Door
René de Vos
Journalist en redacteur Vogels
Geplaatst op 3 december 2018
Op het afgelegen Falkland-eiland Steeple Jason zou je het met eigen ogen kunnen zien; de albatros is bezig met een indrukwekkende comeback. Nadat de populaties jarenlang gedecimeerd zijn, zitten veel soorten eindelijk weer in de lift. Natuurfotograaf Otto Plantema trok 40 jaar lang de halve wereld rond om álle 21 albatrossoorten te zien. Hij moet er nog één. Intussen zag hij ook dat de beschermingsmaatregelen hun effect hebben. “De kolonies groeien duidelijk.” Op Steeple Jason, dat de grootste kolonie van het zuidelijk halfrond telt, broeden tegen de 200.000 wenkbrauwalbatrossen.
Het kostte Otto Plantema jaren van voorbereiding, maar eindelijk lukte het hem om een week op Steeple Jason te bivakkeren. Midden tussen de baltsende albatrossen die zich niks van hem aantrokken. Het eiland is in beheer bij de Wildlife Conservation Society, een Amerikaanse beschermingsorganisatie met meer dan 200 wetenschappers in dienst. Over heel de wereld beheert de organisatie ruim 5 miljoen vierkante kilometer natuurgebied. Otto kreeg als een van de weinigen een vergunning voor een zevendaags verblijf op het eiland. Hij moest een vissersboot charteren om er te komen en de landing was uiterst hachelijk; verraderlijke rotsen en een woeste branding.
Een albatroskoppel is elkaar eeuwig trouw; ruim de helft van hun leven gaat ieder zijn eigen weg, beter gezegd: zijn eigen vlucht. Ze zwerven dan over de oceaan en komen nooit aan land. Pas als de broedtijd aanbreekt zoeken ze elkaar weer op. Het weerzien wordt gevierd met sierlijke synchroonvluchten en dito dansen. Op hun zelf gemetselde nest van modder, dat in de loop der jaren tot een soort schoorsteen uitgroeit, heersen ze over hun piepkleine rijk te midden van tienduizenden soortgenoten.
De Laysanalbatros behoort tot de ‘great albatrosses’; de grootste soorten hebben een spanwijdte van 3,5 meter. Als de partners elkaar, na bijna een jaar op zee, hebben teruggevonden, volgt eerst een serie uitgebreide ontmoetingsrituelen. Pas daarna kan aan de voortplanting worden begonnen. Uiteindelijk zal er in een spartaans moddernest één ei worden bebroed. Dat is de hele productie in een tweejaarlijkse cyclus.
Het voedsel van albatrossen bestaat uit aan de oppervlakte drijvende kwallen of dode vissen. De vogels deinzen er echter niet voor terug om de prooi van een soortgenoot te stelen. Vanaf het water kost het een enorme krachtsinspanning om weer het luchtruim te kiezen. Maar eenmaal boven de golven scherend – actief vliegen hoeven ze zelden, ze zweven op hun grote vleugels – leggen ze bijna moeiteloos duizenden kilometers af.
Een grijskopalbatros op een klif van het eiland Zuid-Georgia (Verenigd Koninkrijk/Falklands). Er rusten drie tot vier miljoen zeeleeuwen op de stranden (op de foto beneden zichtbaar). Otto Plantema voer hier met zes anderen een maand op een gecharterd zeilschip rond. De boot kon onmogelijk landen vanwege de agressieve zeeleeuwen. Otto ging te voet aan land en hield de beesten met een skistok van het lijf. Hij beklom het steile klif om deze grijskop op het nest te fotograferen. De vogel heeft nog geen ei gelegd.
Deze roetkopalbatros is zojuist teruggekeerd op zijn broedplaats, op Zuid-Georgia. Zij zal binnenkort haar ei leggen. Het eiland was ooit de uitvalsbasis voor walvisvaarders. Tegenwoordig is er een wetenschappelijk onderzoekscentrum gevestigd. Het eiland telt twee vaste bewoners.
Op het Midway Atol, een van de Hawaïaanse eilanden, lijkt een ouderpaar zwartvoetalbatros hun donsjong aan te moedigen om vliegoefeningen te doen. Over twee weken laten ze het jong achter. Als ze vertrokken zijn moet hij nog leren vliegen. En zolang hij de zee niet op kan heeft hij niks te eten; in een week tijd verliest hij een kilo lichaamsgewicht. Maar dan kan hij plotseling zomaar vliegen; hij verdwijnt boven zee om de eerste vijf, zes jaar niet terug te keren.
Met een spanwijdte van 2,5 meter en een romplengte van bijna een meter is de wenkbrauwalbatros een van de grootste zeevogels ter wereld. De wenkbrauwalbatros mag de meest algemene albatrossoort zijn, hij was ook de meest bedreigde. Zo staat hij nog steeds te boek: kans op uitsterven. Maar het plaatje ziet er inmiddels gunstiger uit en volgens Otto Plantema, die goede contacten heeft met onderzoekers in het enorme gebied van Zuid-Afrika en Zuid-Amerika tot Antarctica, groeien de aantallen weer gestaag.
Dat is te danken aan acties om de langelijnvisserij voor zeevogels en schildpadden veiliger te maken; die hapten naar het visaas en werden dan aan de haak geslagen en onder water getrokken, waarna ze verdronken. Leden van Vogelbescherming Nederland mogen trots zijn op het succes van de acties: zij hebben flink financieel bijgedragen aan het campagnefonds van BirdLife.
Fotografie: Otto Plantema
Meer lezen over de albatrossen en Otto Plantema? Bestel het magazine voor leden van Vogelbescherming hier.
Leden van Vogelbescherming Nederland mogen trots zijn op het succes van de acties: zij hebben flink financieel bijgedragen aan het campagnefonds van BirdLife. Lees meer over het werk van BirdLife voor zeevogels.
Lees nieuws en de mooiste artikelen op onze site. En ontvang maandelijks een selectie van de beste artikelen in je mail.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.