Geplaatst op 21 september 2020
In inmiddels vervlogen tijden was het plattelandserf vooral ‘nuttig’ voor het dagelijkse boerenleven. Een moestuintje bracht groenten op tafel, de put en regenton leverden water en op een zonnig veldje werd de was gebleekt. Bomen en struiken zorgden voor hout en bewoners plukten de vruchten van fruitbomen. Rond een dampende mestvaalt scharrelden kippen en zwaluwen zwierden naar hartenlust in en rond de stal, schuur en hooiberg.
Een modderig veldje huisvestte biggen en achter het erf lagen de akkers, hooi- en weilanden. Dat waren veelal kleine lapjes, in die tijd nog van het gemengd bedrijf, paard en wagen en hard werken voor een schamel bestaan. Dit was de regel, die ook uitzonderingen kende. Van rijke herenboeren met erven als parkachtige tuinen, of de Zuid-Limburgse gesloten hoeves met erven als binnenplaats.
Dat bestaat amper nog in Nederland. De oorspronkelijk rijke boerenlandnatuur waarin erven een belangrijke rol speelden, is verschraald. Het aantal boeren is drastisch geslonken, de bedrijfsvoering gemechaniseerd en het land verkaveld. Telde ons land in 1950 nog 410.000 landbouwbedrijven, nu zijn dat er rond de 50.000. Tegenwoordig wonen er meer ‘gewone’ mensen buiten dan boeren.
Maar het plattelandserf kan nog steeds een lusthof zijn voor flora en fauna. Dat is een kwestie van doen én laten. Bijvoorbeeld door variatie na te streven met bomen, een houtwal of haag, struiken, wilde bloemen, een moestuin, een vijver met natuurlijke oevers en wat fruitbomen op een (begraasd) weitje. Die variatie biedt voedsel aan vogels, niet alleen van de beplanting zelf, maar ook door de insecten die daarop afkomen. Zo’n variatie biedt tegelijk ook veilige schuil- en nestplekken.
Het ‘laten’ kan net zo belangrijk zijn. Laat bijvoorbeeld afgestorven hout aan de zwammen, spinnetjes en insecten. Spechten en andere insecteneters zullen dankbaar zijn. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen, maar zoek naar natuurlijke evenwichten. Een brandnetelbosje opruimen? Gekkenwerk; dat moeten de rupsen doen! Vlinders als de wonderschone dagpauwoog, de kleine vos of de atalanta kunnen niet leven zonder de brandnetel. Ze leggen er hun eitjes op en de rupsen eten later van de brandnetelplant. Ondertussen vindt de tjiftjaf er een veilige nestplaats. En dat oude schuurtje? Lekker laten staan en kijken welke dieren er hun intrek in nemen. Misschien wel een steenuil. Natuur is niet netjes en vogels waarderen juist wat rommeligheid.
Een gevarieerd en groen erf maakt het tuinvogels als merel, roodborst, winterkoning, vink, heggenmus, kool- en pimpelmees al goed naar de zin. Juist de ligging op het platteland kan een erf tot een bijzonder vogelparadijs maken. Typische plattelanders als witte kwikstaart, ringmus, grauwe vliegenvanger, kneu, putter, spotvogel en boerenzwaluw maak je al snel te vriend. Ook minder algemene of zelfs bedreigde vogelsoorten van de Rode Lijst kunnen met wat aandacht het erf verrijken, wat natuurlijk ook afhankelijk is van waar je woont.
De gekraagde roodstaart bijvoorbeeld voelt zich thuis in boerenland met houtwallen en singels. Het sleutelwoord voor deze fraaie insecteneter is eigenlijk: tijd! Hoe ouder de erfranden, houtwallen of singels, hoe hoger de ecologische waarde. Gekraagde roodstaarten vinden er volop insecten en spinnetjes. Ze nestelen in vermolmde, knoestige boomstammen van bijvoorbeeld wilg of es, of in een nestkast.
Steenuil en kerkuil zijn bewoners van halfopen cultuurlandschap en broeden graag op erven. Nabij drukke verkeerswegen is het echter af te raden om nestkasten voor deze soorten op te hangen. De uilen vliegen vaak laag en zijn daarmee een makkelijke prooi voor het verkeer. De torenvalk loopt minder risico en kan meehelpen de muizen te bestrijden. Hij broedt in oude kraaiennesten of in een halfopen nestkast.
Wie in rivierenland woont of veenweidegebied, kan voor de ooievaar een nestpaal installeren. Al dan niet met een heuse paddenpoel. Komen in uw buurt nog patrijzen voor? Dan is een brede gras- of kruidachtige strook als overgang van het erf naar aangrenzend bouw- of grasland ideaal. Patrijzen vinden er voedsel (insecten, zaadjes, bladgroen), dekking en misschien zelfs nestgelegenheid. Een erf als lusthof voor vogels, is dat niet het ware buitenleven?!
Waar hoor je nog het heldere 'grutto, grutto’? De vogels van het boerenland hebben onze hulp nodig, vóór de allerlaatste vogel of bloem verdwenen is. Onze inzet: meer natuurrijk boerenland.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.