Common Pheasant, Phasianus colchicus - Hoenders (Phasianidae)
Fazanten zijn prachtig gekleurde vogels - althans, de mannetjes. De vrouwtjes zijn bijzonder goed gecamoufleerd. De fazant komt van nature voor in Europa, maar niet in de West-Europese landen. Het gebied tussen Georgië, Armenië, Azerbeidzjan en van Vietnam tot in Noord-Korea vormt het oorspronkelijke leefgebied van de fazant. De Romeinen waardeerden de fazant om zijn vlees en zorgden ervoor dat de soort zich over grote delen van Europa verspreidde. De groei van het Europese fazantenbestand vond later plaats. Vooral ten behoeve van de plezierjacht werden vanaf de 18e eeuw grote aantallen fazanten gefokt en losgelaten. Dit is in Nederland verboden, maar gebeurt illegaal nog wel. De fazant komt van nature voor in laaglandbossen, waar hij is gespecialiseerd in het vangen van insecten, hagedissen en soms muizen, zaden en aas op de bosbodem. De in Nederland voorkomende fazant is een mix van verschillende ondersoorten en varianten die in het Aziatische broedgebied voorkomen.
De mannetjes zijn onmiskenbare grote, statige hoenders. Naast de opvallende kop hebben mannetjes een lange gebandeerde staart en een bruin lichaam met donkere vlekken en schubben. Vrouwtjes kunnen met andere soorten worden verward. Zij hebben ook een lange staart en zijn geheel bruin met donkere vlekken. Fazanten vliegen vaak op het laatste moment op met een rauwe kreet bij een naderend persoon.
Haan roept luid "Kok-ok-ok!" en fladdert daarbij met de vleugels. Daarnaast nog diverse zachte, kipachtige geluiden door beide geslachten.
53-89 cm, spanwijdte 70-90 cm
Fazanten hebben een lang broedseizoen, van maart tot en met juni. De vogels leven in een haremstructuur, waarbij een mannetje vaak meerdere vrouwtjes bevrucht. Het nest wordt goed verscholen gemaakt. Eén legsel met 10 tot 14 eieren. Broedduur 22 - 27 dagen. De goed gecamoufleerde vrouwtjes broeden de eieren uit. De jongen verlaten meteen na uitkomen het nest en volgen het vrouwtje en de andere jongen. Wel zoeken ze meteen hun eigen voedsel.
Fazanten kunnen in uiteenlopende leefgebieden voorkomen. In Europa geven fazanten de voorkeur aan een afwisseling van ruigte met open (gras)land en akkers. Fazanten mijden dichte bossen. De vogels hebben een grote voorkeur voor gebieden met voldoende reliëf (zoals de duinen).
In het oorspronkelijke leefgebied eten fazanten vooral plantaardig voedsel: vruchten, bessen, gras en knoppen. In het voorjaar ook wel insecten. In cultuurland profiteren fazanten van landbouwgewassen (vooral granen) en oogstresten. In West-Europa, waar fazanten voor jacht zijn geïntroduceerd, blijken fazanten veel opportunistischer te zijn. Ze eten 'wat ze pakken kunnen' en zijn minder selectief dan in het oorspronkelijke leefgebied. Fazanten zoeken hun voedsel vooral rond zonsopkomst en zonsondergang.
Fazanten in Europa zijn standvogels en blijven jaarrond in het broedgebied. Wel vormen zich in de winter soms grotere groepen. In het oorspronkelijke leefgebied komen wél trekbewegingen voor. Bij strenge vorst trekken met name mannelijke vogels weg naar het zuiden. Maar ook hierop zijn uitzonderingen: fazanten in Mongolië zijn, ondanks temperaturen van minder dan -40C, volledige standvogels.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
Fazanten komen oorspronkelijk niet in West-Europa voor. Fazanten werden de afgelopen eeuwen voortdurend gefokt en uitgezet voor de jacht. Ook werd er massaal bijgevoerd. Hierdoor was de populatie veel groter dan de natuurlijke draagkracht. Sinds 1978 werd het fokken en uitzetten afgebouwd - hoewel het nog altijd illegaal gebeurt. De aantallen nemen sindsdien geleidelijk af.
Aantal broedparen | 21.000-26.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 50.000-100.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In de duinen zijn fazanten bijna niet te missen. Ook in Zeeland en de provincie Groningen zijn de aantallen nog altijd bovengemiddeld hoog.
Het huidige verspreidingsgebied van de fazant omvat vrijwel geheel Europa. Alleen op het Iberisch Schiereiland - dus ten zuiden van de Pyreneeën - , in de noordelijke Baltische Staten en het noorden van Fenno-Scandinavië komt de fazant slechts zeer sporadisch voor.
De fazantenstand is altijd direct beïnvloed geweest door de mens. Toenames zijn het gevolg van uitzetten, bijvoederen en het afschieten van predatoren. Afnames zijn meestal het gevolg van jachtpartijen, het stopzetten van bijvoeren of het verbieden van het bejagen van vossen.
De lijst met vrij bejaagbare soorten is met de nieuwe Omgevingswet niet uitgebreid, maar blijft helaas nog wel bestaan voor vijf soorten (wilde eend, houtduif, fazant, haas en konijn). Vogelbescherming blijft zich inzetten tegen de jacht op deze soorten.
Afzien van plezierjacht.
De fazant is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn fazanten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de fazant wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De fazant is aangewezen als soort die onder strikte voorwaarden mag worden bejaagd door jachtgerechtigden gedurende bepaalde periodes van het jaar (fazantenhaan van 15 oktober tot en met 31 januari; fazantenhen van 15 oktober tot en met 31 december).
De fazant is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal