Eurasian Stone-curlew, Burhinus oedicnemus - Grielen (Burhinidae)
Rode lijst
In de periode 1800-1957 was de griel een schaarse broedvogel in de duinen van Noord- en Zuid-Holland. Wel worden er sporadisch in het voor- en najaar doortrekkers waargenomen. De griel is zeer goed gecamoufleerd en valt in een open zanderige omgeving bijna niet op. Bij onraad drukt hij zich tegen de grond. Heeft een verborgen levenswijze, zeker in de broedtijd; maar is in de schemer vaak luidruchtig.
Karakteristieke, grote steltloper met lange poten en korte, zwart-gele snavel. Groot geel oog, gele poten, duidelijke witte wenkbrauwstreep en witte vleugelstreep vallen op. Bij verjaging rent de vogel in eerste instantie weg, wordt het lichaam horizontaal gehouden en de kop ingetrokken tussen de schouders. De vlucht is krachtig met ondiepe vleugelslagen. De griel is zandbruin van kleur met over het grootste deel van het lichaam donkerbruine schakering. Bij het mannetje is de witte vleugelstreep duidelijker begrensd met zwart dan bij het vrouwtje. Het zwart-witte vleugelpatroon valt duidelijk op tijdens de vlucht.
Hoog, schel trillend geluid, herinnerend aan wulp. Roep is een dun fluitend "kieee".
40-45 cm, spanwijdte 77-85 cm
Broedt van mei - augustus. Heeft één en soms twee legsels met meestal 2 eieren. Broedduur 24-27 dagen. Broeden door beide ouders start na het leggen van het tweede ei. Het nest is een kaal kuiltje in zandgrond. Vliegvlug na 36-42 dagen.
In buitenland droge, steenachtige leefgebieden, ook akkers en olijfgaarden. In Nederland een voormalige broedvogel van droge, open duinen met weinig begroeiing.
Insecten, slakken en ander dierlijk voedsel. Oogjager, foerageert als een plevier, zowel overdag als 's nachts.
Trekvogel; vertrekt in augustus - september naar Zuid-Europa en Noord-Afrika, waarschijnlijk in een breed front. Komt in Kenia aan begin oktober en in Mali oktober - november. Voorjaarstrek begint al in maart, meeste broedgebieden zijn eind april, begin mei bezet. Nachttrekker.
zomergast in uiterst klein aantal
In heel West-Europa gaat het al lange tijd slecht met de griel. Vernietiging van het broedbiotoop is hiervan een belangrijke oorzaak. In Frankrijk en Engeland heeft de griel zich gedeeltelijk aan kunnen passen aan gecultiveerde terreinen. In het Middellandse Zeegebied ook volop jacht tijdens de trek. De griel staat in Nederland op de Rode Lijst omdat hij als broedvogel uit ons land verdwenen is, net als uit België, Duitsland en delen van Engeland. Begin 20ste eeuw broedden er nog ongeveer 30 paar grielen in ons land.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De griel blijft een zeldzame soort, maar met enige regelmaat worden vogels gemeld op de Veluwe, duinen van Noord- en Zuid-Holland, en op Walcheren.
Verreweg de meeste grielen komen voor in Spanje, Frankrijk en Portugal. Een kleiner aantal wordt bovendien gevonden in Engeland; vanaf Zuidoost-Europa wordt de soort verder oostelijk algemener.
De griel is verdwenen als broedvogel uit Nederland. En de kans dat hij terugkomt, is klein. Er zijn te weinig schrale vegetaties meer door vergrassing en verruiging als gevolg van onder meer vermesting (door intensieve landbouw) en het verdwijnen van dynamiek van wind en zee. De komst van de vos in de duinen en de enorme recreatiedruk belemmeren eveneens een terugkeer. In Engeland is er door beschermingswerk wel succes geboekt. In Noord-Frankrijk neemt de soort recentelijk weer wat toe.
Als verdwenen broedvogel staat de griel op de Rode Lijst. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming maakt zich in BirdLife-verband sterk voor een afname van de jacht in het Middellandse Zeegebied, een van de factoren waardoor het slecht gaat met de griel. Daarnaast pleiten wij op vele manieren voor een ander soort landbouw in de EU en in Nederland: veel meer natuurlijk en veel minder intensief en op de export gericht. Daarnaast pleit Vogelbescherming voor dynamische, open duinen, waar de wind nog vrij spel heeft. Als dat gerealiseerd wordt, is het niet ondenkbaar dat hier ooit nog eens grielen gaan broeden.
Natuurbeheerders kunnen werken aan het herstel van open, spaarzaam begroeide en open duinen. Verder onderzoek is nodig om te kijken wat andere randvoorwaarden zijn voor leefgebied van de griel. Belangrijk hierin op landelijk niveau is het terugdringen van stikstofdepositie door de Nederlandse overheid.
De griel is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grielen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de griel wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal