Thrush Nightingale, Luscinia luscinia - Vliegenvangers (Muscicapidae)
De noordse nachtegaal neemt in Noordoost-Europa de plaats in van de nachtegaal. De zang is ook zeer explosief met grote uithalen. In sommige jaren met gunstige oostenwinden raakt er een noordse nachtegaal tot in Nederland verdwaald.
Als nachtegaal, maar donkerder, meer aardbruin van kleur en met zwakke vlekjes op de borst. Onopvallende vogel die zich hoofdzakelijk in de dichte begroeiing ophoudt en zich zelden laat zien. Zingt zeer luid, vaak 's nachts. Overwegend grijsbruin van boven met vage vlekken op de lichte buik. Staart roodbruinig.
Zang zeer luid, trager dan nachtegaal, lijsterachtig, met kenmerkende klokkende geluiden en harde ratels. Het bekende crescendo van de nachtegaal ontbreekt. Roep een ijl "hiep" (op één toonhoogte) en een ratelend droog "errr".
16-17 cm
Broedt vanaf midden mei-begin juli. Heeft één legsel per jaar van 4-6 eieren. Broedduur 13 dagen. Los komvormig nest van blaadjes en grasjes bekleed met onder andere haar op de grond, verscholen tussen dode takken, bladerenhopen of wortels. Na 10 dagen jongen vliegvlug. Daarna nog 2-3 weken afhankelijk van de ouders.
De noordse nachtegaal houdt van dichte schaduwrijke struikvegetaties, bosschages, struwelen en weelderig begroeide tuinen, vaak in de buurt van water.
Insecten (onder meer kevers) en andere geleedpotigen (spinnen, duizendpoten), ook slakjes. In de herfst ook wel bessen. Foerageert op de grond onder struiken.
Lange-afstandstrekker. Overwintert in Oost-Afrika, ten zuiden van Tanzania en zuidelijker (Zimbabwe, Zambia, Mozambique tot de noordpunt van Zuid-Afrika). Maakt tussenstop in Ethiopië in najaar, maar neemt (waarschijnlijk) andere route in voorjaar. Voorjaarstrek gedocumenteerd in Kenia van eind maart tot half april. Terugkeer in broedgebied van begin mei tot begin juni.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in groot aantal
Het aantal waarnemingen van doortrekkers in Nederland laat een licht stijgende lijn zien, wat hoogstwaarschijnlijk te danken is aan een stijgend aantal waarnemers. Hierdoor is de soort niet meer zeldzaam genoeg om door de CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) beoordeeld te worden (>2 gevallen per jaar). Internationale populatie is stabiel. Er is één geslaagd broedgeval bekend (Flevoland, 1995).
Aantal broedparen | 0-1 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | aantal onbekend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Deze zeldzame soort is soms te vinden in moerasbossen, in mei-juni. Wordt ontdekt door de luide, kenmerkende zang.
Tegenhanger van nachtegaal in noordoostelijke helft van Europa. In Oost-en Noordoost-Europa, van Denemarken en Noord-Duitsland westelijk, halverwege Finland noordelijk en Roemenië zuidelijk verder oostelijk tot ver in Rusland.
De noordse nachtegaal geldt wereldwijd niet als bedreigd.
De noordse nachtegaal is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn noordse nachtegalen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de noordse nachtegaal wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal