Northern Fulmar, Fulmarus glacialis - Stormvogels (Procellariidae)
Vogel van open zee, aan de kust te zien bij stevige, aanlandige wind. Dat aantal kan oplopen tot duizenden in de periode september-december. Vliegt met stijve vleugelslagen, kantelend, vaak laag boven de golven. Komen alleen aan land om te broeden.
Overwegend grijswitte zeevogel, met weinig contrast maar tamelijk opvallende lichte vlekken op bovenvleugel. Dik lichaam met stierennek, korte snavel. Smalle, rechtgehouden vleugels. Stijve vleugelslagen, vliegt vaak kantelend en keilend laag boven zee.
Laag, schor gekakel en gesnurk in de kolonie.
43-52 cm, spanwijdte 102–112 cm
Koloniebroeder. Broedt op richels, ook wel in holen en rotsspleten. Bouwt geen nest. Eén legsel, één ei. Broedtijd mei-september. Broedperiode gem. 49 dagen. Jongen vliegvlug na 46-53 dagen.
Open zee in arctische, subarctische en gematigde zone; in Nederland in ondiep kustwater, alleen bij stevige aanlandige wind. Mijdt warmere wateren. Broedt vooral op steile kliffen aan zee (liefst op eilanden), maar soms ook ver in het binnenland op berghellingen en in lager gelegen, open (gras)land. Soms aan gebouwen.
Vooral vis (zoals lodde, wijting, kever, zandspiering) maar ook inktvis, zoöplankton (vooral vlokreeften), kwallen, visafval en aas. Voedselsamenstelling zeer divers, hangt sterk af van locatie.
Vogels in noordelijke broedgebieden trekken zuidwaarts bij dichtvriezen van de zee. Overwintert in Atlantische Oceaan en Noordzee, mijdt (sub-)tropische wateren. Jongen trekken verder dan volwassen vogels. Kan ook in de broedtijd duizenden kilometers trekken. Bij ons vooral in september-november op trek te zien.
doortrekker en wintergast in groot aantal
In de laatste twee eeuwen sterk toegenomen. Maar sinds de jaren tachtig zijn de aantallen broedvogels in Europa met meer dan 40% afgenomen.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Langs de hele kust te zien bij stevige, aanlandige wind. Vooral in de herfst; september is de beste maand.
Broedt aan de kusten van Ierland, Groot-Brittannië, IJsland, Faeröer en Noorwegen en Spitsbergen, maar ook in Bretagne, Normandië en op Helgoland en de westkust van Noorwegen.
In verleden veel bejaagd als voedselbon. In sommige kolonies veel predatie door vossen, ratten, muizen e.d. Kwetsbaar voor olievervuiling. Veel sterfte door eten van afval op zee (vooral plastic) en door bijvangst in de visserij. Massale sterfte in de Noordzee in 2004 geweten aan meerdere oorzaken (voedselgebrek, langdurig slecht weer, hoog niveau van verontreinigde stoffen in lichaam).
Plastic afval is een bedreiging voor noordse stormvogels. Zij zien het aan voor voedsel. Laat daarom geen ballonnen op!
De noordse stormvogel is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn noordse stormvogels beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de noordse stormvogel wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal