Boekentip: Zomergasten, doortrekkers en overwinteraars

Dit is niet het eerste boek van Dwarshuis. In 2016 verbrak hij het wereldrecord vogels kijken door in 40 landen maar liefst 6.852 vogelsoorten te zien. Daarover verscheen in 2019 het bijzonder leuke boek Een bevlogen jaar (en zelfs een film). Daarna is hij de tomeloze vogel-ambassadeur geworden zoals we hem nu kennen. Zelfs voor een wereldreiziger als Dwarshuis heeft Nederland veel te bieden. Met zijn nieuwe boek maakt hij niet alleen duidelijk dat ons land nog steeds een vogelparadijs is; ook dat we alles op alles moeten zetten om onze natuur te behouden.

Het boek geeft een beschrijving van wat er door het jaar heen zoal te zien is in de Nederlandse natuur. Met de nadruk op vogels natuurlijk. Dat doet Dwarshuis door je als lezer in vier hoofdstukken mee op reis te nemen door de seizoenen. Maar meer dan een reisgids die aangeeft wat je waar en wanneer kunt zien, zijn het persoonlijke verhalen. Per hoofdstuk bezoeken we samen met Dwarshuis meerdere natuurgebieden. Zonder uitzondering betreft het topnatuur, al zal niet iedereen de plekken meteen kennen.

Natuurlijk worden bijvoorbeeld Oostvaardersplassen, Lauwersmeer en de Wieden-Weerribben besproken, maar ook pareltjes als Diependal, Westhoek en Hoog Buurlo komen aan bod. Dwarshuis put uit zijn (enorme) ervaring en kennis en weet ieder gebied en de vogels daardoor treffend en op een leuke, authentieke wijze weer te geven. Voor veel vogelaars heel herkenbaar, voor niet-vogelaars een mooi inkijkje.

Je krijgt als lezer overigens veel meer mee dan de seizoensgebonden observaties van Dwarshuis. De informatiedichtheid van het boek is indrukwekkend! Allerlei wetenswaardigheden over ecologie, biologie en gedrag van vogels (maar ook van andere dieren) worden met verve gebracht. Zo lezen we dat de komst van de exotische quaggamossel voor de krooneend als geroepen kwam. De mossels filteren algen uit het water en zorgen voor een toename in helderheid. Op sommige plekken zijn ze inmiddels zo algemeen en doen ze dat zo effectief dat ze meer dan eenmaal per dag al het water filteren. Krooneenden zijn verzot op kranswieren, waterplanten die sterk gebonden zijn aan schoon, helder water.

Ook over de bezochte gebieden geeft Dwarshuis veel achtergrondinformatie, waarmee het boek nog verder aan diepgang wint. De tekst wordt overigens verlevendigd met de meest prachtige vogelfoto’s, en beeld van de auteur in zijn natuurlijke habitats.

Met het boek wil Dwarshuis vooral verwondering aanwakkeren voor onze natuur, en daarmee de urgentie aangeven dat natuurbehoud (beter) moet. Juist nu. Deze quote uit het boek geeft dit indringend weer: “Die verwondering geeft een zilveren randje aan de donkere wolk die momenteel boven ons hoofd hangt, want we zijn als maatschappij dusdanig van de natuur vervreemd geraakt dat zij onze liefde hard nodig heeft. De afgelopen decennia hebben we onze planeet stelselmatig uitgeput, uitgebuit en naar onze hand gezet en nu geeft zij ons op haar beurt een keiharde les in nederigheid”. Dit boek kan zeker aan die verwondering bijdragen en verdient alleen daarom al een breed publiek.

Dit boek is voor iedere natuurliefhebber, vogelaar (beginnend of gevorderd) en verder iedereen die met de Nederlandse natuur is begaan. Zoals Humberto Tan – ook al door Dwarshuis aangestoken met het ‘vogelaarsvirus’ – schrijft in het voorwoord: “Iedere pagina, iedere zin is doordrenkt van zijn passie voor de natuur.” Aanbevolen.