Geplaatst op 10 oktober 2024
Neonicotinoïden zijn veelgebruikte insecticiden in de land- en tuinbouw en liggen al meer dan tien jaar onder vuur, vanwege hun onbedoelde schadelijke effecten op verschillende organismen. Onderzoeker Elke Molenaar van de WUR stelt: “Al langere tijd bestaat er bezorgdheid over de sterke impact van neonicotinoïden op insectenpopulaties, maar neonicotinoïden werden lang als weinig giftig voor vogels beschouwd. Men dacht dat de directe effecten door opname via het voedsel minimaal zouden zijn. Onze nieuwe studie door de WUR in samenwerking met Vogelbescherming toont aan dat er wél directe schadelijke effecten plaatsvinden als vogels voedsel eten dat neonicotinoïden bevat. Deze effecten zouden absoluut niet onderschat mogen worden.”
Uit een analyse van wereldwijde gegevens uit bijna vijftig studies, aan twaalf verschillende vogelsoorten, blijkt dat neonicotinoïden een negatieve invloed hebben op vrijwel elk aspect van het vogelleven. In deze studies werden vogels door middel van hun voedsel of directe toediening blootgesteld aan neonicotinoïden, en werden meer dan duizend effecten onderzocht. Een voorbeeld van zulke effecten is een verminderde oriëntatie, waardoor migrerende vogels de weg kwijt raken.
Andere effecten zijn jongen die geboren worden met complicaties, vogels met afwijkende bloedwaarden en vogels die korter leefden na blootstelling aan deze stoffen.
De studie onderzoekt de effecten van vijf verschillende soorten neonicotinoïden. Twee daarvan, imidacloprid en thiamethoxam, zijn al uitgebreid wetenschappelijk onderzocht, terwijl de andere drie - acetamiprid, clothianidin en thiacloprid - nauwelijks zijn bestudeerd.
Toch laten de resultaten volgens Molenaar zien dat de effecten van de stoffen onderling nauwelijks verschillen: “Voor alle stoffen zien we negatieve effecten.”
Hoewel neonicotinoïden binnen de EU veelal verboden zijn voor gebruik in de open land- en tuinbouw, worden ze wereldwijd nog steeds in verschillende landen toegepast. Binnen de EU zijn er bovendien uitzonderingen mogelijk, waarbij de akkerbouw via ‘noodvergunningen’ toch toestemming kan krijgen voor het gebruik ervan. Intussen worden in hoog tempo nieuwe, vergelijkbare gewasbeschermingsmiddelen ontwikkeld en op de markt gebracht.
Vogelbescherming noemt het zeer verontrustend dat deze schadelijke middelen nog steeds door de strenge toelatingsprocedures komen en onterecht worden bestempeld als ‘veilig voor mens, dier en milieu’. Zo kan een middel al jarenlang grootschalig toegepast worden, terwijl achteraf uit onderzoek blijkt dat het helemaal niet veilig is voor vogels en wellicht andere organismen die deze stof binnenkrijgen. Gedegen en onafhankelijk onderzoek is daarom dringend nodig al voordat middelen toegelaten zouden mogen worden. Zowel naar de nog nauwelijks onderzochte stoffen, als naar de recent ontwikkelde middelen.
Frans van Alebeek, beleidsmedewerker bij Vogelbescherming: “Pesticiden moeten vooraf veel uitgebreider en strenger getoetst worden op hun mogelijke neveneffecten voor mens, dier en milieu. Bij twijfel daarover zouden middelen niet mogen worden toegelaten. Het is in het verleden al veel te vaak misgegaan.’’
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.