Navigatie overslaan
Alle berichten

Kontjes kijken

Geplaatst op 2 december 2021

Hoe vreemd het ook klinkt; kontjes kijken aan het Veluwemeer is een waarlijk groot genoegen. De helderwitte achterkanten van grondelende kleine en wilde zwanen, de donkere en wit/zwarte van pijlstaarten en bergeend zijn potsierlijk en fraai ineen. Kontjes, maar ook ‘hele vogels’ waaronder – bijna vanzelfsprekend – de helderblauwe ijsvogel. Vogelen in combinatie met een ommetje in het historische Elburg inclusief versnapering in een niet al te bruine etablissement: een prima winterdag.

Beginnen we met de kleine zwanen, de crème de la crème. Hun forse lijf van zo’n zes kilo ten spijt zijn ze vanuit hun broedgebieden in Noord-Siberië tot aan Nova Zembla helemaal naar hier gevlogen. Het Veluwemeer is belangrijk voor deze witte schoonheden met hun geelzwarte snavel, want zo’n 10 tot 15% van de Europese populatie overwintert hier. Het water ter hoogte van Elburg is favoriet. Ondanks de toeristen is de rust groot en weldadig en daar houden de zwanen van. Hun broedgebieden zijn immers ook stil en verlaten.

Kleine zwaan / Jelle de Jong Kleine zwaan / Jelle de Jong

Grondelen naar knolletjes

Bovendien is het meer ter hoogte van Elburg ondiep waardoor de grondelende (met de kop onderwater foeragerende) kleine zwanen precies de bodem kunnen bereiken. Daar, verborgen in de bodem, zijn de eiwitrijke, voedzame knolletjes van fonteinkruiden te vinden. De fonteinkruiden zelf zijn gedurende de zomermaanden al door knobbelzwanen opgegeten zodat de kleine zwanen niet ‘door de vegetatie heen’ hoeven te eten. Met soms wel 2000 tot 3000 kleine zwanen is het Veluwemeer op de vroege-winterdag bijna ontstellend mooi. Qua beeld, maar zeker ook qua geluid; een nasaal gezoem hoe hoe hoe.

Wilde en knobbel

Niet alleen de kleine zwanen hebben de lange tocht vanuit het hoge noorden ondernomen; ook de wilde zwanen kwamen naar hier. Ze zijn groter en hebben een veel langere nek. Net als de kleine eten de wilde graag de knolletjes. Toch zitten ze elkaar niet in de weg. De wilde zwanen foerageren ook grondelend, maar in de diepere delen meer richting de vaargeul.

Ook de derde soort zwanen, de knobbelzwanen, zijn er nog steeds nu, eind november, december maar veel minder talrijk dan in de zomermaanden. Andere delen van de randmeren zijn blijkbaar voor het overwinteren toch favoriet.

Op het water ook de opvallende pijlstaarten en bergeenden, beide veelvuldig met de kop onderwater, de staart pront omhoog.

Grote zaagbek / Koos Dansen Grote zaagbek / Koos Dansen

Zaagbekken en boterbuiken

Lang niet alle eenden grondelen. De brilduiker en kuifeend bijvoorbeeld, duiken tijdens het voedsel zoeken helemaal onder. Omdat het Veluwemeer ter plaatse niet zo diep is, zijn de duikers niet heel talrijk. Groot genot zijn ook de krooneenden met hun knalrode snavel en roestbruine kop. Ze eten kranswieren en komen de laatste jaren in steeds grotere aantallen en trekken vaak pas begin december verder naar het zuiden door. Let vooral ook op grote zaagbekken. Ook zij verschijnen hier regelmatig. Met hun roomwitte buik zijn de boterbuiken – zoals hun bijnaam luidt – niet te missen.

IJsvogel / Hans Peeters IJsvogel / Hans Peeters

Ook op het land

Plezier op het water, maar ook op de kant. In het riet, onder meer voor het kijkscherm, valt geregeld een ijsvogel te zien, loerend op vis vanaf een tak. Roerdompen leven meer verborgen; ze zien vergt iets meer geluk. Nee, dan de baardmannetjes die hoog in het riet op rietzaden foerageren en daarmee pontificaal in het zicht zitten. Net zomin als de roerdomp is de waterral exhibitionistisch al verraadt hij wel akoestisch zijn aanwezigheid.

Links van de hut een rijtje struiken die weliswaar schuin zicht op het meer blokkeren, maar vaak wel Cetti’s zangers herbergen.

Omkijken betekent ganzen koekeloeren. Honderden, soms duizenden grauwe, brand- en rietganzen, fanatiek grazend op het voedselrijke boerenland.

Heus leuk hoor, die ganzen, maar eerlijk is eerlijk; de echte schoonheid is natuurlijk op het water te vinden. Ganzen zijn ‘alledaags’, kleine en wilde zwanen en al die grondelende eenden heel bijzonder.

Hoe en wanneer er te komen

De route naar het vogelkijkscherm in Elburg is simpel. Met openbaar vervoer: onder meer vanaf NS-station ‘t Harde en NS Nunspeet rijden bussen naar de halte Molendorp in Elburg. Loop de haaks op de weg staande Nieuwstadsweg in.

Deze almaar vervolgen tot je – aan het eind van de weg – bij de ruïne van de Ludgeruskerk komt. Daar paadje in naar het kijkscherm. Er is parkeergelegenheid vlakbij het scherm.

Ga eens voor zonsopkomst (in de winter prettig laat). De zachte mummelende kleine zwanen zijn dan nog mooier dan wat later en bovendien is het aansterkende zonlicht fijn in de rug. ’s Avonds, bij heldere hemel is ook de zonsondergang ‘aan te bevelen’ met het silhouet van wilde en kleine zwanen tegen de ondergaande zon……

 

Met dank aan Benno van den Hoek van de Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe. De Vogelbeschermingswacht geeft geregeld excursies. Benno is zelfs bereid voor kleine groepjes privé-excursies te geven langs het Veluwemeer.

Vogels kijken: spanning én ontspanning

Buiten zijn en genieten van je omgeving, de schoonheid van vogels en het bijzondere van hun gedrag gecombineerd met onverwachte natuurmomenten en de vraag of het lukt om een favoriete soort te ontdekken.

Lees meer

Vogels in natuurgebieden

De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.

Wat doet Vogelbescherming?