Geplaatst op 20 juni 2019
Bij Vogelbescherming Nederland wordt met stijgende verbazing gekeken naar de pogingen die politiek Den Haag onderneemt om onder wetgeving uit te komen die de Nederlandse natuur beschermt tegen een veel te hoog stikstofgehalte. Het zou allemaal de schuld zijn van te rigide natuurbescherming. Maar dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) zou botsen met de Habitatrichtlijn, hadden opeenvolgende kabinetten op hun vingers kunnen natellen.
Onlangs haalde de Raad van State een streep door het PAS. Doordat maatregelen om de stikstofdepositie bij de bron aan te pakken achterbleven, werd via het programma een loopje genomen met de in Europees verband afgesproken regels waarmee de natuur en het milieu worden beschermd. De gevolgen zijn groot: de opening van het omstreden Lelystad Airport raakt verder uit zicht en tal van bouwplannen moeten worden herzien of afgeblazen. Zo kunnen veebedrijven niet uitbreiden als ze niet vooraf kunnen aantonen dat hun plannen geen negatief effect hebben op beschermde natuurwaarden.
Binnen de regeringscoalitie kiest nu vooral de VVD de frontale aanval: Nederland gaat volgens deze partij op slot vanwege doorgeslagen natuurbescherming. De bouwplannen moeten niet gestopt, maar de natuur moet worden opgeofferd. Jammer genoeg wordt in deze opvatting niet gekeken naar het bewuste risico dat de opeenvolgende kabinetten hebben genomen. Bij veel bouwprojecten vond men het niet nodig de ambities te toetsen aan de ook voor Nederland geldende Europese natuurwetgeving.
Met alle gevolgen van dien: Nederland ligt onder een vieze deken van stikstof en is zelfs naar verhouding een van de grootste stikstofproducenten ter wereld. Voor vogels en voor de natuur in het algemeen heeft dat verstrekkende gevolgen.
Los van dit soort schrijnende gevolgen voor de natuur was al die jaren bij de beleidsmakers bekend dat de Nederlandse interpretatie van de regels waarschijnlijk niet klopte. De stelling dat onze leefomgeving geweld aan is gedaan door politiek cowboygedrag bij bouwprojecten en in de landbouw, is dus een realistischere voorstelling van zaken dan het nu gebezigde frame dat Nederland geweld wordt aangedaan door natuurbescherming.
Vogelbescherming roept dan ook op de uitspraak van de Raad van State aan te grijpen als grote kans voor het broodnodige herstel van de natuur in Nederland. Want naast de grote gevolgen voor wegenbouw en vliegvelden zal ook de veestapel moeten inkrimpen. En juist op het boerenland verloor de natuur in de afgelopen decennia de slag om de hectares: massaproductie kreeg op veel plaatsen de overhand, vaak met inzet van middelen die de omgeving juist uitputten.
In de afgelopen maanden verschenen er tal van rapporten die aantonen dat de natuur bezwijkt onder de druk van menselijk handelen. In een rapport dat werd gepubliceerd in opdracht van de Verenigde Naties wordt gewaarschuwd dat een miljoen plant- en diersoorten uitsterven als er niet snel wordt ingegrepen. De verstrekkende gevolgen voor de mens worden daarbij stelselmatig onderschat. In die bredere context ziet Vogelbescherming de uitspraak van de Raad van State als een extra motivatie om het roer om te gooien en over te schakelen naar een natuurinclusieve samenleving.