Geplaatst op 12 december 2014
Als alternatieve zitplaats zijn op vier meter afstand van de rijbaan palen van drie meter hoog geplaatst met een T-constructie. De bedoeling is dat de kerkuilen vanaf die palen op muizenjacht gaan. Ze zitten dan verder weg van de rijbaan en hebben een hogere ‘starthoogte’ bij het opvliegen: dat scheelt hopelijk vele slachtoffers.
De proef vindt plaats over een traject van drie kilometer op de snelweg bij Beetsterzwaag. Met camera’s wordt het gebruik van de nieuwe zitstokken gevolgd en wordt gekeken of de rollen op de hectometerpaaltjes goed functioneren. Het aantal verkeersslachtoffers op dit traject wordt vergeleken met het aantal aangereden kerkuilen op vergelijkbare trajecten.
Er zitten vooral veel veldmuizen (de favoriete kerkuilensnack) in de brede wegbermen langs de snelwegen omdat de bermen extensief beheerd worden. Tijdens het jagen steekt de kerkuil regelmatig de weg over op een hoogte van nog geen twee meter. Het risico op een botsing met auto’s is dan groot, zoals uit langjarig onderzoek van de SKWN blijkt.
Door de ingrijpende veranderingen op het platteland (intensiever landgebruik, effectieve muizenbestrijding, verdwijnen van rommelige erven etc.) en gebrek aan nestelgelegenheid waren er in 1980 nog maar honderd kerkuilparen over. Sindsdien gaat het mede dankzij intensieve bescherming en een reeks zachtere winters weer wat beter; nu zijn er zo’n 2.000 broedpaar. De soort staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst van bedreigde soorten.
De proef met de kerkuilpaaltjes loopt tot en met 2015. De resultaten worden in het eerste kwartaal van 2016 bekend gemaakt. De proef is financieel mogelijk gemaakt door het Bettie Wiegmanfonds, de Bond Friese Vogelwachten en Vogelbescherming Nederland. Rijkswaterstaat heeft vergunning gegeven en logistieke medewerking verleend.