Door
Marieke Dijksman
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 11 december 2018
Een boom of struik ziet er niet alleen mooi uit in de tuin, het is ook een magneet voor vogels. Het is een plek om te schuilen, om te broeden en om voedsel te vinden. De meeste bomen en struiken plant je als ze in rust zijn, in de herfst dus. Of in de winter als het niet vriest. Kies voor struiken met bessen, daar zijn vogels in de winter dol op. En in de warme maanden geniet je zelf van de bloemen. Goede soorten zijn meidoorn, rozenbottel, klimop of kardinaalsmuts.
Een rommelhoekje is het hoekje in de tuin waar je niet zo veel mee doet. Eigenlijk dus een stukje tuin waar je de boel de boel laat. Hier kunnen planten hun gang gaan. Leg er wat takken en stenen neer en stapel ze eventueel op tot een soort muurtje. Gooi de afgevallen bladeren niet in de gft-bak, maar veeg ze hier op een hoopje. Hoe makkelijk wil je het tuinieren maken?!
Zo’n rommelhoekje is een ideale plek voor vogels, kleine diertjes, insecten en egels. Merels, huismussen, heggenmussen en roodborstjes zijn dol op rommelhoekjes. Tussen de takken en bladeren vinden ze ook in de winter kleine insectjes om te eten. In de planten vinden de vogels dekking. En wordt het eenmaal lente? Dan bouwen ze hier hun nestje.
Vogels gebruiken nestkasten niet alleen in de lente. In de winter is het een goede plek om te schuilen en te overnachten. Dat doen ze niet altijd alleen, sommige vogels kruipen met elkaar in een kastje om zo beter warm te blijven. In Engeland zijn in één nestkast ooit 13 winterkoninkjes geteld!
Is je tuin lekker groen en vinden vogels er bessen en zaden. Dan mag je ook best wat bijvoeren. Vogels verbruiken veel energie in de wintermaanden, alleen zo kunnen ze de kou overleven. Een vettig hapje is dus geen overbodige luxe, het houdt ze letterlijk warm. Vetbollen zijn te koop, maar ook makkelijk zelf te maken. Gebruik hiervoor ongezouten frituurvet, smelt dit in een pannetje en voeg eventueel biologisch vogelzaad toe. Laat het drogen in de vorm die je wilt, bijvoorbeeld een tulband of een kopje. Of hang er een touwtje in om het vet te kunnen ophangen.
Ook in zonnebloempitten zit veel vet, in de zwarte zaden meer dan in de gestreepte. Ga sowieso voor biologische zaden. Kool- en pimpelmezen en huismusssen eten ze graag uit een voedersilo. Vinken en lijsterachtigen eten dan weer liever van de grond of een voertafel. Biedt het voer dus op verschillende plekken in je tuin aan.
Wie een vogelvriendelijke tuin heeft en wat bijvoert, ziet veel vogels in de tuin. Daar heb je natuurlijk de hele winter het plezier van, wat kleur en gezelligheid in de tuin. Maar tijdens de Nationale Tuinvogeltelling is het extra leuk, want dan heb je veel te tellen! Noteer in de agenda en doe mee. Wie zich nu al inschrijft, ontvangt niet alleen de nieuwsbrief met extra tuinvogeltips, maar ook de gratis Special over Vogelvoedsel in de tuin.
In de cursus Fluitend je tuin in: zangvogels in Nederland ontdek je twaalf vogels die je in je eigen tuin of op je balkon kunt tegenkomen. Je ontvangt daarnaast ook een basisles over tuinen met leuke feitjes en tips voor hoe je jouw tuin vogelvriendelijk kunt maken.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.