Door
Marc Guyt
Fotograaf
Geplaatst op 30 juni 2022
De golfkarretjes stonden bij aankomst al op ons te wachten. Een gezonde spanning maakte zich van ons meester en we wilden niets anders dan het eiland verkennen. Tijdens de korte rit naar onze slaapplek begon het vogelspektakel al. Uit het gras en de lage struiken langs het betonnen pad riepen vele 100-en zangvogels. Het bleken vooral bladkoningen en bruine boszangers te zijn.
‘Rietgorzen’ met veel wit in de staart moesten de door ons gewenste maskergorzen zijn; helaas wisten we het Chinese woord voor ‘stop’ niet. Die soort moest nog even wachten voor een bevredigende zichtwaarneming.
Het onderkomen bleek uit enkele veredelde houten keten te bestaan, elk ingericht als vierpersoonskamers, met een gemeenschappelijk douche. Heel eenvoudig, maar meer dan prima, want we kwamen hier niet om te relaxen.
Na er jaren over te hebben gedroomd, was het eindelijk zover, we waren op de plek aangekomen die vele vogelaars voor ons intens blij had gemaakt: Happy Island.
In 1987 bracht een Engelse vogelaar een bezoek aan een 1x2 km2 ‘groot’ eiland voor de kust. Hij was zo onder de indruk van de onbeschrijfelijke aantallen Oost-Aziatische (trek)vogels, inclusief vele droomsoorten, dat hij het eiland tot Happy Island omdoopte. In de vogelaarswereld bleef deze naam plakken en een nieuwe legendarische vogelplek was geboren.
Gelegen voor de Chinese kust in de Gele Zee, op slechts drie uur rijden van hoofdstad Beijing, ligt het eiland ‘recht onder’ een van ’s werelds belangrijkste vogeltrekroutes, de East Asian Flyway. Onbewoond en ongerept, met vooral veel gras, verspreid liggende lage struiken en twee geïsoleerde kleine plukjes bos. Verder vind je er vogelvriendelijke zoutpannen en garnalenvijvers en is het eiland gelegen in een soort Waddenzee, inclusief hoogwatervluchtplaats met 10.000-en steltlopers in zomerkleed, waaronder bedreigde soorten als grote kanoet en Aziatische grijze snip.
Struinen over het eiland van voor zonsopkomst tot na zonsondergang, op zoek naar door ons gewilde soorten als roodkeelnachtegaal, blauwe nachtegaal, snornachtegaal, goudlijster, blauwstaart en Siberische lijster tussen 1.000-den Aziatische trekvogels. Een paradijs voor vogelaars en tien dagen lang ons domein!
Een van de grote attracties van Happy Island is de ideale ligging voor falls, een fenomeen waarbij grote aantallen trekvogels door weersomstandigheden op één plek tijdelijk stranden. Soms in duizelingwekkende aantallen vogels van vele soorten, zoals op de dag van onze aankomst.
Doordat het eiland, en de nabijgelegen kust, vrijwel ‘ontlast’ is van hogere vegetatie, zijn de vogels op het eiland vooral te vinden in de kleinere stukjes hogere vegetatie die er nog wél zijn, Temple Wood en Little Wood. Daar zoeken ze veiligheid en voedsel. Beide plekken zijn kleine postzegels, Little Wood zelfs niet groter dan enkele tennisbanen, maar met een magnetische aantrekkingskracht voor vogels. Een klein stukje vergelijkbaar bos bij de haven op het vasteland heeft zelfs de vogelaarsnaam Magic Wood gekregen. Zo goed is het voor trekvogels.
Wij hadden het geluk meerdere van deze falls mee te maken. Op zulke dagen, lopend door Temple Wood, leek er soms lichte regen op het bladerdak te vallen. Dit geluid werd echter veroorzaakt door de dichtslaande snaveltjes van de vele 1.000-en foeragerende boszangers. Vooral bladkoningen en Pallas boszangers, maar ook vliegenvangers inclusief de kleurrijke driekleurenvliegenvanger en mugimakivliegenvanger. De magie van de vogeltrek in optima forma.
De ondiepe kanalen met zoet water in Temple Wood (de op Happy Island beroemde gullies) zijn ook fenomenaal. Sommige vogelaars kwamen hier zelfs niet weg en zaten de hele dag op hun driepootstoeltje bij het water te wachten. De meeste in het bos aanwezige vogels komen namelijk uiteindelijk allemaal bij deze drinkplekken uit. Vooral tijdens grote falls was het een komen en gaan van soms vele 100-en tegelijkertijd drinkende zangvogels. Hieronder ook schuwe soorten als Siberische lijster, geelkeelgors en petsjorapieper.
Buiten het bos voerden andere vogelsoorten de boventoon. Steltlopers, sterns en meeuwen op de hoogwatervluchtplaats, in de zoutpannen en langs de kust,. Piepers, kwikstaarten, gorzen, rietzangers, karekieten, bruine klauwieren en Stejnegers roodborsttapuit op de vlaktes. En een stroom overvliegende trekvogels over het eiland zelf.
De wilgengors was op dat moment nog een redelijk algemene doortrekker, maar is sinds begin 2000 in (Zuid)oost-Azië massaal (illegaal) weggevangen voor consumptie. Op het eiland gebeurde dit gelukkig niet, maar op het vaste land vonden we tijdens een later bezoek wel een illegaal mistnet dat we gelijk hebben vernietigd. Helaas te laat voor de vogels die dood in het net hingen, waaronder een Oosterse dwergooruil en een goudlijster.
Op een van de eerste heldere dagen viel het me op dat er een ander eiland aan de horizon zichtbaar was. Een blik met de verrekijker deed mijn hersenen pijn: keek ik naar de skyline van Marken? Een van de nabijgelegen eilanden was omgeturnd in een pretpark met een Hollands thema, compleet met een nagebouwd Nederlands traditioneel vissersdorp.
Tijdens mijn laatste bezoek een aantal jaren geleden bleek Happy Island ondertussen ook omgevormd tot een toeristische bestemming. Weg ongereptheid, zoutpannen, rustiek Boeddhistisch tempelcomplex en waddendynamiek. Welkom vaste verbinding naar het (nu schier)eiland, driving range voor golfers en een megalomaan tempelcomplex compleet met torenhoge pagode en een lotusbloem met een diameter van vele 10-tallen meters. Welkom extra opgespoten land rond het eiland om nog meer te bouwen. Welkom rondweg voor elektrische busjes om toeristen te vervoeren. Welkom moderne accommodatie en luxe villa’s voor Chinese hoogwaardigheidsbekleders.
En nog steeds werd er bijgebouwd. Er waren alleen nog geen Chinese toeristen. Het was wel alvast gebouwd voor wanneer ze zouden komen. Want dat ze komen, dat staat vast.
De magie van Happy Island heeft hierdoor zijn glans verloren, net als zoveel voormalig ongerepte plekken op de wereld. De vogels wisten het eiland gelukkig nog wel te vinden. De aantallen waren nog fenomenaal hoog en fraai te zien en fotograferen. Nog steeds was er elke ochtend de gezonde spanning en opwinding van wat de dag zou kunnen brengen. Nog steeds zaten er goudlijsters in het bos. En nog steeds is de flyway fysiek te zien boven het eiland, als een onafgebroken slingerend lint aan trekvogels. Die magie gaat hopelijk nooit verloren.
Het volgende blog van Marc Guyt gaat over Angel Paz, de Antpitta-fluisteraar.