Geplaatst op 14 april 2015
De Academies van Wetenschappen in de lidstaten van de EU concluderen in een gezamenlijk rapport aan de Europese Commissie dat er snel toenemend wetenschappelijk bewijs is dat neonicotinoïden belangrijke negatieve effecten hebben op de natuur. Ze bestudeerden daarvoor meer dan honderd recente publicaties. De wetenschappers concluderen dat zelfs zeer lage concentraties van neonicotinoïden belangrijke effecten kunnen hebben, wanneer deze gedurende langere periodes in het milieu aanwezig zijn. Het gaat dat met name om soorten als bijen, kevers, vliegen en hommels. Ook vogelsoorten die leven in gebieden waar veel neonicotinoïden worden gebruikt gaan harder in aantal achteruit. Het gaat dan om vogelsoorten als ringmus, spreeuw en boerenzwaluw.
Vogelbescherming Nederland roept opnieuw op dat voor toelating van gewasbestrijdingsmiddelen onderzoek naar langere termijn gevolgen wordt meegenomen. Directeur Fred Wouters: “Dit is heel erg slecht, slechter dan aangenomen. In het geval van neonicotinoïde wordt er met een schot hagel op een mug gejaagd. De mug wordt vast geraakt, maar je vernietigd ook alles in de omgeving. Ook vele nuttige insecten als bestuivers en natuurlijke predatoren.”
Vogelbescherming daagt de industrie uit om op zoek te gaan naar betere alternatieven. Daarnaast moet er ruimte zijn voor natuurlijke plaagbestrijding. Fred Wouters: “Betere middelen, minder gebruik en alleen bij een één op één relatie met de schade.”
Zie ook: