Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 28 februari 2023
We laten de winter net achter ons en de eerste uilen zitten al volop in het broedseizoen. Hoort u ze galmen door de avond? Eerst vraagt u zich af wat dat gekke geluid is en dan concludeert u dat het niets anders kan zijn dan een uil. Maar wélke?
De bosuil broedt al in februari en maart, in het bekende boomholletje of in een nestkast aan een boom. Dus deze uil horen we nu zeker door de schemer oehoe-en. In bossen, stadsparken of groene wijken, het is hem om het even, als er maar grote bomen en muizen zijn. Tip: neem een kijkje op beleefdelenten.nl/bosuil en maak hun leven van dichtbij mee.
De ogen van de bosuil zijn gitzwart. Niet iedere bosuil ziet er verder hetzelfde uit, want hun verenpak komt in drie verschillende kleuren: grijs, donkerbruin en roestrood. Ze hebben wél altijd witte druppels op hun schouders en vleugels.
Luister: als de bosuil-man zijn baltsroep roept, een wat bibberend: 'hoe-hoe-hoeoe...', roept zijn vrouwtje terug: 'ke-wiek!!'
Geluid van het mannetje bosuil
Vrouwtje bosuil
De kerkuil leeft in Nederland veelal op het boerenland. Hij woont graag in gebouwen zoals schuren (en voorheen ook kerktorens). Daar zoekt hij rustige, donkere schuilhoekjes als rustplaats en als nestplaats. Vaak gebruikt hij een speciale nestkast. De kerkuil broedt vanaf februari tot soms wel in het najaar. Ze blijven liefst in de buurt van hun broedplaats, maar gaan in strenge winters zwerven als daar niets meer te eten is.
De kerkuil is een lichtgekleurde uil met een duidelijk herkenbaar hartvormig gezicht, helder tot bruinachtig wit. Het lijkt een klein spookje als hij over u heen vliegt.
Luister: de kerkuil roept met een griezelige, sissende krijs, waardoor hij de bijnaam krijsuil heeft.
Roep kerkuil
Oehoes waren lange tijd verdwenen, maar dankzij beschermingsmaatregelen en herintroductie in Duitsland, broeden ze sinds 1997 weer in Nederland. Vanaf februari, maar meestal in maart. Ze maken een nest op richels van steengroeves, in oude nesten van roofvogels en af en toe op de grond.
Er zijn er nog niet veel (enkele tientallen), maar u herkent een oehoe meteen mocht u er ooit één zien. Ze zijn namelijk enorm, wel twee keer zo groot als een ransuil. Het is één van de grootste uilensoorten ter wereld, met ook nog knaloranje ogen.
Luister: hij heeft een zware, bassende roep: ‘hoé-oe….’, maar het vrouwtje roept zachter en hoger. Stelletjes roepen vaak in duet, dus dan zijn de verschillen goed te horen.
Roep oehoe
Ransuilen kunt u ’s winters in een groepje, soms tientallen, bij elkaar in een boom zien zitten: een ‘roestplaats’. Dat kan in een natuurgebied zijn, maar ook in een park, op een begraafplaats of zelfs in een tuin. Juist overdag, want in de schemering gaan ze op jacht. Ze broeden vanaf eind maart, vaak in oude ekster- of kraaiennesten.
Ransuilen hebben de kleur van boomschors en maken zich dun en lang als een tak als ze gevaar vermoeden. Goede camouflage! U herkent ze verder aan de mooie, opstaande oorpluimen.
Luister: mannetjes hebben een lage, met tussenpozen herhaalde 'hoe... hoe... hoe...' en de vrouwtjes een vibrerend ‘weeeeh’.
Roep ransuil
Een steenuilpaartje woont vaak op een boerenerf met heggen, weitjes en knoestige bomen en heeft doorgaans geen reden daar ooit vandaan te willen. Ze laten zich goed helpen. Ze broeden van half april tot half mei. Ze eten vooral veldmuizen, maar ook kleine vogels, regenwormen en insecten zoals nachtvlinders en meikevers. Dit is prachtig te zien via beleefdelente.nl/steenuil.
Dat klinkt als een klein hapje, maar de steenuil is dan ook een piepklein uiltje: nauwelijks groter dan een merel. Ze lijken vaak een beetje boos te kijken door hun dikke, lichte wenkbrauwen die hun felgele ogen beschermen tegen de zon.
Luister: steenuilen hebben een korte, fluitende baltsroep: ‘kieew... kieew... kieew...’. Ook laten ze vaak een wat uitgerekt, wel echt uilachtig: ‘kóóéék’ horen.
Roep steenuil
Velduilen leggen eieren tussen half april en begin juni, maar dat maken we niet vaak mee, want ze zijn zeldzaam als broedvogel in Nederland. Ze houden van open terrein en nestelen op de grond, de meeste op de Waddeneilanden. Ga daar dus nooit van de paden af en laat uw hond niet loslopen waar het niet mag.
Velduilen hebben een licht geelbruin verenkleed, met donkerbruine vlekken: goede camouflage op de grond. Ze hebben een rond ‘gezicht’ en gele ogen met zwarte ‘mascara’.
Luister: de man roept in broedtijd een laag en ritmisch ‘boe-boe-boe-boe-boe-boe-boe’, maar helaas horen we dat zelden.
Territoriumroep velduil
Uilen en andere vogels hebben vaak wel tientallen soorten roepjes, zang of andere klanken. Klik op de naam van de uil voor meer geluiden, of ga naar xeno-canto.org en vul de naam van de soort in. (Mét hoofdletter als eerste letter, dan werkt de zoekfunctie gerichter.)
Met MijnVogelvinder.nl in de hand herken je vogels door het hele land! Ontdek welke soorten je tijdens het wandelen of fietsen kunt tegenkomen en waar je op moet letten om ze daadwerkelijk te zien.
De camera’s van Beleef de Lente zijn vanaf begin maart tot eind juli aan bij verschillende vogelsoorten zoals de visarend, oehoe, steenuil, ooievaar, bosuil en nog veel meer.