Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Kelvin Klaassen
Kelvin Klaassen | dinsdag 26 april 2022 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 619x
Wie goed heeft opgelet de laatste tijd is het misschien wel opgevallen. Er zit behoorlijk wat tijd tussen de komst van het eerste ei en het derde ei. Dit jaar werd het eerste ei 20 april gelegd vroeg in de ochtend, en het derde ei in de avond van 25 april. Daar zitten dus ongeveer 5-6 dagen tussen. En zoals we (als alles goed gaat) gaan zien, zal er ook ongeveer evenveel tijd zitten tussen het uitkomen van het eerste en laatste kuiken. Is dat toeval of tactiek?
Ik denk dat ik weinig van jullie verras als ik je vertel dat hier natuurlijk een tactiek achter zit. Maar om die tactiek te snappen moeten we eerst iets anders begrijpen, namelijk het verschil tussen synchroon (tegelijk) en asynchroon (niet tegelijk) uitkomen. Eieren leggen kost veel tijd en energie, en geen enkele vogel legt al zijn eieren tegelijk. Toch kruipen bij het grootste deel van alle vogelsoorten de kuikens ongeveer tegelijk, zeg binnen een dag, uit het ei. Oftewel, de eieren komen synchroon uit. Dit kan doordat de oudervogels pas beginnen te broeden wanneer het laatste ei is gelegd. De kuikens in het ei beginnen pas te ontwikkelen zodra ze warm worden, dus op deze manier ontwikkelen ze ongeveer tegelijk, en komen ze dus ongeveer op dezelfde tijd uit het ei.
De visarend, samen met toch best een aantal andere soorten, pakt het net wat anders aan. Direct na het leggen van het eerste ei begint het broeden, of warm maken –en houden van de eieren. Dit betekent dat het kuiken in eerste ei dus meteen begint met ontwikkelen, en dus ook eerder ‘klaar’ is dan zijn broertjes of zusjes in de tweede en derde (en mogelijk latere) eieren. De eieren komen daardoor dus asynchroon uit.
Maar wat betekent dit nou concreet? Heel kort door de bocht betekent dit dat bij vogelsoorten die synchroon uitkomen alle kuikens in principe evenveel kans hebben om te overleven. Bij soorten die asynchroon uitkomen geldt: hoe eerder ze uitkomen, hoe groter de kans is dat ze overleven. Het kuiken dat als laatste uit het ei kruipt heeft dus gemiddeld gezien slechtere overlevingskansen. Op het eerste oog lijkt dit een vreemde tactiek, want waarom zou je al die tijd en moeite steken in een ei en kuiken dat het misschien niet gaan redden?
Toch kan het heel goed werken. Als het eerste ei bijvoorbeeld niet uitkomt, of het eerste kuiken vroegtijdig overlijdt, is het laatste kuiken een belangrijke ‘reserve’. Maar misschien nog belangrijker is de volgende reden. Ook al is de kans dat álle kuikens het overleven relatief kleiner, zijn de kuikens die het wél overleven relatief groter en gezonder. Dat betekent dat ze meer kans hebben hun eerste jaar te overleven en uiteindelijk zelf oud genoeg worden om te kunnen broeden. Daar komt bij dat in een gebied waar genoeg eten te vinden is alle kuikens in principe met succes kunnen uitvliegen, ook het jongste broertje of zusje.
Bedankt voor het lezen van dit lange en toch best technische verhaal. Alle vogels en hun verschillende overlevingstechnieken zijn bijzonder, maar wat blijven onze visarenden toch fascineren!
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..