Geplaatst op 29 augustus 2018
Ik las dit jaar terugblikken op die revolutionaire zomer van 1968. Daar ben ik nog te jong voor. Maar de zomer van 2018 zal ik nooit vergeten. Ja, hij was warm, droog ook. Maar het was vooral: mijn eerste keer.
Vele lange jaren heeft hij op mijn verlanglijstje gestaan, maar een ontmoeting was me simpelweg nooit eerder gelukt. Of gegund, zo je wilt. Nu, afgelopen zomer, zat ie daar ineens, recht voor me, minutenlang: een appelvink. Ik zat op een balkon, kijker bij de hand. In de boom vijf meter tegenover me ging hij er eens goed voor zitten. Hij voldeed aan alle verwachtingen. Vol in beeld zag ik die ‘enorme snavel’, de ‘stierenek’, zoals mijn oude Petersons de ‘veldkenmerken’ beschrijft. Maar vooral: die ‘geelbruine kop, warm bruine rug en licht rozebruine onderdelen’. Mijn gevoelsthermometer schoot in de rode zone. Er was geen hitteplan tegen bestand.
Een appelvink dus. Mijn allereerste keer. En als een man zag ik de zon weer opgaan – o nee, dat was 1977. Wel een beetje sneu dat ik er helemaal voor naar Zwitserland moest rijden. Bij al mijn vogelvrienden groeien de appelvinken bij bosjes aan de bomen om de hoek, maar soms is de omweg de kortste route naar geluk.
Je eerste keer, die vergeet je dus nooit meer. Sommige mensen hebben fotoalbums vol herinneringen. Ik herinner mij vakanties aan mijn vogelliefdes. Mijn hoofd zit vol plakplaatjes van eerste keren.
Zo was ik al meer dan twintig jaar geleden op Ameland. Door mijn kijker (mijn eerste; als ik er nu door kijk ben ik binnen 5 minuten scheel) zag ik op de top van een struik een vogel zitten die ik niet kon thuisbrengen. Ik moest het hebben van de intuïtie. ‘Grauwe klauwier’, prevelde ik in mijzelf – terwijl ik die nog nooit gezien had en maar amper wist hoe die eruit zag.
Hoe langer het geleden is, hoe minder ik ben gaan twijfelen over die eerste, enige grauwe klauwier in mijn leven. Een foto heb ik niet, maar nog steeds staat hij loepzuiver op de harde schijf van mijn geheugen. Het formaat (best groot), die wakkere houding. Dat grijze mutsje, die bruine jas, en vooral: dat zwarte bandietenmaskertje. Grauwe Klauwier, 100 procent zeker weten. Denk ik.
Je hoort mensen weleens zeggen dat hun eerste keer een tegenvaller was, of een harde leerschool. De mijne wordt met de jaren mooier.
Vertel eens Saskia, hoe was jouw eerste keer?
Nou, mijn eerste keer valt helaas in de categorieën tegenvaller én harde leerschool, met die rare vent uit Doetinchem in een tentje op de Haagse camping Ockenburg. O, sorry, je bedoelde wat anders. De vogels! Ja, dát zijn pas eerste keren. Vijftig tinten grijs zou erbij verbleken.
De eerste keer dat ik door een kijker keek en eindelijk een grutto zag zoals hij bedoeld was hapte ik ook letterlijk naar adem. Een vogelaar was geboren. En het fijne van zo’n nieuwe hobby is dat je nog een heel leven vol eerste keren vóór je hebt – zelfs als je pas, zoals ik, op idioot hoge leeftijd als groentje het veld in trippelt.
De eerste ijsvogel: mijn hart bonkte in een verontrustende overdrive. De eerste roerdomp: stuiterend langs het riet. De eerste purperreiger die over me heen vloog: ‘Yes! Yes! YES!!’ schreeuwde ik naar de hemel. De eerste goudvink: een bijna hallucinerende ervaring, omdat ik – als bevroren – helemaal alleen in het bos zowel een mannetje als vrouwtje tegelijk groot in beeld had, en dat zeker een kwartier lang. Maar ook voor alle iets minder tot de verbeelding sprekende vogels geldt: elke eerste keer is een momentje om in te lijsten. Het is geluk dat in golfjes door je heen slaat. Vogels doen het beter dan mensen.
Dit alles kent ook een keerzijde: dat genot wil je telkens opnieuw ervaren, en nog eens, en nog eens, en op een gegeven moment kom je op het punt dat je nieuwe impulsen nodig hebt om aan die nooit opdrogende behoefte te kunnen voldoen. Een beetje zoals onlangs de Womanizer op de markt werd gebracht: dit wonderapparaat zou vrouwen ‘binnen de minuut naar de zevende hemel brengen’. En was dus direct uitverkocht. Zo is het ook met vogels: je gaat extra geld uitgeven voor nog meer, nog beter, nog lekkerder. En dus ondernam ik dit voorjaar mijn eerste buitenlandse vogelreisje. Naar de Extremadura in Spanje, het walhalla voor zelfs de meest verwende vogelaar.
Daar beleefde ik alles opnieuw. ‘Like a virgin’, zong ik vrolijk, onder de boom met – ook mijn! – eerste appelvink. En toen moesten al die andere eerste keren nog komen. Ook ik zag een fijne klauwier: de roodkop. Vale gier. Aasgier. Monniksgier. Spaanse Keizerarend. Purperkoet. Hop. Bijeneters. Dat ik die reis überhaupt volbracht zonder hartinfarct is niet minder dan een wonder.
Maar toen moest het allerbeste nog komen. De scharrelaar. Die ijsvogel en blauwborst waren op slag onhandige beginners. Dít was pas een blauwe vogel. Die wist wat ie moest doen. De mooiste. De blauwste. De allerheerlijkste vogel in mijn nabijheid ooit. God mag weten wat voor kreten ik allemaal uitsloeg, maar deze prachtige womanizer was écht tot wonderen in staat. Een eerste keer, die je normaal alleen in films ziet.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.
Vogels kijken doe je ook met je oren! Vogelbescherming heeft een paar mooie podcastseries gemaakt. Luister bijvoorbeeld naar Uitgevogeld, Dwaalgasten of Van glas tot gras.