Door
Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 14 juni 2021
Maar waarom een boek kopen als er apps zijn? Voor meerdere regio’s of landen zijn namelijk al goede apps te verkrijgen, meestal betaald, en de komende jaren zullen er steeds meer verschijnen. Goede apps bieden verschillende voordelen: je hoeft niet langer een boek mee te ‘zeulen’, de informatie is met een paar keer ‘klikken’ beschikbaar en vaak hebben ze extra’s als geluiden en kunt u doorlinken naar een website met (nog) meer informatie. Vooralsnog worden papieren vogelgidsen echter het meest gebruikt, vandaar dat ik me met name daarop zal richten.
Een veldgids – de naam zegt het al – moet handig zijn in het gebruik buiten. Hij moet dus wel tegen een stootje kunnen, maar vooral niet te zwaar zijn en zeker niet te groot. Wordt de gids vooral gebruikt om vogels in de tuin te herkennen dan spelen formaat en gewicht natuurlijk niet zo’n rol. Daarnaast, en dit klinkt eigenlijk logisch, moeten de soorten die erin staan voorkomen in het gebied, land of regio waar u wilt vogelen. Een veldgids voor een heel continent, want die zijn er, behandelt natuurlijk veel meer soorten dan die voor een land of regio, maar dat kan verwarrend zijn.
Traditioneel worden vogels in veldgidsen afgebeeld door middel van tekeningen. Fotogidsen zijn ook bijna van alle tijden, maar waren tot voor kort wat beperkt in hun bruikbaarheid omdat meestal niet alle variatie in beeld werd gebracht. Ook is een foto ‘maar’ een momentopname van een individuele vogel, terwijl illustraties vaak het product zijn van jarenlange studies en het uitwerken van de vele veldschetsen die dit oplevert. Maar door de opkomst van de digitale fotografie zijn ook fotogidsen behoorlijk verbeterd en zoals u zult zien doen sommigen niet meer onder voor geïllustreerde gidsen.
Tenslotte, blader een gids voor de aanschaf eens goed door. Dat is wellicht een open deur, maar het is wel belangrijk. Want de meeste vogelgidsen bevatten vaak veel meer informatie dan u denkt. De gids helpt u niet alleen om vogels te determineren, maar zou ook informatie moeten bieden over biotoop en gedrag van de vogels, uitleg over veel gebruikte terminologie en ‘vogeltopografie’ (de naamgeving van de verschillende veerpartijen en lichaamsdelen). Let er daarnaast op dat de veldgids in ieder geval de meest gangbare variatie in kleden laat zien (zoals beide geslachten en de onvolwassen kleden), alsmede vluchtbeelden. En het is behulpzaam wanneer gelijkende soorten met elkaar worden vergeleken. Ook is het handig als sommige van de doorslaggevende veldkenmerken bij de tekeningen of foto’s zelf worden aangegeven. Check daarnaast of een gids over verspreidingskaarten beschikt, hoe gedetailleerder hoe beter. Deze kunnen helpen bij de determinatie, doordat ze aangeven of een bepaalde soort ergens wel of niet voorkomt, en meestal wordt (d.m.v. kleurgebruik) ook duidelijk wanneer een vogel ergens te zien is.
Heeft u eenmaal een keus gemaakt, dan heb ik nog wat tips voor het gebruik. De meeste gidsen volgen min of meer hetzelfde stramien, en om er daadwerkelijk vogels mee te leren herkennen, moeten vooral beginnende vogelaars zich wat bekwamen in het gebruik. Het is daarom raadzaam om uzelf bekend te maken met de inhoud en opbouw. Heeft u even niets te doen: blader er eens doorheen, lees de inleidende hoofdstukken, die vaak al tips geven over het (leren) herkennen van vogels(!) en kijk waar bepaalde vogelfamilies en soort(groep)en te vinden zijn. De volgorde van de families is namelijk in bijna alle veldgidsen hetzelfde, en het helpt als u enigszins weet waar bijvoorbeeld de eenden, valken of vinkachtigen te vinden zijn.
Maar dan gaat u het veld in. En al denkt u de meeste soorten te kennen, een goede veldgids biedt vaak toch nog leermomenten, bijvoorbeeld ten aanzien van bepaalde kleden die u niet vaak tegenkomt of de geografische variatie binnen een soort (de zogenaamde ondersoorten).
En komt u een onbekende vogel tegen dan is het zaak om goed naar de vogel zelf te kijken en niet meteen de vogelgids ter hand te nemen. Natuurlijk wilt u weten wat het is, maar probeer eerst zoveel mogelijk kleedkenmerken te zien en te onthouden, naast ook het gedrag en de geluiden die de vogel eventueel voortbrengt. Dus, heeft u de kenmerken op een rijtje; pak dan de gids en probeer de vogel te vinden.
Alle begin is moeilijk, dus het kan lastig zijn om een vogel te leren determineren. Maar door regelmatig eerder beschreven ‘huiswerk’ te doen weet u steeds beter waar u op moet letten. En door zoveel mogelijk naar buiten te gaan en de vogels die u tegenkomt goed te bekijken (ook de soorten die u al goed kent), krijgt u daar vanzelf handigheid in. Op een gegeven moment krijgt u namelijk ook door waar bepaalde verwante of gelijkende soorten te vinden zijn in de vogelgids. En natuurlijk geldt ook hier – net als bij vogels kijken in het algemeen - dat u sneller meer leert door met een ervaren vogelaar op pad te gaan, bijvoorbeeld via de lokale vogelwerkgroep of met één van onze excursies. Succes!
Het is niet mijn bedoeling om hier een aantal vogelgidsen te recenseren, besprekingen van deze boeken zijn online makkelijk te vinden. Maar een vijftal gidsen wil ik kort benoemen, met hun voor- en nadelen. Dit overzicht is zeker niet volledig, maar dit zijn in hun segment wel de betere gidsen van dit moment:
Dit is de beste veldgids die er is. Punt. Alle soorten van Nederland staan erin, maar ook die van overig Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten en vele dwaalgasten. Ook staan alle kleden uitvoerig beschreven en gedetailleerd afgebeeld en uiteindelijk komt iedereen bij de ANWB Vogelgids uit. Deze gids is recent ook als app verschenen (Voor Android (€14.99) en iOS (€16.99) via App store of Playstore. Het is de Engelstalige versie, dus zoek op Collins Bird Guide), met als extra’s vele geluiden. Aanrader!
Dit is een fotogids, en bijna even goed als eerstgenoemd boek. Ook deze gids behandelt alle Europese vogelsoorten, inclusief de dwaalgasten, maar is qua formaat iets handzamer. Per soort worden meerdere kleden afgebeeld, maar hij is daarin niet zo compleet als de ANWB Vogelgids. Alleen al voor de foto’s is deze veldgids de moeite van de aanschaf waard.
Bespreekt iets meer dan 300 soorten, zonder zeldzame dwaalgasten, dus alle soorten die u normaliter in Nederland (en België) kan tegenkomen staan erin (met mooie tekeningen). Handig is het kleine formaat, en ook dat u door middel van QR-codes wordt doorgelinkt naar de website van Vogelbescherming waar dan meer informatie over de soort is te vinden, alsmede de geluiden. Door de bondige en laagdrempelige schrijfstijl is deze zakgids zeer geschikt voor beginners en oudere (of geïnteresseerde!) kinderen. Zie ook de volgende gids.
Dit handzame, smalle vogelgidsje (hij past in een broekzak) behandelt alle Europese broedvogels, dus meer soorten dan de zakgids hierboven, maar minder dan de twee eerstgenoemde boeken, en met accurate tekeningen en korte maar treffende omschrijvingen. Ook zijn de meeste kleden afgebeeld, met veel vliegbeelden waar dat handig is. Het boekje is in dat opzicht completer dan de Zakgids Vogels van Nederland en België.
Dit boek is nieuw in het assortiment veldgidsen. Het richt zich vooral op beginnende vogelaars, en heeft een andere indeling dan gebruikelijk. Nico de Haan helpt u met de vogeldeterminatie doordat u op kleur, gedrag, vorm van de vogels óf hun leefgebied kunt zoeken. Deze vernieuwende aanpak kan heel goed werken. En met de tekeningen van Elwin van der Kolk zit het met de herkenbaarheid wel goed. Zie ook hier.
Wie de eerste stappen heeft gezet bij het vogels kijken, stuit onvermijdelijk op het probleem dat sommige soorten wel erg veel op elkaar lijken. Om dat probleem te tackelen is er 'Vogels vergelijken'. Twee of meer op elkaar lijkende soorten worden naast elkaar afgebeeld en besproken. De vele tekeningen van Elwin van der Kolk zijn zonder uitzondering raak.