Navigatie overslaan
Alle berichten

De kunst van ambachtelijke vogelbescherming

Geplaatst op 28 mei 2015

Als je het tuinpad van Martin van de Reep oploopt, hoor je ze al: gierzwaluwen. Het klinkt uit een nestkast onder de nok van zijn huis. Maar de kast is leeg; dit is een geluidsopname, een lokkertje. Martin van de Reep helpt door heel Den Haag gierzwaluwen aan onderdak. Met het geluid uit zijn nestkast hoopt hij zwaluwen te verleiden om onder zíjn dak te komen nestelen. Ook voor de mussen zet Martin zich in.

Gierzwaluw en mus

Van Leidschendam tot Scheveningen; de Haagse stadsvogeldeskundige Martin van de Reep gaat overal in gesprek met bouwers, slopers en groenwerkers. Hij zorgt ervoor dat die rekening houden met het broed- en leefgebied van de gierzwaluw en de mus; twee stadsvogels die het in de moderne stad niet makkelijk hebben.

Kennis en liefde

Van de Reep is afkomstig uit de bouwwereld; hij weet waar hij het over heeft als hij met aannemers en architecten in gesprek is. Bovendien heeft hij een enorme kennis van en liefde voor vogels. Tijdens een rondrit langs ‘zijn’ projecten in Den Haag – “Oh, hier staan ze op de steiger. Dan moet ik snel mijn gierzwaluwkasten aanbieden.” – reageert hij enthousiast op plotseling opduikende gierzwaluwen of baltsende mussen.

Kwetterplek

Toen in Leidschendam de kades rond de sluis werden opgeknapt, moesten de heggen verdwijnen die terrasbezoekers het uitzicht op de bootjes ontnamen. De lokale mussenkolonie dreigde zijn ‘kwetterplek’ te verliezen. Van de Reep ging in debat met de architect – “Mensen willen eerst mussen zien, dan pas bootjes.” – en nu staat er een brede haag liguster tussen straat en terras, precies in de zwaaikom van de oude brug. Architect blij, mussen blij en terrasbezoekers blij.

Gepimpt plein

In hartje Den Haag werd een mussenkolonie dakloos toen hun klimop van de muur stormde. Van de Reep voorzag ze van tijdelijke houten nestkasten én liet in de muur van een nabijgelegen school-in-aanbouw mussenkasten inbouwen. Na veel soebatten kwamen er op het gepimpte plein voor de school bakken met hulstbomen, zodat de mussen ook in de winter beschutting hebben. Als de school straks in gebruik wordt genomen, wil Van de Reep dat de schoolkinderen de voedersilo adopteren die hij op het plein plaatste.

Mobiele voederpalen

Een sterk staaltje van ‘ambachtelijke vogelbescherming’ is het project op de begraafplaats St. Barbara. De flats naast de begraafplaats worden gesloopt. Daarom zijn er nieuwe nestkasten voor mussen opgehangen aan het huis van de opziener op de begraafplaats. Maar dat is te ver van de oude kolonie om de mussen spontaan te doen verhuizen. Met mobiele voederpalen, die Van de Reep elke veertien dagen een paar meter verplaatst, lokt hij ze mee naar hun nieuwe woningen. Volharding en vindingrijkheid, daar krijg je veel mee voor elkaar.

Meer informatie op de website van de Haagse Vogelbescherming