Greater Scaup, Aythya marila - Eenden (Anatidae)
De topper is een op de kuifeend lijkende duikeendensoort. De topper is echter forser en zijn rug is grijs van kleur. In Nederland zijn geen broedgevallen bekend, hoewel enkele vogels hier wel de zomer doorbrengen. Als overwinteringsgebied zijn het IJsselmeer en - vooral bij strenge vorst - de Waddenzee van groot internationaal belang.
Mannetje heeft een zwarte kop (met groene glans) en borst, witte flanken, lichtgrijze rug en zwarte staart. Vrouwtje heeft een donkerbruine kop en buik, met een opvallende witte band rond de snavelbasis. In tegenstelling tot de kuifeend heeft het vrouwtje een lichtbruin/grijze rug met een fijne tekening.
Man baltst met hoge, korte, zachte fluittonen, beetje als kuifeend. Overige geluiden ook kuifeendachtig.
42-51 cm, spanwijdte 72-84 cm
Broedt niet in Nederland. Eileg vanaf mei tot begin juni. Eén legsel van meestal 8-11 olijfgroene eieren. Vrouwtje broedt 26-28 dagen, nadat het laatste ei is gelegd. Is geen koloniebroeder, maar nestelt soms wel bij elkaar in de buurt. Het komt voor dat de soort een nest maakt tussen meeuwen en sterns, waardoor vijanden gemakkelijk worden opgemerkt en verjaagd. Jongen zijn na 40-45 dagen vliegvlug.
Heeft een voorkeur voor relatief ondiepe kustwateren, baaien en meren - tot zo'n 10 meter diepte -, die in de winter niet snel dichtvriezen. Op groter, opener en dieper water te vinden dan de verwante kuifeend. In het broedgebied leeft de topper vooral op toendrameren. Het nest wordt dikwijls gemaakt in open gebied en is niet meer dan een kuiltje in de grond, bekleed met dons en planten.
De soort is omnivoor en op het menu staan zowel zeegrassen, als krabben en kleine vis. Maar slakjes en schelpdieren (bijv. driehoeksmossel) vormen het voorkeursvoedsel.
Nederland is een belangrijk overwinteringsgebied voor toppers afkomstig uit Noord-Europa en Siberië. De topper is een soort van de koudere gebieden. Mannetjes overwinteren meestal noordelijker dan vrouwtjes en jonge vogels. Al in februari begint de trek terug naar de broedgronden. Buiten het broedseizoen scholen toppers samen. In Nederland te vinden in het noordelijk deel van het IJsselmeer. Bij strenge vorst terug te vinden aan de andere kant van de Afsluitdijk.
wintergast in groot aantal
Van niet alle populaties over het zeer brede verspreidingsgebied van de topper zijn gegevens bekend, maar de populatie neemt over het algemeen genomen af.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 55.400-110.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 15.800-32.600, nov,mrt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In de winter vormen het IJsselmeer en de Waddenzee een bolwerk voor grote groepen toppers. Vaak ver uit de kust, maar vooral in voorjaar vaak dicht langs de dijk.
De topper komt wijd verspreid voor in het meer noordelijke deel van Europa. Van IJsland via de Noorse kust en Finland, tot ver oostelijk in Rusland langs de Barentszzee. In Azië en in Noord-Amerika leeft een andere ondersoort van de topper.
De soort is gevoelig voor watervervuiling door bijvoorbeeld olie, maar in het bijzonder omdat ze er een opvallende gewoonte van maakt om samen te scholen in de buurt van punten waar riolering uitkomt op water. Een andere bedreiging voor de topper is de jacht. De topper wordt in verschillende Europese landen bejaagd. Ook soms veel sterfte door verdrinking in visnetten (staand want).
Vogelbescherming heeft zich altijd sterk gemaakt voor goede bescherming van vogels in Natura2000-gebieden zoals de topper. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn de voedselrijkheid van het gebied en de waterkwaliteit. Vogelbescherming speelt een grote rol in de verduurzaming van de visserij het Wadden- en IJsselmeergebied. Daarnaast houdt Vogelbescherming de vinger aan de pols in dergelijke natuurgebieden via het netwerk van WetlandWachten. Zij rapporteren over negatieve ontwikkelingen en kansen in een gebied.
Geniet op een bewuste manier van de natuur: probeer verstoring van vogels te voorkomen door binnen de aangemerkte gebieden in en om de Waddenzee en het IJsselmeer te blijven als je gaat wandelen of varen.
De toppereend is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn toppereenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de toppereend wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door toppereenden worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het Haringvliet, de Noordzeekustzone en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal