Geplaatst op 29 mei 2018
Het toestaan van jacht op ganzen in de winter vindt Vogelbescherming een slecht plan. Nederland kent twee soorten populaties ganzen. De zogenaamde jaarrond aanwezige ganzen, ganzen die hier het hele jaar verblijven en voor de meeste landbouwschade zorgen. Daarnaast zijn er de overwinterende ganzen die hier in de herfst en winter verblijven om de kou en voedselschaarste in hun broedgebieden in het hoge noorden te ontvluchten. Voor deze laatste groep heeft Nederland een grote internationale verantwoordelijkheid, bovendien zorgt deze groep voor relatief weinig schade.
Er is specifiek beleid opgesteld in de meeste provincies voor de overwinterende ganzen, dat is gebaseerd op de aanwijzing van rust- en foerageergebieden voor de ganzen met daarbuiten verjaging. Het voorstel van de Jagersvereniging om jacht op ganzen in de herfst- en winterperiode op grote schaal toe te staan zou dit beleid frustreren, omdat dit leidt tot ongecoördineerd en onbeperkt afschot van overwinterende ganzen die relatief weinig schade veroorzaken.
Vogelbescherming is tevreden dat de Jagersvereniging het nu met de natuurorganisaties eens is dat ganzen niet in het broedseizoen geschoten moeten worden, de periode dat ze op het nest zitten en hun jongen groot brengen. Afschot van ganzen in die periode leidt bovendien tot veel onnodige verstoring van andere broedvogels. Maar het broedseizoen is voor sommige vogelsoorten in juli nog niet afgelopen, terwijl de Jagersvereniging al wel vanaf begin juli wil gaan schieten.
Verder vinden we het opvallend dat het enige jaren geleden moeizaam bereikte ganzenakkoord tussen overheid, natuurorganisaties en jagers juist was geklapt, omdat de Jagersvereniging niet in de zomerperiode op ganzen wilde schieten.