Pied Wagtail, Motacilla yarrellii - Kwikstaarten (Motacillidae)
De rouwkwikstaart lijkt erg op de witte kwikstaart en wordt ook wel als ondersoort beschouwd. De rug is geheel zwart i.p.v. het grijs dat de 'witte' heeft en hij heeft twee opvallend witte vleugelstrepen. In Nederland worden vooral in het voorjaar regelmatig rouwkwikstaarten gezien, met name langs de kust. Soms komen ze ook tot broeden, maar zijn dan vaak gepaard met een witte kwikstaart. Zuivere paartjes broedende rouwkwikstaarten in Nederland zijn zeldzaam.
Tussen de witte kwikstaarten worden vooral in maart en april regelmatig rouwkwikstaarten gezien, die veel zeldzamer zijn. De volwassen mannetjes zijn bijzonder opvallend en eenvoudig te herkennen. De mantel is fluweelzwart, de flanken donkergrijs en de randen op de vleugeldekveren en de schouderveren zijn breed en wit. Een veel contrastrijkere vogel dan de witte kwikstaart. Vrouwtjes zijn lastiger te herkennen. Deze hebben geen fluweelzwarte, maar een donkergrijze rug en bovendien minder contrastrijke vleugels. En dan komen er in Nederland regelmatig hybride vormen tussen witte en rouwkwikstaart voor, vooral in het westen van het land.
Scherp, tweelettergrepig, nagenoeg als witte kwikstaart.
16, 5-19 cm
Twee tot drie broedsels per jaar van meestal 4-6 eieren. De eileg loopt vanaf half april tot half juni. Broedduur: 12-14 dagen. De soort nestelt in Nederland vermoedelijk net als de witte kwikstaart in holen en nissen, aan gebouwen maar ook op de grond, in stapels stenen bijvoorbeeld. De jongen zitten 13-14 dagen op het nest en worden na het uitvliegen nog 4-7 dagen gevoerd.
Rouwkwikstaarten hebben net als witte kwikstaarten een voorkeur voor een open landschap, industrieterreinen, boerenerven, weilanden en andere open plekken waar insecten te vinden zijn.
Kleine ongewervelden. Ze zoeken hun voedsel het liefst in akkers, weilanden en langs waterkanten en rennen of lopen erachteraan, zoals witte kwikstaarten.
In het voorjaar - hoofdzakelijk in maart en begin april - via het vasteland van Europa naar de broedplaatsen in Groot-Brittannië, waar de vogel algemeen is. In Nederland wordt de vogel langs de kust waargenomen. Nederland ligt aan de oostrand van het broedgebied. In het najaar gaat de trek vanuit de broedplaatsen in een rechte lijn naar het zuiden richting Noordwest-Frankrijk en verder zuidwaarts naar tropisch Afrika. Najaarstrek wordt vrijwel niet waargenomen in Nederland.
uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in zeer klein aantal
In Nederland enkele tientallen broedparen. Er zijn te weinig gegevens voor een trendanalyse.
Aantal broedparen | 15-35 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 10-20 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 100-500 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In het voorjaar langs de kust, in groepen witte kwikstaarten.
Broedvogel van Groot-Brittannië waar de soort algemeen is met zo'n 470.000 broedvogels.
De kleine populatie rouwkwikstaarten is stabiel in Nederland. In Groot-Brittannië waar de vogel algemeen is, staat de rouwkwikstaart niet op de rode lijst.
Vogelbescherming heeft geen speciale maatregelen voor de rouwkwikstaart. We zetten ons in voor een natuurlijk platteland met voldoende bloemen, insecten en een hoog waterpeil. Van zo'n omgeving profiteert ook de rouwkwikstaart.
Iedereen kan bijdragen aan een meer natuurlijk platteland. Voor consumenten geldt dat ze kunnen kiezen voor zuivelproducten afkomstig van bloem- en kruidenrijke weides. De landbouw kan afzien van bestrijdingsmiddelen zoals neonicotinoïden. Erfbezitters kunnen hun erven natuur- en vogelvriendelijk inrichten. Op die manier zorgen we ervoor dat vogels niet verder in de verdrukking komen.
De rouwkwikstaart is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn rouwkwikstaarten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de rouwkwikstaart wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal