Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

De metamorfose

Margot de Kam | woensdag 20 mei 2020 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1108x

Nog geen 4 weken geleden zagen we kleine witte donsballetjes, net uit hun ei, van 35 à 40 gram. Nu zijn ze bijna net zo groot als de ouders. Ze wogen bij het ringen 630 en 650 gram, de mannetjes. De vrouwtjes 820 en 920 gram. Die groei is bijna onvoorstelbaar. Per dag gaan ze er nu anders uitzien.
30 dagen, vrouw 2019

Van dons naar veren

De eerste week hebben ze een dun laagje spierwit geboortedons. Vanaf de zesde dag beginnen de echte donsveren door te komen. Ze zijn dan, vanaf de tiende dag, beter beschermd tegen weersinvloeden. Het dons wordt steeds dikker. Ook beginnen de eerste pluimpjes van de hand- en staartpennen door te komen.

Met een dag of twintig worden de eerste contourveren zichtbaar, er komen steeds meer bruine en geelbruine veertjes door. De mannen ontwikkelen hun verenkleed sneller. Zij zijn eerder uitgegroeid.

 

Kuiken wordt juveniel

Als ze ongeveer 35 dagen zijn, zijn alle bruine en geelbruine veren doorgekomen. Dit is de periode dat ze uit de nestkast stappen en op de ring van de toren gaan huppelen en fladderen. Ze vliegen nog niet meteen. De vleugelpennen en staartpennen hebben nog een kleine week nodig om te volgroeien. Zodra hun pakje af is en ze zelf voelen dat het zal lukken gaan ze het eerste vluchtje maken. Vanaf dat moment is het kuiken juveniel. Ze moeten dan nog goed leren vliegen en jagen. Ze blijven tot ze zelf kunnen jagen bij hun ouders, meestal tot de nazomer.

 

Nieuwe veren

Veren groeien vanuit een follikel, een soort haarzakje. Ze zijn enigszins te vergelijken met onze haren.

Alleen kunnen wij onze haren niet zo goed bewegen. Het gebeurt wel, bij kippenvel bijvoorbeeld, of als men het gevoel heeft dat de nekharen overeind staan. Maar bij vogels, in de huid onder de veren, rond de veerfollikel, zitten heel veel zenuwen en spieren. Daardoor kan de vogel zijn veren bewegen, afzonderlijk van elkaar. Dit is nodig bij het vliegen en landen, maar ook bij de communicatie.

Net als onze haren uit een haarzakje groeien, langer worden en zich soms vervangen, zo werkt dat bij een veer ook ongeveer. De nieuwe veer duwt de oude al groeiend weg. Alleen stopt de veer met groeien, en komt er na een tijdje weer een nieuwe.

Er zit een kokertje om elke nieuwe veer. Als de veer helemaal is doorgekomen, kan het kokertje eraf. We zien de kuikens steeds poetsen om oude donsjes weg te plukken en de kokertjes van de nieuwe veren te verwijderen.

 

Rui

De slechtvalk krijgt elk jaar een nieuw pak. Want een verenpak slijt. Veer voor veer wordt vervangen. In het tweede levensjaar gaat de juveniel ruien en heeft de volgende winter een beginnend volwassen kleed. Het bruin wordt dan grijs ,wit, en zwart, met horizontale streepjes. Zo zien de slechtvalken van verre of ze met een niet bedreigend jong te maken hebben of met een, mogelijk vijandige, volwassen valk.

Slechtvalken hebben ongeveer 8000 veren en veertjes. Vooral heel veel op het kopje, waar we bij juveniele valken ook nog lang dons zien. Al die kleine dekveertjes beschutten tegen de koude suizende wervelwind die ze met snelheden boven de 350 km per uur doorstaan.

38 dagen, 3x vrouw 2019

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Slechtvalk Alle Beleef de Lente blogs