Geplaatst op 12 maart 2020
Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft in opdracht van het Wereld Natuur Fonds onderzocht hoe het gaat met de weidevogels in gebieden met agrarisch natuurbeheer, in natuurreservaten en in regulier boerenland. Wat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek?
Sovon bekeek de trends in aantallen weidevogels in de laatste tien jaar in de gebieden van terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Landschappen), om te beoordelen of het ze daar beter vergaat dan in regulier boerenland.
Sovon heeft een index gemaakt van een groep van zes weidevogels: kievit, grutto, scholekster, tureluur, slobeend en kuifeend. Voor deze soorten samen is de situatie in de natuurreservaten stabiel. In gebieden waar boeren aan agrarisch natuurbeheer doen nemen deze soorten af (daling van 1,5% per jaar) en in gebieden waar boeren niet aan agrarisch natuurbeheer doen (regulier boerenland) neemt deze groep sterker af (daling van 2,8% per jaar).
Voor de soorten afzonderlijk geldt dat in de natuurreservaten tureluur en slobeend toenemen, en de rest van de afzonderlijke soorten nemen af. In de gebieden met agrarisch natuurbeheer neemt de scholekster toe maar de rest van de soorten nemen af.
Het agrarisch natuurbeheer heeft niet voldoende gewerkt omdat er geen regie op gebiedsniveau was. Het zou uitgevoerd moeten worden onder leiding van een gebiedsregisseur. Deze regisseur is een belangrijke schakel tussen boeren, natuurbeheerders, onderzoekers en de overheid. De kosten hiervoor betalen zich uit in draagkracht onder deelnemers en extra effectiviteit.
In 2016 is een nieuwe vorm van agrarisch natuurbeheer gestart, vooral ook omdat het resultaat uitbleef bij de vorige vorm van agrarisch natuurbeheer. Van de resultaten daarvan is nu nog niets te zeggen, maar het is al wel duidelijk dat er nog geen trendbreuk zichtbaar is.
In de goed beheerde reservaten kunnen de beheerders vaak zelf het waterpeil sturen, dat gebeurt in gewoon agrarisch gebied vaak niet. Boeren willen een laag waterpeil om met hun zware machines het land op te kunnen. Daarnaast zijn natuurreservaten een aaneengesloten geheel van gronden met kruidenrijk gras, hoge waterpeilen en structuurrijke vegetaties. Daar houden weidevogels van. Bij gronden met agrarisch natuurbeheer is het vaak een mozaïek aan beheerpakketten, waarbij de afstanden die kuikens moeten overbruggen voor het vinden van voedsel best nog groot kunnen zijn.
We hebben meer goed beheerde reservaten nodig, waar weidevogels rustig hun jongen kunnen grootbrengen in gunstige omstandigheden om zo een verdere achteruitgang een halt toe te roepen. Deze goed beheerde reservaten werken het best als er een schil van agrarisch natuurbeheer omheen ligt, met een afwisseling van kruidenrijk grasland, plasdrassen en uitgesteld maaibeheer.
Lees nieuws en de mooiste artikelen op onze site. En ontvang maandelijks een selectie van de beste artikelen in je mail.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.