Lesser Spotted Woodpecker, Dryobates minor - Spechten (Picidae)
De kleine bonte specht is de kleinste specht in Nederland, niet veel groter dan een huismus. Ze klimmen behendig tegen boomstammen op en neer om voedsel te zoeken. In de broedtijd (vanaf maart) maar ook in de nazomer laten ze een kenmerkend "kie-kie-ki-ki-ki-ki-ki" horen. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht en klinkt meer als een naaimachine. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.
Kleine specht ter grootte van een mus. Zwart-witte vogel met horizontale strepen op de rug en het mannetje heeft een klein rood petje. Het vrouwtje heeft helemaal geen rood. Heeft een golvende spechtenvlucht. Roffelt langer dan een grote bonte specht, maar zachter, meer als een naaimachine. Deze specht heeft geen rode 'broek'.
In de broedtijd (vanaf maart) maar ook in de nazomer laten ze een kenmerkend schel, hoog en snel "kie-kie-ki-ki-ki-ki-ki" horen. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht en klinkt meer als een naaimachine. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.
14-16 cm, spanwijdte 26 cm
Broedt in april-mei. Heeft één legsel per jaar van 5-6 eieren. Broedduur: 10-11 dagen. Nestelt meestal in tak van een dode loofboom of een dood deel van een levende loofboom. Meeste nesten zachte bomen zoals berk, populier of wilg, maar ook wel in beuken. Maakt vrijwel steeds een nieuw hol. De nestopening is klein en precies rond. De jongen zitten 21-25 dagen op het nest. Na het uitvliegen worden de jongen zo'n 14-28 dagen begeleid door de ouders.
Kleine bonte spechten hebben als broedplek een voorkeur voor loof- en gemengd bos met zachte boomsoorten (berk, wilg, els en populier) en veel dood hout. Maar ze broeden ook wel in (harde) beuken. Zulk type bos is aan te treffen op landgoederen, in parken, natuurgebieden, maar ook in houtwallen en bij begraafplaatsen, moerasgebieden en langs rivieren. Ze broeden ook in hoogstamboomgaarden. 's Winters soms in rietkragen.
De kleine bonte specht eet hoofdzakelijk insecten. Zoekt deze op stammen, maar ook takken en twijgen. 's Winters eten ze ook wel fruit.
In Nederland blijft de kleine bonte specht het hele jaar in zijn broedgebied. Zoekt in de herfst en winter buiten het eigen territorium naar voedsel, niet zelden in het gezelschap van mezen.
vrij talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
De kleine bonte specht neemt in aantal toe, al zijn er regio's waar het minder goed gaat. Ouder wordend bos en verbossing spelen deze soort in de kaart.
Aantal broedparen | 5800-7500 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 15.000-20.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Een bolwerk bevindt zich in de Achterhoek. Ze zitten vaak op takken. In het voorjaar het best te vinden door zijn roep en roffel.
Grote delen van Europa, ontbreekt in Ierland, Schotland, IJsland, en Zuid-Spanje en Portugal.
Met de spechtenstand gaat het goed in Nederland (met uitzondering van de draaihals). Dat komt vooral doordat de bossen in Nederland ouder worden. Daarnaast is er steeds meer variatie aan bomen in het bos en blijft dood hout steeds vaker liggen, waar veel bosvogels, zoals spechten van profiteren. Want op dat dode hout vinden ze insecten.
Zal bij strenge winters in een bosrijke omgeving zeker voederplanken kunnen bezoeken, waar ze graag zonnebloempitten eten. Zachte boomsoorten in de tuin of op erf, zoals els, berk, populier en wilg in een bosrijke omgeving kunnen een bezoek van de kleine bonte specht opleveren. Kleine bonte spechten broeden ook in hoogstamboomgaarden die alleen al daarom moeten worden gekoesterd.
De kleine bonte specht is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kleine bonte spechten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kleine bonte specht wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van kleine bonte spechten zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies geldt de nestbescherming alleen gedurende het broedseizoen. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal