Geplaatst op 12 september 2016
Engerlingen en emelten zijn de larven van respectievelijk de meikever en de langpootmug. Deze larven kunnen behoorlijk wat schade aanbrengen aan sportvelden. Engerlingen eten de ondergrondse delen van het gras, emelten het groen. Daardoor ontstaan er kale plekken in de grasmat.
Spreeuwen plukken deze larven uit het gras en zijn daarmee de vrienden van terreinknechten. Temeer daar spreeuwen doorgaans kauw en zwarte kraai vóór zijn. Deze twee – die ook elders hun voedsel kunnen vinden – ploegen met hun grote snavels de grasmat om.
Hang de nestkast voor spreeuwen in een boom, aan de gevel van een gebouw of aan de lichtmasten rond het sportveld. Zorg er bij voorkeur voor dat de nestkasten al in het najaar hangen. Spreeuwen gaan dan op zoek naar een nestplaats voor het volgende voorjaar. Als nestkasten een aantal jaar hangen neemt de bezettingskans doorgaans toe.
De meeste kasten hangen op 3 tot 5 meter hoogte, vaak met 2 of 3 bij elkaar. Hang de kast met de invliegopening in oostelijke of noordelijke richting en zo dat de spreeuwen in een rechte lijn naar het grasveld kunnen vliegen.
Een nestkast dient solide te zijn (water- en winddicht) en moet stevig worden bevestigd, zodat hij niet bungelt of los waait.
Rond een veld kunnen op meerdere plekken kasten worden opgehangen. Bij voldoende voedsel en kasten nestelen spreeuwen in losse kolonies.
Een goede nestkast is van hout met een dikte van minimaal 15 mm of van houtbeton. Een nestkast mag van binnen niet geschilderd zijn. Het formaat is 16 x 16 x 30 cm met een vlieggat van 4,5 cm.
Nestkasten worden één keer per jaar, ná het broedseizoen, van binnen schoongemaakt met heet water. Trek er handschoenen bij aan. Nestkasten moeten dus open kunnen.
Vogelbescherming verkoopt nestkasten speciaal voor spreeuwen in haar webshop. Die hebben de juiste specificaties.