Arctic Tern, Sterna paradisaea - Sterns (Sternidae)
Rode lijst
De noordse stern broedt vooral in arctische streken en overwintert in het zuidpoolgebied, vijftien- tot twintigduizend kilometer vliegen van de broedplaats. En in het voorjaar leggen ze die afstand nog een keer af. Per jaar vliegt een noordse stern (alleen al op trek) de wereld rond. Daarmee zijn ze als de kampioenen onder de trekvogels. Nederland ligt aan de zuidgrens van het Europese broedgebied.
Lijkt sterk op visdief maar is te herkennen aan een aantal kenmerken. De snavel heeft meestal geen zwarte punt en z'n pootjes zijn wat korter. Verder is de kop, snavel en hals iets korter, en de staart juist wat langer; langer dan de vleugels. De noordse stern is ook wat grijzer van onderen. Verder zijn de vleugels iets smaller. Van onder gezien zijn alle handpennen doorschijnend. Bij de visdief alleen de binnenste handpennen. Duikt getrapt biddend in het water. Juveniele vogels in vlucht het best te onderscheiden aan witte driehoek op achtervleugel.
Hoger en pittiger dan dat van visdief
33-36 cm, spanwijdte 76-85 cm
Koloniebroeder, vaak met visdief en kokmeeuw. Broedt vanaf eind april-juni. Heeft één legsel in een ondiep kuiltje van 2-3 eieren, meestal 2. Broedduur 22-27 dagen. Jongen vliegvlug na 21-24 dagen.
Natuurlijk broedbiotoop wordt gevormd door pionierlandschappen, vooral zandige eilanden en droge schelpenbanken die incidenteel overstromen in het broedseizoen. In de vestigingsperiode prefereren noordse sterns relatief schaarsbegroeide broedlocaties. De noordse stern heeft een sterke voorkeur voor het broeden op kleine eilanden of schiereilanden. Broedlocaties dienen vrij te zijn van frequente aanwezigheid van mensen en roofdieren (ratten, vossen). Broedt vaak in nabijheid van visdieven. In de Delta broeden noordse sterns vaak binnendijks. Noordse sterns duiken naar kleine vissen en garnalen nabij de kust, in geulen en estuaria, maar ook verder van de kust, op de Waddenzee en de Noordzee. Na de broedtijd wordt de noordse stern een echte zeevogel.
Noordse sterns eten zoutwatervis (haring, zandspiering, sprot en stekelbaars) in grootte variërend tussen 2 en 15 cm. Visbroed, zoals jonge haring is daarin van belang. De noordse stern eet ook garnalen en kleine krabben; in vergelijking met visdief vormen deze prooien een groter aandeel van het menu.
Trekt na de broedtijd de Noordzee en de Atlantische Oceaan op. Ver van de kust via foerageergebieden trekt de noordse stern over de Atlantische Oceaan naar het zuidelijk halfrond. Een deel rondt Kaap de Goede Hoop, en vliegt de Indische Oceaan op en later naar Antarctica. Een gezenderde Nederlandse noordse stern is in het bezit van het trekrecord van alle vogels: 90.000 kilometer in 1 jaar tijd. De terugtrek verloopt sneller en via een directere route. Eind april en in de eerste helft van mei zijn er doortrekkers in Nederland te zien van vogels die broeden in noordelijke streken. Broedvogels keren half april in Nederland weer terug.
In de jaren zestig vond een inzinking plaatst door waterverontreiniging. Daarna ging het weer beter. Sinds de jaren tachtig schommelden de aantallen jaarlijks tussen de 1000 en 2000 paar, maar vanaf het midden van de jaren '90 namen de aantallen in het gehele (internationale) Waddengebied toe. Na de eeuwwisseling nam de noordse stern weer af. Nederland ligt aan de uiterste zuidgrens van het broedgebied. De grote jaarlijkse aantalsverschillen worden daardoor ten dele verklaard. Overbevissing is een groot probleem voor de noordse sterns.
Aantal broedparen | 685-710 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 0-0 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 460-10.600, aug,apr (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Tijdens de trek langs de hele kust waar te nemen.
De noordse stern is een echte arctische vogelsoort, die dan ook vooral te vinden is in noordelijke kuststreken. IJsland is een zeer belangrijk land voor deze soort, net als Schotland en Scandinavië. Zuidelijker dan Nederland wordt de noordse stern als broedvogel niet aangetroffen.
De noordse stern staat sinds 2017 op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'bedreigd'.
De noordse stern heeft sterk te lijden gehad van de ineenstorting van de populatie in de jaren zestig, als gevolg van giflozing. De aantallen in Nederland schommelen, vanwege de ligging aan de periferie van het verspreidingsgebied, door overloop van broedparen uit het buitenland. Het broedsucces van de noordse stern is al jarenlang te laag om een populatie in stand te houden. Stormvloeden zijn een belangrijke oorzaak van het mislukken van nesten. Het aantal hoge vloeden in het broedseizoen is recent toegenomen, vermoedelijk door klimaatverandering.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren.
Vogelbescherming zet zich op vele manieren in voor duurzame visserij, zodat noordse sterns bij ons nog iets te eten vinden. Hard nodig gezien het bereikte historische dieptepunt. Daarnaast is Vogelbescherming betrokken bij het aanleggen van geschikt broedhabitat voor noordse sterns, onder meer met steun van het Waddenfonds en de Stern Groep.
Belangrijk voor de noordse stern is het vergroten van kustdynamiek. Daardoor ontstaan pionierbiotopen in het Waddengebied en vindt de soort weer meer broedplekken. De noordse stern kan meeliften op maatregelen voor visdief, zoals het aanleggen van veilige broedeilanden nabij goede voedselgebieden en het lokaal afrasteren van bestaande kolonies om predatie te voorkomen.
Verder moeten kolonies tegen recreanten worden beschermd, ook in de vestigingsfase. Een aantal belangrijke broedplaatsen in het Waddengebied is goed beschermd (Griend, Rottumerplaat), maar de broedplaatsen langs de Friese kust hebben te lijden onder verstoring. Naast het beschermen van de broedplaatsen is het belangrijk dat er voldoende voedsel voor de noordse stern te vinden is. Daarvoor moet de visserij in onze streken verder verduurzamen.
De noordse stern is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn noordse sterns beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de noordse stern wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van noordse sterns zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies zijn nesten van noordse sterns het gehele jaar beschermd, omdat zij als koloniebroeders elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.
Drie natuurgebieden die door noordse sterns worden gebruikt als broedgebied, foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Oosterschelde, het Lauwersmeer en de Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal