Sand Martin, Riparia riparia - Zwaluwen (Hirundinidae)
Oeverzwaluwen zijn kenmerkende vogels van open terreinen met zoet water (bijvoorbeeld rivieren). Het broedgebied moet aan twee belangrijke voorwaarden voldoen: er moet een kale zandige of lemige steilwand zijn (waarin de nestholen uitgegraven kunnen worden) en er moeten flink wat muggen of andere insecten rondvliegen. De winter brengen zij door in Afrika.
De bovendelen zijn bruin, maar heeft witte onderdelen met een duidelijke bruine borstband. De onderzijde van de vleugels is vrij donker en de staart is ondiep gevorkt. Graaft nestgang in zandige steilwand.
Raspende roep en zang
12-13 cm
Vanaf eind mei worden 4-5 eieren gelegd. Broedduur: 14-17 dagen. Meestal is er nog een tweede legsel, maar vaak in een andere kolonie. Broedt in kolonieverband in zelf gegraven gangen in steile wanden (natuurlijke oevers, afgravingen en zanddepots). Omdat kolonieplaatsen vaak tijdelijk van aard zijn, zijn kolonies niet plaatstrouw. De jongen zitten 20-24 dagen op het nest voor ze uitvliegen.
De oeverzwaluw komt voor in gebieden met grote open wateren en rivieren, waarlangs steilranden zijn om de nestgangen (tot wel 120 cm diep) te graven. Maar zij broeden ook in steilranden die door mensen zijn gemaakt, zoals afgravingen en zanddepots op bouwlocaties. Voordat zij vertrekken naar de overwinteringsgebieden gebruiken zij vaak grote rietvelden als slaapplaats.
Op het menu staan vooral uit boven het water vliegende insecten, die in volle vlucht en laag boven het water worden gevangen.
Overwintering vindt plaats in de Sahel-regio. Van juli tot in oktober trekken ze in (soms zeer grote) groepen naar het zuiden. De eerste oeverzwaluwen verschijnen in maart al in ons land, maar de grootste aantallen keren van eind maart tot in juni terug.
talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in vrij klein aantal
Het aantal in ons land broedende oeverzwaluwen varieert enorm. De grote verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de omstandigheden in de Sahel (lage overlevingskans bij extreme droogte aldaar) en de beschikbaarheid van steilwanden in Nederland door graaf- en bouwactiviteiten.
Aantal broedparen | 27.500-36.500 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Zandafgravingen. Zwermt vaak in groepen enkele dagen boven een potentiële kolonieplaats voordat de plaats bezet wordt.
De oeverzwaluw komt in heel Europa als broedvogel voor, uitgezonderd IJsland.
De Nederlandse oeverzwaluwen broedden van origine vooral in rivier- en beekoevers en stuivend duin. Met de vastlegging van deze van nature zeer dynamische gebieden verdwenen de voor de soort geschikte oeverwallen, waardoor het broedbestand flink afnam. Een deel van de vogels vestigde zich vervolgens in door mensenhand geschapen 'oeverwallen'. Deze broedplaatsen brengen voor de vogels nogal wat risico's met zich mee, doordat ze gevoelig zijn voor verstoring door goed- dan wel kwaadwillende mensen.
Vogelbescherming heeft verschillende initiatieven ondersteund om broedgelegenheid voor zwaluwen in Nederland te vergroten. Voor oeverzwaluwen gaat het dan om speciale oeverzwaluwwanden. Daarvan is ook een instructievideo gemaakt.
Leg een oeverzwaluwwand aan in de directe omgeving van water:
Hiervoor kunnen natuurlijke zandhopen worden gebruikt, maar je kunt ook een kunstmatige oeverzwaluwwand aanleggen. Neem bij vragen gerust contact op met een Stadsvogeladviseur van Vogelbescherming Nederland of een plaatselijke Vogelwerkgroep. Zij geven je graag deskundig advies.
De oeverzwaluw is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn oeverzwaluwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de oeverzwaluw wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van oeverzwaluwen zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Twee natuurgebieden die door oeverzwaluwen worden gebruikt als broedgebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Maasduinen en Rijntakken. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal