Door
Marieke Dijksman
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 19 november 2020
Vogels als huismus en gierzwaluw zijn, net als sommige vleermuissoorten, grotendeels afhankelijk van onze bebouwing. Al honderden jaren broeden deze soorten in de gaten en kieren in onze muren en de holtes onder onze dakpannen. Door het isoleren van huizen en het steeds strakker bouwen zijn deze broedplekken zo goed als verdwenen. Sinds 2017 worden er daarom in de vijf grote steden van Noord-Brabant nieuwe nestgelegenheden voor vogels en vleermuizen gecreëerd. Inmiddels zijn 269 plekken voor vogels en vleermuizen gerealiseerd, 341 in uitvoering en zijn er plannen om nog 1073 neststenen te plaatsen.
Om te zien of de dieren de neststenen weten te vinden, is er vanaf april in Eindhoven, Tilburg en Helmond gemonitord met en door vrijwilligers. Inmiddels hebben zes paartjes huismussen een nest gemaakt in de stenen. Dat klinkt weinig, maar is absoluut een hoopvol begin. Doorgaans duurt het een aantal jaar voordat huismussen, gierzwaluwen en vleermuissoorten de nieuwe verblijfplaatsen weten te vinden. Bovendien betreft het veel wijken in aanbouw, waar de bouw nog bezig is en het groen nog moet groeien.
De verwachting is dat met name de huismussen de komende jaren in grotere aantallen de stenen gaan bezetten. De gierzwaluwen zijn afgelopen broedseizoen wel langsvliegend gezien bij de neststenen, dus ook hier is de verwachting dat ze binnen een aantal jaar de kasten gaan gebruiken. Alhoewel er geen specifieke verblijfplaatsen voor spreeuwen zijn gerealiseerd, laten ook zij zich steeds vaker zien. In het project Vredeoord heeft een paartje spreeuwen gebroed in een boom die tijdens de bouw mocht blijven staan. Dit laat zien hoe belangrijk het groen in een woonwijk is.
Door onze modernere bebouwing en het verdwijnen van het groen in de steden zijn het aantal huismussen, gierzwaluwen, huiszwaluwen, spreeuwen en vleermuizen flink in aantal afgenomen. Provincie Brabant, de vijf grootste Brabantse steden, Zoogdiervereniging en Vogelbescherming hebben mede daarom de handen in een geslagen om te werken aan een toekomst voor vogels en vleermuizen in de Brabantse steden. Bij nieuwbouw en renovatie wordt er natuurinclusief gebouwd, onder meer door het aanbrengen van neststenen. Daarnaast worden kerktorens en -zolders toegankelijk gemaakt voor dieren om weer te kunnen broeden.
Vogelbescherming ziet het als een belangrijke taak om samen met projectontwikkelaars en beleidsmakers vogelvriendelijke oplossingen aan de tekentafel een plek te geven. Want dankzij vogels komen dorpen en steden pas écht tot leven.
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.