Common Shelduck, Tadorna tadorna - Eenden (Anatidae)
De bergeend is vooral kustbewoner. Hij broedt in holen en voedt zich met (week)diertjes uit zachte slikbodems. De soort vertoont zich als broedvogel steeds vaker in het binnenland, langs de grote rivieren en andere slikrijke gebieden. In de mondingen van de Weser/Elbe en ook in delen van de Nederlandse Waddenzee maakt bijna de gehele Noordwest-Europese populatie in het najaar de rui door.
De bergeend zit een beetje tussen eend en gans in. Het mannetje onderscheidt zich van het vrouwtje door een knobbel op de felrode snavel. De bontgekleurde schakeringen op een verder wit verenkleed maken de vogel in het veld duidelijk herkenbaar.
Mannetjes tijdens balts hoge, zachte fluitjes en trillers; vrouwtjes roepen laag "rra-rra-rra-rra" en "a-a-a-a...."
58-67 cm, spanwijdte 110-133 cm
Eileg vanaf april tot in juni. Eén legsel met meestal 8-10 eieren. Broedduur ongeveer 28 dagen. Nest veelal in verlaten konijnenhol. Alleen het vrouwtje broedt. Andere nestlocaties zijn holtes onder aanspoelsel of tussen dichte vegetatie. Kuikens gaan al snel met de ouders naar het water. Jongen verzamelen zich geleidelijk in crèches van tientallen, onder de hoede van enkele volwassen vogels.
In ons land vormen de duinen traditioneel de ideale broedbiotoop voor bergeenden. Ze benutten er verlaten konijnenholen voor het nest. Als er periodiek ziektes uitbreken onder de konijnen en de stand daardoor afneemt, heeft dat gevolgen voor de bergeend. Er zijn dan minder holen beschikbaar en de vegetatie neemt toe. Jonge bergeenden kunnen dan moeilijker uit de voeten wanneer ze het nest verlaten. Behalve in de duinen broedt de bergeend ook op kwelders, in veenweiden en langs de rivieren. Voor hun voedsel zijn bergeenden afhankelijk van voedselrijk slik. Het wad bijvoorbeeld, maar ook modderige sloten en slikranden langs de uiterwaarden.
Kleine schelpdieren en slakjes, garnalen en andere kreeftachtigen, wormen en andere kleine bodemdieren, insecten en larven, zaden en ander plantaardig materiaal.
Na de broedtijd trekken bergeenden naar het open water van de Waddenzee om veilig te kunnen ruien. In het Duitse deel kwam lang de gehele West-Europese populatie daarvoor bijeen. Sinds 1995 verblijft ook een deel daarvan in Nederlandse Waddenzee. In het voorjaar gaan ze weer naar hun broedgebieden. Tijdens koude winters trekken bergeenden weg naar Engeland en Frankrijk.
vrij talrijke broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | doortrekker en wintergast in groot aantal
De populatie bergeenden is de laatste decennia licht toegenomen. De grootste concentraties van de ongeveer 11.000 paren treffen we aan in de Delta en het Waddenzeegebied. Ook de Zaanstreek en de Gelderse Poort herbergen relatief veel broedparen.
Aantal broedparen | 4900-8200 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 41.900-61.400 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 95.000-130.000, jul-sep (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Open water Delta en Waddenzee en droogvallend wad. Slikrijke delen langs de rivieren.
De bergeend komt voor van Zuidwest-Europa tot Noordoost-China. De belangrijkste broedgebieden zijn de Britse eilanden, het internationale Waddengebied en het Oostzeegebied. Behalve als kustbewoner zien we de bergeend bij ons als broedvogel steeds vaker landinwaarts. De mondingen van de Weser en Elbe vormen een belangrijke ruiplaats voor de Noordwest-Europese populatie. Ruiplaatsen zijn er ook bij Balgzand en in andere delen van de Waddenzee.
Door koloniseren van gebieden in het binnenland zijn de aantallen van de bergeend de laatste decennia toegenomen. Ze profiteren daarbij van de aanleg van nieuwe natte natuur. In de duinen namen de aantallen - waarschijnlijk door afname van het aantal konijnen - echter enigszins af. In het Duitse deel van de Waddenzee nemen de aantallen bergeenden af. De Duitse BirdLife Partner Nabu onderzoekt via zenderonderzoek wat daarvan de oorzaken zijn om de bergeend beter te kunnen beschermen.
Voor de bergeend worden geen specifieke maatregelen genomen. Wel profiteert de soort in meer algemene zin van projecten van onder meer Vogelbescherming die gericht zijn op verbetering van de natuurkwaliteit van onze kustzones (Delta en Waddenzee). Belangrijke elementen daarin zijn meer rust voor vogels om te broeden, te foerageren en uit te rusten en een duurzamere visserij.
Bergeenden broeden in holen. Soms maken de vogels dankbaar gebruik van min of meer kunstmatige nestgelegenheid. Een stapel hooibalen bijvoorbeeld met ruimtes ertussen. Of een oud stuk (riool)pijp. Ook zijn er speciale nestkasten van steen of beton, die half ingegraven worden.
De bergeend is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn bergeenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de bergeend wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van bergeenden zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies kunnen de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Verschillende natuurgebieden die door bergeenden worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. De belangrijkste daarvan in de Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal