Curlew Sandpiper, Calidris ferruginea - Strandlopers (Scolopacidae)
De krombekstrandloper is een steltloper van Noord-Siberische toendra's. Hij is een stuk zeldzamer dan de verwante bonte strandloper, de meeste trekken oostelijk van ons land door. Het aantal dat wel doortrekt, schommelt sterk van jaar tot jaar. In jaren met weinig lemmingen op de toendra schakelen poolvossen over op eieren en jongen van steltlopers en komen er weinig jongen groot.
Als bonte strandloper, maar met langere poten en een vrij lange snavel die naar beneden loopt. In alle kleden herkenbaar aan de witte stuit. In zomerkleed prachtig diep roodbruin gekleurd. Jongen hebben een kenmerkende geelachtige zweem op de borst.
Lager en rinkelender dan bonte strandloper.
18-23 cm, spanwijdte 38-41 cm
Bij aankomst in de broedgebieden gaan de vogels zodra de sneeuw smelt baltsen, paren vormen en territoria bezetten. Nest een kuiltje in de grond, spaarzaam bekleed. Legtijd juni-juli. Eén broedsel, 3-4 eieren. Vrouwtje broedt alleen, broedduur 19-20 dagen. Nestvlieders, vliegvlug na 14-16 dagen. Alleen het vrouwtje verzorgt de jongen.
Op trek vooral op wadplaten, spaarzaam ook op slik en in zeer ondiep zoet water in het binnenland (bollenvelden). Broedt op de hoogarctische toendra, in laagland en langs kusten, graag vlakbij poeltjes.
Buiten de broedtijd vooral wormen, schelpdieren, kreeftachtigen, geleedpotigen en insecten, soms zaden. Verzamelt voedsel in de bovenlaag van wad en slik. In de broedtijd veel insecten en hun larven, vooral tweevleugeligen en kevers. Foerageert door te pikken en te prikken met de snavel, is tast- en oogjager.
Verlaat vanaf begin juli de broedgebieden compleet. Oost-Atlantische trekroute vanuit het uiterste noorden van Centraal-Siberië via de Waddenzee naar West-Afrika. In het voorjaar (april-mei) trekken de vogels van daar via een meer oostelijke route terug naar hun broedgebieden. Dag- en nachttrekker.
doortrekker in klein aantal
Aantallen schommelen sterk van jaar tot jaar.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 0-1 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 780-2800, jul-aug (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Overal een schaarse tot zeldzame doortrekker, maar tijdens de najaarstrek korte tijd talrijk in de Waddenzee bij de Friese kust. Bij Westhoek zijn in juli duizenden krombekstrandlopers te zien. Jonge vogels komen later in het najaar en worden vaak op de bollenvelden in de Kop van Noord-Holland gezien.
Broedt in arctisch Midden- en Noord-Siberië. Broedt niet in Europa.
Gevoelig voor inpoldering en aftakeling van intergetijdengebieden, waar de soort zeer geconcentreerd voorkomt buiten de broedtijd.
Vogelbescherming zet zich al lange tijd in voor bescherming van de Waddenzee (stopzetten en verduurzaming schelpdiervisserij, Rust voor vogels, Ruimte voor Mensen). In samenwerking met BirdLife Inernationaal werken wij ook aan de bescherming van de trekwegen (flyways) van veel vogelsoorten.
Kom niet te dicht bij foeragerende en vooral ook rustende krombekstrandlopers. Ze kunnen hun energie goed gebruiken.
De krombekstrandloper is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn krombekstrandlopers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de krombekstrandloper wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er is slechts één natuurgebied voor krombekstrandlopers als belangrijk foerageergebied en slaapplaats aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Waddenzee. Voor dit gebied gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. Het betreffende gebied is te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal