Door
Marc Scheurkogel
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 22 december 2022
Op hevig zingen en fluiten kun je de goudvinken zelfs in het voorjaar niet betrappen. Misschien is dat wel te wijten aan hun hechte paarband. Hebben ze eenmaal een partner gevonden, dan blijven man en vrouw goudvink doorgaans bij elkaar en vinden ze daarom heftige balts en zang wellicht niet nodig.
Áls ze je hoort, is dat uiterst bescheiden. De zang is het best te omschrijven als een lieflijk, onopvallend fluiten en de roep is niet meer dan een weemoedig ‘pjuu’. Je moet er gespitst op zijn om het te horen, zeker als de andere vogels wel uit volle volle borst aan het zingen zijn.
Daarbij komt dat goudvinken meestal redelijk teruggetrokken leven in bosrijke gebieden. Dus ondanks dat de goudvink vrij talrijk is (zo’n 10.000 broedparen, min of meer vergelijkbaar met bijvoorbeeld halsbandparkieten of blauwe reigers), is een ontmoeting veel minder vanzelfsprekend.
De meeste kans op een goudvink heb je in jonge naaldbossen, gemengde bossen en loofbossen. En dan biedt het oosten van het land over het algemeen weer meer kans dan het westen. Maar ze laten zich ook wel in parken en tuinen zien.
In het (vroege) voorjaar en het broedseizoen bestaat het voedsel uit bloemknoppen, katjes van loofbomen, zaden en vruchten - tot schrik van fruittelers soms. Hun jongen voeren ze met insecten en zaden.
Later in het seizoen, vanaf het najaar en in de winter, zijn vooral zaden en bessen in trek. En dat is het moment dat de ‘trefkans’ wat toeneemt.
Zeker als de kou invalt en als er sneeuw ligt, wordt het wat lastiger om voedsel te vinden. En dan kunnen bessenstruiken en (uitgebloeide) zaadplanten in de tuin een aanlokkende uitwerking hebben op goudvinken! Ook op de voederplank, mocht u de vogels een extra steuntje in de rug willen geven, kunnen ze neerstrijken.
Sowieso zijn er in de winter meer goudvinken in ons land. Waar ‘onze’ broedvogels over het algemeen standvogels zijn, overschrijden goudvinken uit Scandinavië en Oost Europa de landsgrenzen wat vaker. En dat zorgt ervoor dat er ’s winters ook meer goudvinken in Nederland te zien zijn.
Een goudvink is dus verre van een herrieschopper. Af en toe produceren ze een afwijkend geluid. En dan is het zaak om als vogelaar de oren te spitsen.
Klinkt er een soort getrompetter dan heeft u een ondersoort te pakken; een Noordse goudvink om precies te zijn. Ook wel Trompetgoudvink genoemd. Dat kenmerkende geluid, waarbij wel enig inlevingsvermogen nodig is om een trompet in te horen, is overigens ook zo’n beetje de enige manier om de twee goudvinken te onderscheiden. Want dat een Noordse goudvink iets groter is en een iets helderdere borst heeft, is in de gauwigheid amper te zien.
Maar voor hun uiterlijk maakt het eigenlijk niet uit wat de herkomst is van de goudvink. Alle zijn een lust voor het oog! De voorspellingen wijzen nu nog wat anders uit, maar mocht er deze winter sneeuw vallen, dan is het zaak goed op te letten, want wie weet brengt dat wel een goudvink naar uw tuin.
De kans daarop is eens temeer reden om de tuin vogelvriendelijk in te richten met veel variatie en ondergroei. En zo’n goudvink in de sneeuw levert ook fraaie plaatjes op. In alle gevallen: kijker, scoop of camera in de aanslag. Een goudvink wil je niet missen.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.