Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 31 mei 2024
Onze uitvalsbasis voor een week Finland is het stadje Kuusamo, ook de woonplaats van onze Nederlandse vriend Ab Steenvoorden. Tijdens een kennismakingsrit neemt hij ons mee naar het natuurgebied Konttainen, dé plaats waar later in het voorjaar blauwstaarten broeden. We stoppen bij een parkeerplaats midden in het bos, waar een aantal feeders hangen. Deze plek is bekend bij de Finnen om er onder meer matkoppen uit de hand te laten eten. De matkop is de meest algemene zangvogel in de winter. Net als de hier rondhangende goudvinken zijn ze gek op zonnebloempitten. Ook de eekhoorns zijn hier handtam, maar ja, die hebben geen veren.
Tijdens ons bezoek ligt er nog een pak sneeuw van jewelste. Stap je in het bos van Konttainen van het pad af, zak je zo maar tot aan je middel in de sneeuw. In het dichtbegroeide bos speuren we zo ongeveer elke boom af, tot ons oog blijft hangen bij een oranje pronkjuweel. Een vrouwtje haakbek zit roerloos en stil tussen de takken. Ze lijkt te denken: ‘zolang ik niet beweeg, ziet niemand me’. Haakbekken hebben de grootte van een zanglijster en doen denken aan een kruisbek, maar dan zonder gekruiste snavel. Twee tellen later ontdekken we in de buurt het knalrode mannetje. Op de sneeuwbodem doet hij zich tegoed aan de zonnepitten die gevallen zijn. De vogels zijn absoluut niet schuw en poseren geduldig voor een foto.
Uit het niets verschijnt er een oranjebruine vogel op het toneel. De taigagaai stond hoog op onze fotoverlanglijst. De vogel lijkt iets kleiner dan onze eigen gaai, is dofbruin van kleur. Als hij vliegt spat het oranje van staart en vleugels. Wat een schoonheid! En ook taigagaaien zijn niet schuw en nieuwsgierig nemen ze een kijkje wat wij uitvoeren. Tot ons geluk opereren taigagaaien in groepen en al gauw vliegen er drie tot vijf vogels om ons heen.
Tijdens onze rondrit passeren we stijf bevroren meren, die langs de kanten de eerste tekenen van het voorjaar vertonen. Het ijs begint te smelten en langs de kanten ontstaan plassen. Die werken als een magneet op wilde zwanen. Bij elke plas houdt zich meteen een paar op, dat niet lijkt te kunnen wachten om een nest te gaan bouwen.
Dan trapt vriend Giel, die vandaag chauffeert, bruusk op de rem. Boven in de top van een spar speurt een sperweruil de omgeving af. Wow, wat een geluk! Met de fel gele ogen kijkt de vogel ons strak aan. Qua formaat tussen een steenuil en ransuil in, met een fraai dwarsgestreepte borst en lange staart. Sperweruilen zijn felle rakkers. Ze duiken naar beneden als ze een muis ontwaren, maar schrikken ook voor een forsgebouwd sneeuwhoen niet terug. Elke dag maakt ons hart een vreugdesprongetje bij het zien van deze mooie uil hier en daar.
Onderweg passeren we een snelstromend riviertje, dat door de waterkracht niet snel zal bevriezen. Op een rotsblok midden in het water ontwaren we een waterspreeuw. Stop! De vogel heeft zijn snavel vol nestmateriaal en vliegt ermee naar een houten brug. Daaronder is hij bezig om een liefdesnestje te bouwen. Zowel mannetje als vrouwtje zijn druk in de weer. Waterspreeuwen in Finland behoren tot noordelijke ondersoort, die een zwarte buik hebben. Vogels in de Alpen bijvoorbeeld, hebben een kastjebruine buik.
Via een onverharde bosweg keren we huiswaarts. Langs het pad scharrelt daar, bijna nonchalant, een kalkoengrote vogel. Een auerhaan schraapt met zijn grote poten wat sneeuw weg en vindt onder het witte dek wat eetbaars. We zijn net te vroeg in het jaar om de balts van het auerhoen mee te maken. Helaas.
Via Kuusamo Nature Photography, bij wie we een fotohutje huurden om korhoenders te fotograferen, belanden we ook in een schuilhut voor de steenarend. In de regio Kuusamo broeden een twintigtal paren. De vogels overwinteren in de Oekraïne en komen hierheen om te broeden. Bij de plek van onze schuilhut verschijnen de vogels vrijwel dagelijks. We wachten van 11.00 uur tot 16.00 uur, tot een exemplaar dertig minuten op het toneel verschijnt. Hij doet zich tegoed aan een voor hem neergelegde doodgereden eekhoorn en vliegt later met de pluimstaart in de poten weg.
Tijdens het wachten op de steenarend, worden we wel blij verrast met een grijskopspecht die even een kijkje neemt. Dat dan weer wel.
Wie Finland zegt, zegt Kerstman en wie Kerstman zegt, zegt rendieren. Overal in het land kom je kuddes tegen. Ze grazen in de vrije natuur en worden ’s winters bij boerderijen gehouden. Op onze laatste avond in Finland krijgen we een telefoontje van een boer, dat er een laplanduil op zijn erf zit. Al twee keer zagen we afgelopen week een laplanduil, maar dan ver weg in een bosrand zitten. Laplanduilen zijn ook hier zeldzaam. Ze verblijven normaliter in Rusland. Een keer in de zoveel jaar is er een voedseltekort en gaan de uilen zwerven. Zo komen ze onder andere in Finland terecht. Het is tien jaar geleden dat er zoveel laplanduilen in de regio Kuusamo verblijven. We rijden het erf van de boer op en warempel daar zit de vogel, die zo groot als een oehoe is, en onverstoorbaar voor zich uit staart. De reusachtige kop en grote gezicht zijn ronduit indrukwekkend. Een mooier afscheid kunnen we ons niet wensen. Hoewel, de laplanduil is neergestreken op de top van een buitenstaande schommelstoel. De entourage had beter gekund…
Alle beelden: Hans Peeters
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.