Door
Tialda Hoogeveen
Geplaatst op 28 augustus 2020
In april en mei dit jaar legde de grootste natuurbrand in Nederland van de afgelopen 40 jaar 800 van de 1200 hectare veengebied in de Deurnese Peel in as. Een week of zeven lang smeulde de brand ondergronds langs de verdroogde delen van het veen. Af en toe laaide het vuur bij een harde vlaag oostenwind daardoor ook weer op. Boena: “Zo’n brand kun je niet blussen. Daarvoor is het oppervlak te groot en het gebied te ontoegankelijk voor de brandweer. Defensie heeft met blus-helikopters vanuit de lucht bijgesprongen, maar het mocht niet baten.”
Boena – in het dagelijks leven ecoloog bij de provincie Limburg - houdt zich als WetlandWacht van Vogelbescherming bezig met de actieve bescherming van vogels en hun leefgebied in de Peelvenen. De Deurnese Peel is een groot ondoordringbaar moerasgebied van hoogveen, een vegetatie die bestaat uit een pakket van veenmossen, waarvan de onderste en dikste laag uit afgestorven planten bestaat die na winning en droging verandert in turf dat lange tijd als brandstof diende.
Om dit soort dramatische branden in de toekomst te voorkomen, is een aantal oplossingen voorhanden. De belangrijkste daarvan is de waterstand verhogen. Boena: “Er lag al een project van Staatsbosbeheer en de provincie Brabant op de tekentafel om daar komend najaar mee van start te gaan. Veen is van nature nat, maar De Peel is een natuurgebied omringd door een intensieve gebruikt landbouwgebied, waardoor veel water wordt onttrokken. Door het opzetten en beter vasthouden van het water, wordt het effect van de landbouw op de waterstand in de Peel verzacht.”
Naast vernatting is voorlichting erg belangrijk. “Enkele bewoners zijn niet gelukkig met de vernattingsplannen. Ze zijn bang dat ze muggen in hun tuin krijgen en dat hun huis aan de voeten nat wordt. Terwijl bewoners tegelijkertijd last hebben gehad van de brand: wekenlang hebben ze rook en de penetrante geur om zich heen gehad. Maar die brand kon ontstaan als gevolg van verdroging, als het gebied gewoon nat was geweest, was het nauwelijks vatbaar geweest voor vuur. Dat leg ik uit op inspraakavonden. De kracht van een WetlandWacht zit in lokale kennis.”
De bomen die van onderen verbrand waren en van boven groen zijn gebleven, hebben het gered. Volwassen vogels konden tijdig wegvliegen. Maar niet alle soorten hadden dat geluk. “Heel veel legsels van bijvoorbeeld blauwborst en roodborsttapuit zijn verloren gegaan. Maar de vogels zijn opnieuw begonnen met nestelen en hebben waarschijnlijk alsnog een succesvol legsel gehad. Vermoedelijk is de vogelstand niet aangetast.”
Kleinere zoogdieren daarentegen konden minder makkelijk wegkomen. Wezels, spitsmuizen en woelmuizen zijn omgekomen in de vlammen. Ook gladde slangen, een veel voorkomende soort in De Peel, konden niet vluchten. Dagvlinders zoals het heideblauwtje en spiegeldikkopje, hebben een flinke dreun gehad. Boena: “Maar de veerkracht is ongekend! Pijpenstro en andere vegetaties herstellen zich ontzettend snel.”
Heel veel legsels van bijvoorbeeld blauwborst en roodborsttapuit zijn verloren gegaan. Maar de vogels zijn opnieuw begonnen met nestelen en hebben waarschijnlijk alsnog een succesvol legsel gehad.
Een ander vernattingsplan heeft dankzij de WetlandWacht goede resultaten opgeleverd.
“Deskundigen van Staatsbosbeheer wilden een natuurwikkelingsgebied aan de rand van de Groote Peel heel erg verschralen, zodat er een voedselarm gebied zou ontstaan, zoals dat in gave hoogvenen ook het geval is. Maar gezien de milieuomstandigheden als verdroging en een overmaat aan stikstof is de creatie van een dergelijk natuurtype nu een utopie.”
“Bovendien zou met deze inrichting een van de belangrijkste weidevogelgebieden rond de Peel verdwijnen. Dat heb ik aangekaart, waarop het plan helemaal is bijgesteld. Alle sloten zijn nu dichtgegooid en de oorspronkelijke bovenste laag van de bodem is blijven zitten, het gebied is veel natter geworden. Het is nu een eldorado voor vogels, waaronder de broedende zomertalingen, slobeenden, grauwe klauwieren, foeragerende kraanvogels, lepelaars en vele soorten steltlopers. Maar het meest geniet ik van de spotvogel, die heeft maar liefst dertig territoria in het gebied.”
Venen zijn onmisbaar in het huidige klimaatvraagstuk. Ze bedekken 3 procent van het aardoppervlak, maar bevatten 42 procent van de totale hoeveelheid koolstof in de biosfeer en slaan daarmee 2 keer zo veel koolstof op als alle bossen op aarde. Boena: “Minister Schouten heeft voor de stikstofmaatregelen maar liefst 300 miljoen euro uitgetrokken. Ik denk dat een deel daarvan naar De Peel zal gaan. Ik heb goede hoop voor de toekomst van het gebied!”
Vogelbescherming koestert haar WetlandWachten; mensen die zich op vrijwillige basis toeleggen op informatievoorziening vanuit een gebied dat ze doorgaans kennen als was het hun achtertuin. De ongeveer 85 WetlandWachten in Nederland signaleren kansen en bedreigingen. Vogelbescherming heeft volop ruimte voor mensen die het leuk vinden om WetlandWacht te worden. Kijk hier voor meer informatie over vacante gebieden.
Lees nieuws en de mooiste artikelen op onze site. En ontvang maandelijks een selectie van de beste artikelen in je mail.
WetlandWachten van Vogelbescherming houden de belangrijkste wetlands van ons land nauwlettend in de gaten. Als er bedreigende ontwikkelingen zijn voor de natuur en vogels, komen ze direct in actie. Signaleer je zelf bedreigingen of wil je advies over natuurontwikkeling en de vogels in een wetland?