Uitgeteld?

Ronald van Harxen, STONE | donderdag 31 mei 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 906x

Geen ijsliefhebbers

Ze moeten wel bijna denken dat ze ergen in het zuiden van Spanje of Griekenland geboren zijn. Zal ze nog tegen vallen als we straks terugvallen naar normale temperaturen. Steenuilen kunnen overigens goed tegen de warmte, in ieder geval beter dan tegen kou. Het is niet bekend of er voor de laatste ijstijd (c. 115.000 tot 11.500 jaar geleden) steenuilen in ons voorkwamen, zeker is dat ze er tijdens de ijstijd niet waren. Alleen in de relatief warme delen Spanje, Italië en de Balkan kwamen toen steenuilen voor. En uiteraard ten zuiden daarvan in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, plekken waar ze ook nu nog voorkomen. Vanuit deze refugia hebben ze zich vervolgens na het einde van de ijstijd weer over de rest van Europa verspreid.

Gewend aan hoge temperaturen

Sommige broeden daar in holen in stokoude kurk- en steeneiken en olijfbomen. De meeste hebben hun nest echter onder daken, in steenhopen, in nissen in muren en op soortgelijke plekken. Niet bepaald de koelste plekken. Aan warmte zijn ze dus wel gewend. Dat wil niet zeggen dat het niet eens te warm kan worden. Vooral in nesten in schuren met golfplaten kan het soms bloedheet worden, temperaturen van meer dan 50 graden zijn dan niet ongewoon. Het is dan niet onmogelijk dat ze het nest verlaten op zoek naar koelte, of als ze nog te klein zijn en nog niet kunnen lopen, het loodje leggen.

Beschutting

Nesten en nestkasten in bomen bieden wat dat betreft meer beschutting.  De locatie van de nestkast in Winterswijk is wat dat betreft ideaal. Het loof van de perenboom biedt volop beschutting en verkoeling. Als ze over een dag of 10 de eerste uitstapjes buiten de kast maken, kun ze op de tak lekker uitwaaien en misschien zelfs een regendouche meepikken. Voorlopig hoeven we geen medelijden met ze te hebben.

Ook nog niet uitgeteld

Ronduit spannend - als is er even weinig te beleven – gaat het worden in Dongen. Het vrouwtje zit nu een dag of 11 te broeden en uitgaande van een broedduur van 26 dagen, zouden de eieren over een dag of 14 moeten uitkomen, zo rond half juni. Dat is bijzonder laat voor een steenuil. De meikevers zijn ‘op’ dan, en ook rupsen en larven zijn er in veel mindere mate. Bij regenachtig weer vormen regenwormen een alternatieve voedselbron en anders zullen ze moeten hopen op voldoende muizen. Nu lijkt dat laatste wel snor te zitten in Dongen. Ook bosmuizen kennen echter gedurende het seizoen echter hun pieken en dalen, dus als ze pech hebben … Maar met wat geluk is er net een nieuwe lichting jonge bosmuizen die het nest verlaat om plaats te maken voor de volgende serie. Bosmuizen kunnen in de periode maart tot oktober drie keer 5 tot 6 jongen krijgen. Vroeg in het jaar geboren jongen zijn direct het eerste jaar geslachtsrijp. Kortom: het moet kunnen!

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over