Geplaatst op 19 oktober 2016
Honderden mensen namen de afgelopen weken contact op met het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre), Sovon Vogelonderzoek Nederland, Vogeltrekstation en Vogelbescherming Nederland. In totaal werden er ruim 1800 dode merels gemeld. Uit de gevallen die het Erasmus MC onderzocht, blijkt dat het virus niet alleen in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg vogelslachtoffers heeft gemaakt. Ook merels uit Utrecht, Overijssel en een enkel geval uit Friesland, Noord-Holland en Zuid-Holland, stierven aan het Usutu-virus.
Hoe groot de impact is op het aantal merels in Nederland is moeilijk aan te geven. Met meer dan een miljoen broedparen kan de merelpopulatie wel tegen een stootje. Tegelijkertijd trekken met name zieke vogels zich terug, waardoor het aantal slachtoffers nooit helemaal duidelijk is. Ook is het niet te voorspellen of een uitbraak van het virus volgend jaar opnieuw sterfte zal veroorzaken. De impact van het virus op de Nederlandse merelpopulatie is op dit moment nog niet duidelijk aan te geven. Pas als volgend jaar de broedvogels worden geteld, zal een schatting te maken zijn.
Veel mensen zijn bezorgd over de vogels in hun omgeving en nemen contact op met één van de vier organisaties. Een van de meest gestelde vragen is of het Usutu-virus er voor zorgt dat men zo weinig merels ziet. Dat is maar ten dele waar. Aan het einde van de zomer gaan de vogels in de rui, het is tijd voor een nieuw verenkleed. In die periode leven vogels, en dus ook merels, wat meer verborgen.
Nu de herfst is ingetreden en de temperaturen dalen, zijn de steekmuggen, die het Usutu-virus overbrengen, minder actief. De verwachting is dat het virus daardoor gaandeweg minder slachtoffers zal gaan maken.
Het is overigens uitzonderlijk dat mensen besmet raken met dit virus. Dode vogels kunnen het beste met wegwerphandschoenen of een plastic zakje worden opgepakt en begraven in de tuin, in de grijze kliko worden gedaan, of naar de kadaverton van de gemeente worden gebracht.
Dode merels en andere vogels kunnen nog steeds worden gemeld bij het Dutch Wildlife Health Centre via het meldingsformulier en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het doen van meldingen helpt bij het in kaart brengen van de merelsterfte.