Door
Willem Honingh
Extensieve melkveehouder
“Ik ben altijd bij mezelf gebleven. Ik boer op de maat van mijn vader en overgrootvader. Het enige wat ik wel eens heb geleend is een ringsleutel van mijn buurman. Hoewel ik ten opzichte van die buurman maar heel weinig koeien heb, heb ik het toch kunnen rooien. Mijn twee kinderen konden studeren. Daar ben ik beretrots op. Of zij het bedrijf voortzetten, vind ik niet zo belangrijk.”
Ik ben een weidevogelboer
Aantal hectaren: 18
11
Willem is bijna 65 jaar, maar denkt nog niet aan stoppen. Zolang het gaat, gaat hij voort. Omdat hij ten tijde van de peildatum in 2015 weinig koeien had, mag hij sinds 2019 nog maar elf koeien hebben. Eigenlijk net te weinig, vindt hij. Hij had er altijd achttien. Zijn bedrijf, dat altijd al klein was, is zo nog meer naar de marge gedrukt. Hij kan alleen maar groeien als hij fosfaatrechten koopt. En dat wil hij niet.
Als kleine leverancier aan de coöperatie Friesland Campina wordt hij behoorlijk onder druk gezet. Hoewel zijn koeien leven van het bloemrijke gras van eigen land mag zijn melk niet biologisch of On the Way to PlanetProof heten. Reden: zijn ouderwetse aanbindstal. Daar zijn de consumenten op tegen, zeggen ze bij de coöperatie. Willem: “Ik boer zoals vroeger, met de natuur als mijn bondgenoot. Dat is misschien niet biologisch, maar wel logisch. De coöperatie kent geen solidariteit met boeren zoals ik. De grote jongens en hun grote nieuwe inloopstallen bepalen de regels. Als kleine boerderij heb je je daarbij neer te leggen.”
Willem komt uit een echt boerengeslacht. Ook de voorvaderen van zijn overgrootvader waren al boer. Die overgrootvader was 18 jaar toen zijn ouders stierven. Hij erfde 3.000 gulden, een heel vermogen in die tijd, en liet in 1886 de stolpboerderij bouwen. Willem denkt wel dat na hem het licht uitgaat in de boerderij. Willems dochter is dierenarts en zijn zoon studeert geografie. Zijn zoon wil misschien wel iets doen met de boerderij, maar zal nooit koeien gaan melken. Willem: “Misschien verkoopt hij het gewas, dat kan. Maar ik begrijp het ook als hij totaal iets anders gaat doen.”
Willem heeft zijn zoon wel uitgelegd waar hij op moet letten wat de weidevogels betreft. Het zou zonde zijn als die vogels zijn stuk land zouden verliezen. Het beschermen van weidevogels is Willem met de paplepel ingegoten. Hij is niet alleen een eigenzinnige boer, hij zorgt ook op zijn eigen beproefde manier voor de weidevogels. Willem: “Ik doe het zoals ik het altijd heb gedaan en dat gaat goed. Zo heb ik wel greppels, maar geen plasdras. Daar zie ik het nut niet van in. Als ik maai, laat ik de greppels juist leeglopen. Daar vinden de vogels dan veel eten en dat trekt ze uit het land. De kanten maai ik dan niet.”
Willem laat de vogels met rust: “Dat betekent dat er hier niemand het land op gaat. Ook niet om zogenaamd de nesten te beschermen. De mensen die dat doen, trekken een geurspoor achter zich aan. Genoeg tuig – kraai, kleine en grote mantelmeeuw, hermelijn en wezel – die dat geurspoor oppikt waardoor ze die eieren nog gemakkelijker vinden. Bij mij geen stokjes bij de nesten van vogelaars met de beste bedoelingen. Ik laat alleen de koeien in het land, vooral op de stukken waar minder vogels zitten.”
Willems insteek is “de vogels heel te houden”. Zo weet hij jaarlijks 95 procent van de nesten te sparen. Hij maait zodra het gras lang is, maar houdt daarbij geen specifieke datum aan. Willem: “Ik maai gefaseerd, steeds een stukje. Dan jaag ik eerst de vogels uit het veld. Ik let daarbij wel op wat mijn buurman doet, want als die ook net wil gaan maaien, jaag ik de kuikens daar de machine in. En dat is niet de bedoeling.”
Hoewel Willems aanpak altijd succesvol was, ziet hij het aantal vogels wel afnemen. Vooral de laatste jaren. Willem: “Ik heb er nog steeds veel, maar minder dan vroeger. De predatoren zonder natuurlijke vijanden vreten alles op wat ze te pakken kunnen krijgen. En het leefgebied is kleiner geworden voor weidevogels. Zag je vroeger overal grutto’s en kieviten, nu zitten ze alleen nog maar op extensief beheerde weilanden. Ik probeer zoveel mogelijk vogels te redden, maar ook een boer zoals ik bestaat straks niet meer.”