Door
Kirsten Dorrestijn
Redacteur Vogels
Geplaatst op 12 juni 2019
Op het erf van boer Versteijnen in Haaren, Brabant, zet Anita van Dooren (51) een ladder tegen de muur van de schuur. Op zo’n drie meter hoogte hangt een langwerpige steenuilennestkast. Anita klimt op de ladder, doet de kast open en haalt er een donzig grijs bolletje uit: het jong van een steenuil. Beneden aan de ladder staat Christien Hermsen (61). Ze neemt het kuiken aan en stopt het in een emmer. Er volgen nog vier andere jonkies. Vandaag zullen ze worden geringd.
Het erf van de boer is rommelig: overal ligt zand, er groeit onkruid langs de randen, her en der liggen oude gereedschappen en voertuigen. “Sommige boeren excuseren zich voor de rommel op hun erf”, vertelt Anita, “maar ik ben juist heel blij met een rommeltje. Op een aangeveegd erf hebben muizen, insecten en vogels niks te zoeken, en dat zijn nou precies de prooien van steenuilen.”
Anita en Christien bezoeken samen al sinds 2008 alle locaties in de buurt van Oisterwijk (Brabant) waar steenuilen broeden. Sinds ze hun ringdiploma hebben gehaald, ringen ze de vogels ook zelf. Behalve alle uilensoorten, mogen ze ook torenvalken ringen. In totaal komen ze elk voorjaar op zo’n honderd locaties voor steenuilen.
Anita kwam in aanraking met uilen, toen een boswachter haar meenam naar een uit het nest gevallen jonge bosuil. “Dat maakte zoveel indruk, dat ik er steeds aan terugdacht. Toen ik hoorde dat er hier in Brabant groepen bestaan die zich met uilenbescherming bezighouden, ben ik eens gaan informeren.” Sinds dat moment is ze dagelijks met uilen in de weer. Wat ze specifiek leuk vindt aan de steenuil? “Ze hebben zo’n pittige, kwaaie blik.”
Christien kwam via een andere weg bij de steenuilen terecht, maar in dezelfde periode als Anita. “Ik was gestopt met volleybal en een vogelcursus van IVN was het eerste wat op mijn pad kwam. Vooral over de uilen was ik enthousiast. Iemand adviseerde me contact op te nemen met Anita.” De ransuil is evenwel haar favoriete uil.
Anita en Christien zijn in de schaduw naast de schuur gaan zitten. De kuikens worden één voor één uit de emmer gepakt. Ieder exemplaar krijgt een cijferring om zijn poot geklemd. Ook worden de diertjes gewogen, de vleugels worden gemeten en het vetpercentage beoordeeld. De donzige beestjes laten het gedwee gebeuren.
Eén van de dingen die Christien en Anita leuk vinden van dit werk, is dat ze op zoveel verschillende erven komen. “Het contact met de mensen is leuk”, zegt Christien. Veel erfbewoners zijn heel begaan met hun uiltje.”
Wat dat betreft hadden de twee geluk met de nieuwe bewoners van een huis iets verderop, in Oisterwijk. Op dit adres kwamen Christien en Anita al een aantal jaren toen de oude bewoners aangaven te gaan verhuizen. Anita: “Dat is altijd spannend, want je weet nooit wie ervoor in plaats komt. Vaak genoeg wordt er direct een gloednieuwe schuur neergezet.”
Zo anders was dat bij Bart en Benja. Het grasveld waar de vorige bewoners paarden hielden, werd omgetoverd tot een bloemenveld met korenbloem, klaproos en margriet. Aan de randen van het erf werden struiken met bessen en doorns gepoot, zoals meidoorn en kardinaalsmuts. Er kwam een hoogstamboomgaard, een paddenpoel en een hakbosje. Het echtpaar maakte gebruik van subsidies van Nederland Zoemt, Streekfonds Het Groene Woud en Brabants Landschap. De steenuil die bijna jaarlijks op het erf broedt, profiteert nu van de muizen, insecten en vogeltjes die op de ingrepen afkomen.
Foto’s van het aanleggen van de bloemenweide op het erf van Bart en Benja.
Elk erf scannen Anita en Christien op kansen en gevaren voor de steenuil. “Het is belangrijk dat er onder de nestkast struiken of takken liggen”, vertelt Christien. “Kuikens die net zijn uitgevlogen kunnen daar in schuilen.”
De twee dames waarschuwen altijd voor waterbakken voor koeien of paarden: het gebeurt geregeld dat daar uilen in verdrinken. De landelijke steenuilorganisatie STONE ontwierp speciaal een uilenvriendelijke waterbak met een soort wasmand erin waardoor de vogel eruit kan klauteren. Vorig jaar hebben Anita en Christien hebben die met steun van een fonds kunnen uitdelen aan erfbewoners.
Alle steenuiltjes van boer Versteijnen zijn inmiddels geringd. De jonkies zijn zo’n 23 dagen oud, blijkt uit de leeftijdstabel waar ze naast zijn gelegd. Nog een week en dan zullen ze uitvliegen. Anita klimt de ladder op om de donsuiltjes terug te zetten. En dan, op naar het volgende erf.
STONE heeft een mooi boekje uitgegeven over de interessante dieren die op erven voorkomen en hun relatie met de steenuil: ‘Erfbeesten’. Sommige staan op de prooilijst, zoals muizen, regenwormen en meikevers, voor andere - zoals de bosuil en desteenmarter - moet de steenuil zelf op zijn hoede zijn. Kauwen en holenduiven concurreren om nestplaatsen en kerkuilen en torenvalken delen de voorliefde van steenuilen voor muizen. Leuk om te lezen en door de prachtige foto’s ook een lust voor het oog.
Erfbeesten is te koop in de winkel van Vogelbescherming (niet in de webshop) en online.