Door
Chris van der Heijden
Birdingplaces.eu
Geplaatst op 26 september 2017
Op de oevers van het Drontermeer, ten westen van Kampen is de afgelopen drie jaar acht hectare nieuw rietmoeras aangelegd. Het doel: nieuw leefgebied creëren voor de roerdomp en de grote karekiet. “Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan,” zegt Arjan Otten van projectorganisatie Ruimte voor de Rivier IJsseldelta was vanaf het begin bij de aanleg van het nieuwe rietmoeras betrokken.
“Je zou het misschien niet verwachten, maar er is in Nederland nog maar weinig ervaring met de aanleg van nieuw rietmoeras. De paar projecten die er in ons land zijn uitgevoerd, zijn meestal niet erg succesvol. Daar komt nog eens bij dat de roerdomp en de grote karekiet nogal kieskeurige beestjes zijn met hele specifieke eisen. Dus het was maar de vraag of het zou lukken deze zeldzame en bedreigde moerasvogels in ons gebied te krijgen.”
Eerst moest er riet komen. En dat was meteen een behoorlijke bevalling. Er bleek namelijk niet genoeg rietzaad op de markt voorhanden, zodat het nieuwe rietmoeras uiteindelijk plant voor plant moest worden aangeplant met stekjes en wortelstokken. Ook werden oude sloten met riet gebruikt zodat het riet wat daar al stond verder kon uitgroeien. En die tactiek werkte wonderwel.
Arjan Otten: "Het riet groeide razendsnel en vooral de wortelstokken deden het boven verwachting goed. Het liep op rolletjes, maar toen waren er de ganzen… Die dreigden de jonge rietaanplant kaal te vreten. Daarop hebben we in 2014 een groep studenten uit Kampen ingehuurd die de ganzen vanaf de kade moesten verjagen. Dat ging in het begin best aardig. Maar ganzen zijn slim. Ze hadden al snel door dat ze van die studenten niks te vrezen hadden en graasden op een gegeven moment gewoon onverstoorbaar door. Toen zat er niks anders op dan het gebied af te zetten met draad en gaas. Dat hielp. De ganzen konden er niet meer in en het riet schoot als een raket omhoog.”
De voortekenen zijn goed. Onderzoekers van ecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga concluderen in 2016 dat het riet al van zo’n goede kwaliteit is dat de roerdomp er zou moeten kunnen leven. Otten: “In juni van dit jaar kreeg ik opeens een mailtje binnen. Er was een broedend paar roerdompen aangetroffen! Dat was een geweldig moment.”
Dat het moerasgebied na ruim drie groeiseizoenen al aan alle eisen voor rietvogels voldoet, belooft veel voor de toekomst. “Deze 8 hectare rietmoeras is het eerste deel van een ongeveer 43 hectare groot nieuw rietmoeras bij het Drontermeer. De aanleg is mede mogelijk gemaakt door een LIFE-subsidie van de Europese Unie. Het hele gebied is afgelopen jaar ook definitief toegevoegd aan het bestaande Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. In totaal wordt ruim 350 hectare nieuwe deltanatuur gerealiseerd met de aanleg van Reevediep. Het wordt hier dus nog veel mooier.”
Het nieuwe rietmoeras is grotendeels in lijn met de adviezen van Vogelbescherming aangelegd en beheerd en Vogelbescherming is blij met de geweldige resultaten tot nog toe. Want rietvogels kunnen in Nederland elk steuntje in de rug gebruiken. Arjan Otten: “We hebben ook heel dankbaar gebruik gemaakt van de voorlichtingsbrochure die Vogelbescherming over de roerdomp heeft gemaakt. Daarmee konden we veel mensen goed uitleggen waarom de aanleg van dit rietmoeras zo belangrijk is.”
Behalve de roerdomp is het nieuwe rietmoeras al door veel mooie vogelsoorten ontdekt. Otten: “We hebben echt al een heel interessant lijstje met vogels. Er broeden dit jaar bijvoorbeeld dodaars, krakeend, krooneend, zomertaling, waterral, blauwborst, kleine karekiet met maar liefst 30 paar, bosrietzanger en baardman. Nee, nog geen grote karekiet. Daar blijven we natuurlijk op hopen, zeker als het gebied straks nog groter is.”
En kunnen we al die prachtvogels ook nog bewonderen. “Het grootste gedeelte van dit gebied is exclusief voor de vogels, want rust en stilte is heel belangrijk voor veel rietvogels. Maar we willen zeker ook een hele mooie kijkhut gaan aanleggen. Hoe meer mensen die geheimzinnige roerdomp zien, hoe beter ze snappen waarom dit gebied nu al zo bijzonder is!”