Door
Lars Soerink
Geplaatst op 21 juni 2021
We schrijven het jaar 1421; de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland was bij Baugé omgeslagen in het voordeel van de Fransen. De herfst bracht, in de nacht van 18 op 19 november, zware stormen. De Hoekse en Kabeljauwse Twisten hadden hun tol geëist, de kas van het Graafschap Holland voorzag niet meer in adequaat onderhoud van belangrijke dijken. Een stormvloed, opgestuwd door wind én langdurig zware regenval in de stroomgebieden van Maas en Rijn, bracht een hoeveelheid water waar geen houden meer aan was; de dijken braken, tientallen dorpen kwamen onder water te staan. Op het moment dat duizenden mensen stierven werd de Biesbosch geboren.
2021: Ik stuur de punt van mijn kano met een paar flinke slagen de bocht om van de Sloot van Sint Jan, weg van het drukbevaren Spijkerboor en de échte Biesbosch tegemoet. In de vork van een zware populier rechts zit een haviksnest, de bewoner kondigde zich al eerder aan met luid geroep. Links en rechts in het riet en de wilgenruigte die daar meteen achter begint, roept een koor aan vogels; het geluid van Cetti’s zangers is wel het opvallendst. Als je langer luistert valt het aantal kleine karekieten op. Dit is voor mij de Biesbosch. De Oude Biesbosch, het krekenlandschap waar je na elke bocht een bever kan verwachten, of een ijsvogel die vanaf een overhangende wilgentak aan het vissen was om met een luide piew als blauwe streep weg te zoeven, en na honderd meter opnieuw een stuk vooruit te vliegen, dan voorgoed te verdwijnen.
De Oude Biesbosch is allang niet meer de enige Biesbosch. Sowieso is er nooit één Biesbosch geweest: doorsneden door de Amer en Nieuwe Merwede kun je duidelijk onderscheid maken tussen de Dordtse Biesbosch en Hollandse Biesbosch (ten westen van de Amer) en de Brabantse Biesbosch, met de Zuidwaard als meest bekende vaargebied. Een heel ander beeld tref je aan in de weidse Noordwaard. Een enorm landbouwgebied werd na hoge waterstanden in 1995 toegevoegd aan Nationaal Park de Biesbosch om waterveiligheid en natuurontwikkeling hand in hand te laten gaan. Ruimte voor de rivier heet het masterplan dat op tal van plekken in Nederland tot grootscheepse herinrichting van het stroomgebied van de rivieren leidde. De Biesbosch, toch al een van de grootste natuurgebieden van Nederland, verdubbelde zowat in oppervlak. Voor vogels en natuur veranderde alles: waar voederbieten stonden, broeden nu blauwborsten en bruine kiekendieven en bepalen bevers welke boom waar nog overeind staat.
Met de kano ben ik op weg naar wat ik in stilte koester als het mooiste stukje van het gebied. Een paar smalle kreekjes, de meeste toeristen varen er met hun motorbootjes aan voorbij. Ze zouden er toch niet in kunnen (en gelukkig: dat mag ook niet). Of ik terecht kan in dit Biesboschheiligdom is ook nog maar de vraag: door de afsluiting van het Haringvliet is het grootste deel van de werking van eb en vloed aan de Biesbosch onttrokken maar desondanks is er nog altijd een getij van zo’n dertig centimeter verschil tussen hoog en laag water. In het Middelveld maakt dat het verschil tussen hemel en hel. Met voldoende water glijdt de kano fluisterstil door een moerasbos dat zijn weerga niet kent. Glijbaantjes en andere sporen van bevers links, twintig meter verder vliegen enkele oeverlopers op en een wielewaal roept door het bos. Is het water net te laag, dan blijft een modderige geul over waar zelfs de kano, met nauwelijks diepgang, vreselijk in vast kan lopen. Beversporen, wielewaalgezang en een overvliegende zeearend blijven onopgemerkt in het hijgend zwoegen om weer in bevaarbaar water te raken.
Natuurlijk is de kano een van de mooiste middelen om het Biesboschgevoel op te doen. Maar gelukkig: het is niet het enige. Integendeel! Ook wandelend of met de fiets heeft de Biesbosch ontzettend veel in petto. Zelfs vanachter de computer thuis is het gebied te beleven. Sinds 2014 overzomeren er visarenden, gezien als keurmerk voor ruimte en waterkwaliteit – hoewel er elders in de wereld ook wel visarenden op bizarre plekken zoals elektriciteitsmasten of lantaarnpalen broeden.
Toen er in 2016 voor het eerst visarenden met succes broedden, trok er een siddering van opwinding door vogelminnend Nederland. En nu zijn ze voor de camera van Beleef de Lente het hele voorjaar te zien geweest. Als publiekslieveling én voor connaisseurs, waaronder de beheerders van De Biesbosch, Staatsbosbeheer en deskundige biologen. Niet eerder was een visarend in een Nederlands leefgebied zo uitgebreid te bespioneren. Wat voor vissen brengen de arenden naar hun opgroeiende jongen, en hoeveel tijd zit er tussen de voederingen? Het gedrag van de arenden vertelt een verhaal over de kwaliteit van het leefgebied.
Meer nog dan uit de aanwezigheid van de visarend mag de natuurkwaliteit van de Biesbosch blijken uit de veelheid van verschillende soorten én de aantallen waarin ook heel algemene soorten er kunnen leven. De blauwborst is een kleine zangvogel, familie van merel en nachtegaal, die graag op de grond broedt in ruige gebieden. De aantallen in de Biesbosch zijn zo groot dat er voor al hun nakomelingen niet genoeg plaats is in het gebied zelf; voor de Cetti’s zanger net zo. Gebieden van iets minder allure kunnen daarom vanuit deze vogelkraamkamer worden bevolkt. Daarmee is de Biesbosch niet alleen een van de mooiste vogelgebieden van Nederland maar ook nog eens een broedmachine voor de Nederlandse natuur. Het bijzondere daarbij is dat de culturele geschiedenis van de Biesbosch eigenlijk heel goed zichtbaar is. Het gebied mag dan al zeshonderd jaar bestaan, het is pas de laatste decennia dat de natuur er de boventoon mag voeren.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog was de Biesbosch de beulakker van lagelonenwerkers; griendwerkers, rietsnijders en zoetwatervisserij. Op wilgenakkers werd rijshout geteeld; wilgenmatten werden ingezet om landaanwinningen te doen en oevers te beschermen tegen de afkalvende werking van kabbelend water. Veel van de wilgengrienden zijn nu, zonder nog afgezaagd te worden, doorgeschoten tot wilgenbossen. Wie er op let kan de sporen van de wilgengriendcultuur nog terugvinden waar blauwborsten uitbundig zingen. Door de afsluiting van het Haringvliet werd het getij teruggebracht tot zo’n dertig centimeter, maar daarvóór leverde de Biesbosch waarschijnlijk het hoogste riet van Europa, met halmen van meer dan vier meter. Dat waterriet was het leefgebied van de grote karekiet, die nu in heel Nederland een erg zeldzame soort is geworden. Ook dit waterriet werd geoogst en ingezet voor het dekken van daken en vlechten van manden. Een bezoek aan het Biesbosch Museumeiland bij Werkendam mag je voor een eerste verkenning eigenlijk niet overslaan.
Voor het schrijven van dit artikel trokken we naar de Dordtse Biesbosch, waar vanuit de Zuidhaven van Dordrecht een prachtige wandeling naar een vogelkijkpunt te maken is. Hoewel de afstand maar beperkt is, kun je daar met gemak een halve dag besteden. En dat is het probleem: de Biesbosch is zó uitgestrekt dat een dag of zelfs weekend eigenlijk niet genoeg is om hem te ontdekken. De verschillende gezichten van de weidse Noordwaard, de wilgenwouden van de motorvaartvrije kerngebieden, de kreken met bevers die in de avondschemering uit het water stappen om zich droog te schudden op een kreekoever… het mag geen wonder heten dat het gebied een aantrekkingskracht heeft op velen. Té velen misschien ook wel eens: het kan er knap druk zijn op een zonnige zomerzondagmiddag. Maar als je je moment en bestemming met wat zorg kiest valt er genoeg in rust te genieten.
De Biesbosch is een van de vogel-kroonjuwelen van de Nederlandse natuur, maar natuurlijk kun je vogels overál tegenkomen: grote en kleine natuurgebieden bieden een eindeloze kans op prachtige ontmoetingen. Maar waar te beginnen? Voor beginnende én gevorderde vogelliefhebbers is er MijnVogelvinder – een handige opstap om de mooiste gebieden en hun bewoners te ontdekken.
De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.