Door
Rob Buiter
Wetenschapsjournalist
Geplaatst op 17 oktober 2023
In het Gebiedsprogramma Landelijk Gebied geven rijk en provincies aan hoe ze de natuur willen versterken tot 2030. De aandacht gaat daarbij de laatste tijd vooral uit naar het terugdringen van stikstof, maar de provincie Zeeland heeft nu dus ook enkele concrete maatregelen uit het Actieplan overgenomen, om de Deltanatuur te verbeteren. “Een enorme opsteker”, vindt Sonja Weeda, die als beleidsmedewerker wetlands bij Vogelbescherming Nederland meewerkt aan het Actieplan.
Het Actieplan Deltanatuur Zuidwestelijke Delta 2050 lijkt op het eerste gezicht behoorlijk ambitieus, erkent Weeda. “Het gaat bijvoorbeeld verder dan de instandhoudingsdoelen die Europees zijn afgesproken onder de Natura 2000-richtlijn. Als daar bij wijze van spreken een minimaal aantal van 30 paar strandplevieren is afgesproken voor een bepaald gebied, omdat dat het aantal was dat daar in de jaren negentig broedde, dan is Europa met 31 paar tevreden. In ons Actieplan kijken we vooral naar de draagkracht van een bepaald gebied en naar de aantallen die nodig zijn voor een gezonde populatie. Dan kom je in sommige gevallen op een veelvoud van de aantallen broedvogels waar Europa tevreden mee zou zijn.”
De Delta heeft in Nederland een grote verantwoordelijkheid voor de strandplevieren, benadrukt Weeda. “Van alle broedende strandplevieren in Nederland zit 90 procent in de zuidwestelijke Delta. Wat in eerste instantie dus ambitieus lijkt, is eigenlijk niets meer dan een logisch gevolg van onze verantwoordelijkheid voor de Deltanatuur.”
Behalve de soorten die in de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000 zijn opgenomen, heeft het Actieplan ook een duidelijke eigen agenda. “Dan kun je denken aan de lachstern”, zo noemt Weeda als voorbeeld. “Toen er nog geen Maasvlakte was aangelegd, lag op die plek het natuurgebied De Beer. Daar broedden ooit lachsterns! In ons Actieplan streven we naar terugkeer van die lachsterns als broedvogels in Nederland. Een recente broedpoging op Marker Wadden heeft aangetoond dat ook dat een realistisch doel is.”
Niet alleen de doelen, ook de voorgestelde maatregelen zijn ambitieus. “Hét grote probleem in de Delta is het verdwijnen van de natuurlijke dynamiek, met name door de aanleg van de Deltawerken. We zien natuurlijk wel in dat je niet zomaar even de Stormvloedkering uit de Oosterschelde kan weghalen. Toch is dat op de lange termijn wel waar we naartoe willen: minder harde dijken en dammen en meer natuurlijke dynamiek om de vogels en de rest van de natuur weer ruimte te geven”, zegt Weeda.
Ze benadrukt dat natuurlijke dynamiek niet ten koste zou hoeven gaan van de veiligheid. “In veel gevallen is natuurlijke dynamiek juist goed voor de veiligheid. Wanneer schorren en slikken weer kunnen groeien, bieden die niet alleen ruimte voor natuur, maar ook betere bescherming voor het achterland.”
In het Actieplan worden drie typen maatregelen benoemd. Weeda: “Allereest draait het om rust en handhaving. In veel gebieden in de Delta bestaat ‘recreatief medegebruik’, maar waar dat ten koste gaat van de kwaliteit van de natuur, bijvoorbeeld voor broedvogels, stellen we betere zonering voor en daarbij ook goede handhaving van de rust.”
Een tweede type maatregel noemt Weeda ‘patroonmaatregelen’. “Dan moet je denken aan het aanleggen van speciale broedeilanden, of het kaal houden van bestaande gebieden, om broedvogels te faciliteren. Dat zijn meestal geen structurele oplossingen, want je hebt dan vaak blijvend beheer nodig om gebieden geschikt te houden.”
Het derde type maatregelen is het meest ingrijpend. “Dat draait bijvoorbeeld om het ontpolderen van gebieden en het weghalen van starre waterkeringen, in ruil voor natuurlijke gradiënten en zoet-zoutovergangen”, legt Weeda uit. “Dat zijn ook de maatregelen die een lange adem vergen en, zeker in Zeeland, veel overleg en samenwerking vragen. Maar daarom zijn we wel extra blij dat de provincie nu al heeft aangegeven de ‘patroonmaatregelen’ wel in het provinciale Programma Natuur op te nemen.”
Bij Staatsbosbeheer durft Erwin Verhage, accountmanager Zuidwestelijke Delta, niet één gebied aan te wijzen waar hij als eerste de schop in zou willen zetten om de kwaliteit van de Deltanatuur te verbeteren. “Of je het nou hebt over de Westerschelde, waar nog veel getijdedynamiek is, of over het Veerse meer, waar die dynamiek volledig is verdwenen, elk deltabekken heeft zijn eigen problemen die nodig aangepakt moeten worden.”
Ook Verhage schuwt daarbij de controverse niet. “Het gaat nu vaak over gebieden die van de landbouw terug moeten naar de natuur en dat ligt ook in Zeeland gevoelig. Maar soms kan je niet anders, wanneer bijvoorbeeld landbouw door toenemende zoute kwel onmogelijk dreigt te worden.”
“Omgekeerd zouden we ook moeten kunnen praten over het teruggeven van natuur aan de landbouw, in gebieden waar dat nog kan. Als onder een bepaald stuk natuur nog een grote bel zoetwater zit, waar de landbouw van zou kunnen profiteren en elders is landbouw onmogelijk aan het worden door oprukkend zoutwater, waarom zou je dan níet ruilen? Als beide partijen daar beter van worden, kan je boeren helpen én de deltanatuur versterken.”
Ook Verhage is erg blij dat de provincie Zeeland het Actieplan nu heeft omarmd. “Dat betekent echt wat; het is duidelijk meer dan ‘laaghangend fruit’ dat hier wordt geoogst. Er kunnen nu extra stappen worden gezet, ook door bij lopende programma’s aan te sluiten. Zo hopen we als Staatsbosbeheer dat we met de voor vogels heel belangrijke Slikken van de Dortsman kunnen aansluiten bij de verbetering van de Galgeplaat in de Oosterschelde. Door de ‘zandhonger’ van dat gebied, dreigt heel veel foerageergebied voor vogels verloren te gaan. Met steun van de provincie kunnen collega-terreinbeheerders Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten samen met ons een grotere slag slaan.”
Bij Vogelbescherming hoopt Sonja Weeda dat het goede voorbeeld van de provincie Zeeland goed doet volgen. “We zijn inmiddels ook in gesprek met Zuid-Holland, over het opnemen van delen van ons Actieplan in het provinciale Programma Natuur. En ook Brabant heeft een belangrijk stuk van de Deltanatuur op haar grondgebied, dus ook daar valt winst te behalen.”
Het Actieplan is een initiatief van Vogelbescherming Nederland, als lid van de Coalitie Delta Natuurlijk. Dit initiatief is vervolgens uitgewerkt met medewerking van het ministerie van LNV, Rijksdienst voor ondernemend Nederland, Rijkswaterstaat, de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Deelnemers aan de Coalitie Delta Natuurlijk naast Vogelbescherming: het Brabants Landschap, Brabantse Milieufederatie, Het Zeeuwse Landschap, Natuurmonumenten, Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer, WNF, Zuid-Hollands Landschap en de Zeeuwse Milieufederatie.
De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.
Met MijnVogelvinder.nl in de hand herken je vogels door het hele land! Ontdek welke soorten je tijdens het wandelen of fietsen kunt tegenkomen en waar je op moet letten om ze daadwerkelijk te zien.