
Wintertalingen zijn kleine eenden die vooral in open gebieden met een moerassig karakter leven. Met de kop onder water verzamelen ze kleine waterdieren en plantaardig materiaal. In de winter verblijven wintertalingen in grote groepen in ons land. Als broedvogel gaat het de soort niet voor de wind; de aantallen namen af ten gevolge van verdroging en veranderingen in de leefgebieden.
Kleinste eend. Mannetje valt op door kastanjebruine kop en donkergroene vlek rond het oog, die doorloopt tot het achterhoofd. Het lichaam is grijs met een horizontale witte streep en een gespikkelde borst. De staart is zwart met gele zijden. Vrouwtje lijkt op vrouw zomertaling, maar de spiegel is glanzend groen.
Mannetje baltst met hoge fluittoontjes. Vrouwtje kwaakt hoog en schel.
34-38 cm, spanwijdte 58-64 cm
Broedt op de grond, goed verscholen in de vegetatie. Broedt van midden april tot juli en heeft dan doorgaans één legsel van vijf tot zestien eieren. Bij verlies van het eerste legsel kan een vervangend legsel worden gestart.
De wintertaling geeft de voorkeur aan ondiepe, rustige, waterrijke gebieden met een welige begroeiing van de oevers, zoals kleine zoetwatermeren en langzaam stromende rivieren. Tijdens de winterperiode blijft de wintertaling trouw aan hetzelfde habitat, alleen wijkt hij dan ook weleens uit naar de kustgebieden. Ook daar zoekt hij plekken met voldoende begroeiing op, zoals getijdekreken en de rivierdelta. Veel in natte uiterwaarden en ondergelopen graslanden.
Wintertalingen zoeken hun voedsel door het wateroppervlak te filteren en door te grondelen. Gedurende het broedseizoen heeft deze eendensoort een voorkeur voor dierlijk materiaal, zoals wormen, insecten en kreeftachtigen. In de winter worden vooral zaden van waterplanten, grassen en landbouwgewassen gegeten.
Noordelijke populaties trekken ver, terwijl zuidelijker populaties het hele jaar op dezelfde plek blijven of over kleine afstand trekken. In oktober trekt de wintertaling richting Middellandse zee en midden- en oostelijk Afrika. Eind februari wordt met de tocht terug naar het noorden van Europa begonnen.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in groot aantal
De aantallen wintertalingen in ons land verschillen sterk per jaar, afhankelijk van het winterweer, maar ook de geschiktheid van verblijf- en foerageergebieden. Neemt vanaf 1990 als broedvogel af, met minder dan 5 % per jaar.
Aantal broedparen | 1100-1350 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 70.800-100.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 100.000-140.000, okt-nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De Waddeneilanden zijn wintertalinggebied bij uitstek. 's Winters zijn wintertalingen soms in zeer grote groepen op open water te vinden.
De wintertaling is in het holarctisch gebied een algemene broedvogel. Vooral het merenland Finland herbergt enorme aantallen wintertalingen, gevolgd door Zweden en Noorwegen. De soort komt ook zeer veel in Rusland voor.
Het verlies van geschikt habitat door ontbossing en de verandering van landgebruik heeft een negatieve invloed op de populatie wintertalingen. Ook door loodvergiftiging en de jacht komen vogels om het leven. Ten slotte is deze soort zeer verstoringsgevoelig.
De wintertaling staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming pleit bij terreinbeheerders voor vernatting op de hoge gronden. Dat blijkt veelal een goede maatregel om het deze vogel naar de zin te maken. In het agrarisch gebied zet Vogelbescherming zich in voor een meer natuurlijke landbouw, onder meer via de campagne Red de Boerenlandvogels en het netwerk boerenlandvogelboeren. Verhoging van het waterpeil en het creëren van moerasachtige oevers zijn hier essentieel, net als waterkwaliteit waardoor wintertalingen voldoende voedsel kunnen vinden.
Terreinbeheerders kunnen voor voldoende vernatting zorgen in natuurgebieden op de hoge gronden. Broedhabitat kan verbeterd worden door de aanleg en instandhouding van ondiepe wateren met moerassige oevers. Dat helpt de wintertaling veelal. In het agrarisch gebied gaat het om een hoog waterpeil, een betere waterkwaliteit en meer natuurlijke slootkanten. Dat vraagt grotendeels om een ander soort landbouw in Nederland. Zo'n aanpak is schaars, maar bijvoorbeeld te zien bij de boeren van het weidevogelboerennetwerk van Vogelbescherming. Watersport en recreatie in 'wintertalinggebied' hebben onherroepelijk hun weerslag op de soort die verstoringsgevoelig is. Handhaving is daarin erg belangrijk.
Vernattingsmaatregelen worden soms, maar niet altijd, gevolgd door populatieherstel.
De wintertaling is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn wintertalingen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de wintertaling wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door wintertalingen worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Biesbosch, het IJsselmeer en Zwarte meer. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal