Little bunting, Emberiza pusilla - Gorzen (Emberizidae)
Een zeldzame gors, die lijkt op een rietgors. Maar hij is kleiner en heeft prachtig vosbruine, met zwart omzoomde wangen, waarin de witte oogring mooi afsteekt. Wordt sinds de jaren '70 steeds vaker waargenomen in Nederland. Enerzijds omdat de determinatiekennis is toegenomen, maar waarschijnlijk ook door uitbreiding van het Noordoost-Europese broedgebied.
Een kleine, 'tikkende' gors. Lijkt sterk op vrouw rietgors, maar verschilt onder meer door de typische tikkende roep. Daarnaast heeft de dwerggors mooie vosbruine, met vaak een beige-gele vlek aan de achterkant van de oorstreek. Die oorstreek wordt aan de achterkant en onderkant omgeven door een soort zwarte 'haak', als een opengeklapt nietje. Verder opvallend is de witte oogring, die mooi afsteekt tegen het bruin van de wangen. Ook de roodbruine middenkruinstreep is typisch voor dwerggors. Net als de vrijwel altijd roze poten. Snavel is grijs tot (in de zomer) zwart; bovensnavel is recht. Meestal twee duidelijke lichte vleugelstrepen.
Dwerggorzen roepen een, scherp en hoog "tik!" Een geluid dat vogelaars meteen alarmeert, omdat het erg veel lijkt op de roep van de eveneens zeldzame bosgors. Zang is een rustig herhaald, rollend maar vrij melodieus "Djudjudju thjuSRRRIEE djumdjum"
12-13,5 cm, spanwijdte 20-22 cm
Pas relatief laat – tussen begin juni en juli – begint het broedseizoen van de dwerggors. Het nest wordt volledig gebouwd door de vrouw en bestaat uit gras, mos, takjes en haar. De nestkom wordt gevoerd met dun gras, haar en korstmossen. Meestal wordt het nest op de grond gebouwd, verborgen in graspollen. Heel soms laag in een boom, of in een boomstronk. Dwerggorzen leggen 4-6 eieren, die door beide oudervogels bebroed worden. Na 11-12 dagen komen de eieren uit en de jongen verlaten binnen 6-8 dagen het nest. Op dat moment zijn ze nog niet vliegvlug. Ze worden nog door beide ouders gevoerd en pas na 3-5 dagen kunnen ze daadwerkelijk vliegen.
Heeft een enorm uitgestrekt broedgebied: van Noordoost-Scandinavië helemaal naar het oosten tot aan de Pacifische kust van Rusland. Broedt voornamelijk in vochtige, open taigabossen, met wilgen, dwergberk en els. Maar ook in open toendragebieden met hier en daar wat bosjes. Heeft voorkeur voor rivierdalen waarin wilgen prominent aanwezig zijn. Houdt zich in de winter op in verschillende open of half open biotopen. Van bosranden tot stoppelvelden en van struikgewas langs wegen en moerassen tot tuinen en boomgaarden. Brengt doorgaans veel tijd op de grond door.
Dwerggorzen foerageren voornamelijk op de grond, of laag in struiken of bomen. Ze eten voornamelijk ongewervelden, zoals eendagsvliegen, nachtvlinders en hun rupsen en spinnen. Maar ook bosbessen en kleine zaden. Eet in de winter vaak zaden van grassen, zeggen en granen, maar eet ook dan vrij veel ongewervelden. Foerageert vaak in groepen van andere zaadeters, zoals rietgorzen.
Overwintert in Zuidoost-Azië van Noordoost-India, Myanmar en Noord-Thailand oost tot het oosten van China en Taiwan. Sommige dwerggorzen beginnen al eind juli aan de najaarstrek. Half september zijn de meeste wel vertrokken. Dit is ook de tijd dat de eerste ‘verdwaalde’ dwerggorzen opduiken in West-Europa. Oktober is de beste maand om dwergorzen ‘bij ons’ te zien, maar het gebeurt geregeld dat ze hier overwinteren. Op zijn laatst begin mei zijn ook deze exemplaren weer naar hun broedgebieden vertrokken. Dwerggorzen trekken doorgaans alleen, soms met enkele exemplaren. Op trektelposten in Nederland worden ze met enige regelmaat op geluid opgepikt.
Wordt sinds de jaren '70 steeds vaker waargenomen in Nederland. Enerzijds omdat de determinatiekennis is toegenomen, maar waarschijnlijk ook door westelijke uitbreiding van het Noordoost-Europese broedgebied. Hoewel de aantallen per jaar sterk kunnen verschillen, worden er tegenwoordig tientallen dwerggorzen per jaar gezien en gehoord in Nederland. Voor het overgrote deel in de kuststreek, maar dwerggorzen zijn inmiddels in alle provincies waargenomen.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1-5 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Het overgrote deel van de dwerggorzen in Nederland wordt in de kuststreek waargenomen. Trektelpost De Nolle bij Vlissingen of het Gorzenpaadje op Terschelling hebben bijvoorbeeld een naam hoog te houden. Maar ook goed speuren naar op de grond scharrelende zaadeters op de Maasvlakte kan in september en oktober succes opleveren.
Lokaal erg algemene soort. Een van de meestvoorkomende soorten in het noordelijkste deel van de taigazone. Aantal broedparen in het Europese broedareaal wordt geschat tussen de 5 en 8 miljoen. Dwerggorzen dwalen in het najaar af naar vrijwel alle landen in Europa, bijvoorbeeld naar Nederland. Maar ook naar Engeland, waar er tegenwoordig jaarlijks enkele tientallen worden gezien.
Deze soort geldt als wereldwijd niet bedreigd.
Vogelbescherming zet zich in voor een algehele verbetering van de natuurkwaliteit in Nederland. Daar profiteren ook dwaalgasten van.
Verstoor geen dwaalgasten en respecteer de aanwijzingen van terreinbeheerders. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk kunnen belangrijk bijdragen aan een basiskwaliteit natuur in Nederland, waardoor het voor vogels aantrekkelijker wordt om in Nederland te verblijven.
De dwerggors is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn dwerggorzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de dwerggors wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal