Door
Celine Roodhart
Veldecoloog Roodhart Veldwerk
Geplaatst op 23 september 2021
In Nederland is de strijd om grond groot. Het tekort aan woningen is enorm, mensen willen ontspannen, we hebben een grote landbouwsector, we hebben land nodig voor windmolens en zonneparken, wegen, noem maar op. En ondertussen gaat het echt slecht met de weidevogels in Nederland, terwijl we internationale verplichtingen hebben om soorten als grutto, kievit, scholekster en tureluur een bestaan te geven in ons land.
Je zou denken dat de Nederlandse wet- en regelgeving ten aanzien van ruimtelijke ordening hier rekening mee houdt. Maar niets is minder waar. Uit verschillende hoeken van het land ontvangen we berichten van bezorgde burgers, boeren en organisaties, die tandenknarsend toe moeten zien hoe gemeenten en provincies de aanleg van villaparken, woonwijken en compensatieprojecten toestaan, precies op de laatste postzegeltjes leefgebied van onze schaars wordende weidevogels.
Zo zijn er plannen voor uitbreiding van een woonwijk in Polder de Hem, onder Leeuwarden. Als de plannen doorgaan om hier een wijk te bouwen met vierhonderd woningen komen hier straks geen grutto’s meer voor. En bij Polder de Held in Groningen, waar compensatie van een aan te leggen woonwijk er mogelijk voor gaat zorgen dat een van de beste bolwerken weidevogels in Groningen verdwijnt.
Gelukkig helpt het soms als mensen in actie komen. Een petitie tegen de aanleg van een luxe villapark in Slotermeer, Friesland hielp deels voorkomen dat er watervilla’s worden gebouwd in een kraamkamer van weidevogels bij Balk.
Friesland is van groot belang voor weidevogels en als broedgebied voor de grutto en kievit is de provincie zelfs de belangrijkste! Internationaal gezien is Nederland een heel belangrijk land voor scholekster en grutto, omdat een groot deel van de Europese populatie in ons land broedt. Nederland heeft internationale verplichtingen voor het behoud en herstel van deze weidevogels en hun leefgebieden op grond van de Europese natuurwetgeving. Daaraan moeten ook provincies en gemeenten voldoen.
In 2017 is het weidevogelbeleid overgedragen aan de provincies. Iedere provincie in Nederland heeft wetgeving voor ruimtelijke ordening. In het geval van een ruimtelijke ingreep in een weidevogelgebied, geldt dat het uitgangspunt is dat dit niet mogelijk is: dit heet het 'nee, tenzij'-regime. De keuze voor de aanleg van een villapark of een woonwijk is een besluit van de betreffende gemeente, en die zal moeten toetsen hoe de geplande economische impuls effect gaat hebben op de huidige natuurwaarden, de functie van het gebied en hoe de ontwikkeling past in provinciaal beleid. De gemeente en de initiatiefnemers moeten ook aantonen dat wordt voldaan aan de vereisten uit de Wet natuurbescherming en andere relevante regelgeving gericht op de bescherming van weidevogels en hun leefgebieden.
Provincies vereisen vaak dat een ruimtelijke ingreep in een weidevogelgebied een openbaar belang dient en dat schade wordt gemitigeerd of, waar dat niet mogelijk is, gecompenseerd. Die compensatie kan fysiek plaatsvinden (bijvoorbeeld door direct een nieuwe weidevogelgebied te creëren), maar in veel gevallen wordt gekozen voor financiële compensatie.
Er zijn talloze voorbeelden waarbij er een bedrag wordt overgemaakt naar een compensatiefonds van de provincie, waaruit de fysieke compensatie (aankoop en inrichting van alternatief leefgebied) betaald moet worden, maar waar het bedrag nooit wordt uitgegeven aan het realiseren van alternatief leefgebied. Lees hier bijvoorbeeld hoe de provincie Limburg onder afspraken voor natuur uitkomt.
Dit is natuurlijk niet de manier om kwalitatief hoogwaardige gebieden te behouden. In Adres onbekend is uitgezocht dat een grutto die na zijn overwintering terugkeert naar zijn broedgebied in Nederland, en ziet dat dit is veranderd in een wijk met luxe villa’s, zich gedwongen ziet te verkassen naar een gebied veel verder weg. En dat terwijl ze ongelooflijk plaatstrouw zijn en het liefst broeden op steeds hetzelfde weiland. Meestal keren ze na zo’n grote wijziging van hun leefgebied onverrichter zaken terug naar West-Afrika of doen een broedpoging op vaak marginaal geschikt leefgebied, waardoor de jongen niet groot worden.
Is financiële compensatie van het verlies van leefgebied überhaupt nog geoorloofd? Statenleden in Friesland hebben hier ook al vragen over gesteld: ‘Voor elke hectare die verloren gaat moet een bedrag in het weidevogelfonds worden gestopt. Dat bedrag is echter bij lange na niet voldoende om nieuwe weidevogelgebieden aan te leggen en te beheren. Gesteld dat er überhaupt nog geschikte gebieden te vinden zijn om te compenseren.’ De fractie vraagt het college om opnieuw na te gaan denken over het instrument weidevogelcompensatie.
Bovenstaande voorbeelden gaan over Friesland, Groningen en Limburg, maar soortgelijk beleid geldt eveneens voor de andere provincies en daarmee voor gemeentes. Het is erg dat dit in 2021 nog mogelijk is en dat we aan de ‘voorkant’ met provincies in gesprek zijn hoe we de dalende trends voor weidevogels en hun leefgebieden kunnen ombuigen, terwijl we aan de ‘achterkant’ bestaand leefgebied (en niet alleen van weidevogels) verliezen aan economische ontwikkelingen.
Vogelbescherming roept dan ook op: stop met de vernietiging van leefgebieden en financiële compensatie!
De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.