Geplaatst op 20 februari 2019
Het niet goed in kaart brengen van de gevolgen van de lage vliegroutes - ongeveer 1800 meter hoogte -, zorgde voor een onvoldoende goed onderbouwd besluit voor de uitbreiding van Lelystad Airport. Een geactualiseerde Milieueffectrapportage (m.e.r.) zou dit moeten oplossen. Dat was het idee. Maar wie denkt dat het nu wel degelijk gebeurd is, heeft het helaas mis.
Opnieuw is het besluit over Lelystad Airport gebaseerd op drijfzand. De gevolgen voor vogels en vliegveiligheid zijn slordig onderzocht. De grote groepen vogels die van deze hoogte tijdens de trek gebruik maken, zijn onvolledig en niet met de juiste middelen in kaart gebracht.
Het onderzoek heeft zich beperkt tot trekvogels die over een breed front in losse groepjes vliegen. Dat zijn vooral zangvogels die verspreid over het landschap tussen noord en zuid pendelen. Niet meegenomen in het onderzoek zijn grote geconcentreerde groepen vogels die langs bijvoorbeeld de kustlijnen van IJsselmeer en Noordzee vliegen. Hierbij gaat het vaak om grotere vogels zoals ganzen, die een veel groter risico vormen voor vliegtuigen dan kleine vogels. Het is onbegrijpelijk dat dit niet goed is onderzocht, want de vliegtuigroutes naar Lelystad doorkruisen juist deze vogelvliegroutes.
Te vrezen valt bovendien dat de vliegtuigen boven IJsselmeer en Markermeer in de lente en de zomer een massaslachting onder gierzwaluwen kunnen aanrichten. Deze supervliegers slapen vliegend op grote hoogte boven het water. Het luchthavenbesluit besteedt er geen aandacht aan.
Vogelbescherming stelt in haar zienswijze op het ontwerp-luchthavenbesluit dan ook dat er alvorens een besluit te kunnen nemen deugdelijk onderzoek moet plaatsvinden naar de gevolgen van het vliegveld voor de vogels in deze gebieden en de vliegveiligheid.
Ook direct bij het vliegveld worden de risico’s voor vliegtuigen en vogels veronachtzaamd. Lelystad Airport ligt vlak bij zeer belangrijke vogelrijke natuurgebieden, zoals de Oostvaardersplassen. Voor een vliegveld een uiterst ongelukkige plek. Tot op heden is er geen goed beeld van de vliegbewegingen van de vogels rondom het vliegveld. Afgelopen jaar is er heel beperkt gekeken naar deze bewegingen. Op tien dagen verspreid door het jaar is er met een scheepsradar (er zijn in Nederland veel betere radars voor zulk onderzoek!) gekeken naar hoe vogels vliegen. Tien op 365 dagen geeft natuurlijk nooit een volledig beeld van wat vogels door het jaar heen onder allerlei verschillende weersomstandigheden doen.
Volgens het ontwerp-luchthavenbesluit zou het niet nodig zijn om rondom het vliegveld vogels te verjagen. Een oordeel gebaseerd op onderzoek uit 2014 naar vogelbewegingen rond het vliegveld.
In december vorig jaar besloot Gedeputeerde Staten van Flevoland echter dat er wél in de ruime omgeving van Lelystad Airport beschermde vogels opzettelijk verjaagd dienen te worden. De provincie baseert dit op dezelfde onderzoeken. In haar reactie wijst Vogelbescherming op deze onbegrijpelijke tegenstelling. Het toont het geklungel rond de besluitvorming over Lelystad Airport opnieuw aan en maakt duidelijk dat in ieder geval vogels daar de dupe van kunnen worden.
Vogelbescherming heeft zich diepgaand verdiept in de onderzoeken naar de gevolgen van Lelystad Airport met als doel bij te dragen aan zorgvuldige besluitvorming. Het is immers niet niets een grote luchthaven vlak bij natuurgebieden waar grote delen van het land mogelijk last van krijgen. De verantwoordelijk minister Van Nieuwenhuizen lijkt echter niet geïnteresseerd in zorgvuldige besluiten. In de Volkskrant van maandag 18 februari gaf zij te kennen dat Lelystad er komt. Zij ziet het als de opdracht waar ze voor staat. Het klinkt Vogelbescherming in de oren als praten voor je beurt.